Nederduitse en Latynse keurdigten
(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij
[pagina 491]
| |
Onttoovert Kerken, Steden, Landen.
Uw Catechismus Tempelbouw,
Gegrond op Heidelbergse palen,
Belet de Broederliefde en trouw
Zielwinnende te zegepralen,
Waarom? uw Cajaphas besluit
Sluit d'onvermoeide Bekker uyt.
Wat Bullebakse logengeest,
Die nimmermeer de waarheid spelde:
Wat zevenhoofdig Hoorenbeest
Vervoert de Babylonsche Helden,
Die by de doelewet van Dort,
Gelyk de Roomsche Papen zweeren.
Helaas! hoe oneerbiedig word
d'Aanbiddelyke Heer der Heeren
Gelastert! ô wat domme drift
Bemantelt elk een met de schrift!
Dit Consistoriaal gewoel
Beroert den Classicalen Hemel:
De Sinodalen Predikstoel
Schud van het averegts gewemel,
Betragtge dus uw Herderspligt
Door schyn bedroge blinde zienders:
Verdoovers van het helder ligt,
Geveinsde Huighelaars, vertienders
Van dil, en munt, en van Comyn!
Wat leeraar zal geen Ketter zyn?
|
|