Nederduitse en Latynse keurdigten(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op het nieu verreezen graafje, By de Amstelstroom in Overspel gevonden. GRaafje ging twee Vrouwen trouwen, Elk in een bezonder Land, Want het dacht hem zeer galant Twee gelyklyk te onderhouwen: Maar doe sprak straks de eerste Bruid, Als hy hem weêr in haar armen; Als voorheenen wou verwarmen, Wat waand gy, ô slimme Guit! Dat gy my nu zoud bekooren? Daar gy met zo duuren eed U op nieuw hebt uitbesteed: Daar gy my had trouw gezwooren. Neen! zo dubbeld als uw tong Ook zo dubbeld is uwe harte; 'k Heb den brui van uwe parten, 'k Zach veel liefst dat men u hong. Doch, 'k zal u een scheidbrief geeven, Dat gy met uw tweede Tryn, (Wyl ik niet jaloers zal zyn) Moogt in hoerdom zamen leeven. 1690. Vorige Volgende