Nederduitse en Latynse keurdigten
(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij
[pagina 419]
| |
Met meer reputaty dan
Voegt hy by den Rykeman,
Die hy was in als gelyk,
Pragtig, lekker, vrek, en ryk.
Zoo geschiet hem na de wensch
Van zoo meenig arrem mensch
Die hy arbeidsloon onthielt,
Maar nu is de kreng ontzielt,
Al het geen hy agter laat,
In het volgende bestaat:
Weinig lof, en veel gepraat,
Groote ampten aan den Staat,
Groote schulden, en groot goet:
Maar wie dat het hebben moet,
Is aan niemant nog bekent,
Mits daar is geen Testament,
Mits men wettig vrouw nog kint,
Van dien grooten weyman vint,
Basterden men vinden zou,
Die hy teelde buiten trouw.
Crediteuren schept nu hoop,
Dat gy na uw lang geloop,
Lang gemaan, en lang gedult,
Eens zult raken aen uw schult,
En voldoening na zyn doot:
Want zoo lang hy 't ligt genoot,
Hy aan niemant oit en gaf.
Past dan niet wel op zyn Graf:
Hier leit den Heer van Wimmenom, Niemant wenst hem wederom? |
|