Nederduitse en Latynse keurdigten
(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij1.
ONlangs was 'er twist gerezen,
Tussen luiden van verstand,
Wat het voor een Boek mogt wezen,
Daar de Staat op steunt van 't Land;
Zoo als op de Zilvre stukken,
Van dat nieuw gemunte gelt,
Dat men ziet in Holland drukken
't Beeld en byschrift bey vermelt.
| |
2Hoort men Schriftgeleerden spreken,
Die verklaren voor gewis,
Dat dit Boek een kenbaar teken
Van den Dortsen Bybel is:
| |
[pagina 225]
| |
Dog de Heeren Advokaten
Nemen 't daar voor geensints aan.
Maar voor 't Boek, daar 's Lands Placcaten
't Zamen in vergadert staan.
| |
3Was het zoo vast niet gesloten,
z' Hadden beide wat gelyk:
Maar wie zou zig nu niet stooten?
Zegt een schrander Polityk;
Dat men zoo geslote boeken,
Straks neemt voor een Bybel an,
Hier te Land, daar 't onderzoeken
Vrystaat aan Jan en alle man.
| |
4Neen, den Bybel en Plakkaten
Moet men aan een ygelijk
Hier in Holland open laten,
Op dat yder daar in kyk:
Maar indien men iets moet sluiten,
't Zijn besluiten van den Staat,
Wiens geheim, wanneer men 't buiten
Haar vergadring weet, is quaat.
| |
5Daarom schijnt hy best te raden,
Die om deze rede raad,
Dat in dees beslote bladen
Het geheim staat van den Staat.
Toen liet zig een huisman hooren;
Zoekt men de inhout van dit boek,
Laat zig niemant dan verstooren,
Dat ik ook eens daar na zoek.
| |
6Is 't geen schatboek van quohieren,
Van belasting opgestelt?
Om de vrye Batavieren,
Voort t' ontlaslen van haar gelt:
Of is 't van dien Heeren boeken,
Die geen slegte lui verstaan?
Dog om beter t' onderzoeken,
Moest men 't eerst eens open slaan.
| |
[pagina 226]
| |
7Men zou dan wel zien mijn vrinden,
Als 't eens open was gestelt,
Dat men niet een blat zou vinden,
Of het klinkt na gelt, gelt, gelt:
Laat den Bybel laat Placcaten,
Laat geheim van wijze raat
Zoo veel als zy willen baten,
't Gelt is 't, daar den Staat op staat:
| |
8Zonder gelt de Staat in ly leit,
Radeloos en zonder magt:
Zonder gelt der Staten Vryheid
Ligt zou t'onder zijn gebragt.
Wat men anders praat maar praat is;
Waar toe nader onderzoek?
't Gelt de stut van Hollands Staat is;
Gelt de stof is van dit boek.
| |
9Daar meê wiert de twist gescheiden,
Die was onder hen ontstaan;
Want het geen den huisman zeide,
Nam men voor de waarheid aan:
Daarom mag men zonder vreezen,
Nu wel vast staan op dit punt,
Dat het moet een geltboek wezen,
Want 't is op ons gelt gemunt.
|
|