Nederduitse en Latynse keurdigten(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 't Is kwaad te laten. Een grove sneukelaar, ruim seventig jaar oud Zag, naar een kort gevry, zig wederom hertrouwt. Hoe nu? riep Jochem, gy, een man zoo hoog van jaren En grys, en stram, nog aan een by slaap te vergaren. Wat Aalsvel zyt ge, die zoo tay bent naar uw tyd? Ja, zey de Gryzaart: 't is tog wat te laat gevryd? Maar wyl ik van 't gevoel ontbloot niet wel kan leven En Pieternel my door haar huwlyk heeft begeven Miste ik dat handgebaar; maar was zy ongetrouwt Gebleven, my had nu geen huwelyk berouwt. Vorige Volgende