Nederduitse en Latynse keurdigten(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan de oproerige, op een Predikatie over Matth. vi: 13. Verlost ons van den boozen. Ten tyde van den oorlog met Engeland. Gy die in 't lamrevel 't oproerig hert verschuild, Maar die de wolf ontdekt zoo dikmaals als gy huild, Die heerschappy veragt en heerlykheden lastert, Die noyt verbeetert, maar verbittert en verbastert, Die uit uw Godsdienst twist en haat en oproer trekt, Die uw vermomde ziel met landverraat bevlekt, Die in uw bidden God durft vergen om uw listen Uw lagen uw bedrog uw Phariseese twisten Uw vloeken als gy bid, uw buldren als gy preekt En uw gewetens dwang die God naar 't herte steekt En Christus weer vervolgt, te styven met zyn zeegen; Die op uw biddag met den biddag zyt verleegen En altyt biddag roept, en die uit Eigenbaat Noyt voor de Staten bid, maar voor uw eigen staat, En die dan scherper steekt als doorenen van Roozen, Die in uw boosheid roept, Verlost ons van den boozen, [pagina 542] [p. 542] En zelve boos wilt zyn: komt biddags roepers leerd Van... hoe men bid, wanneer men zig bekeert, Op dat ons God verlos van uw en al uw boozen, En geef ons vrede, schey de doornen van de roozen. P.V. Vorige Volgende