Nederduitse en Latynse keurdigten(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Sonnet. GY moogt ô Holland! nu uw hoed wel af gaan zetten, En Vryheids teeken, met uw vryheid raken quyt; Nu d'eige intrest van de Dortenaars door nyd Zoo ver wert opgezet, dat 's ordre kan beletten; Den darde Willem zal uw eind'lijk nog verpletten; Indien den Staat dit werk der Hofgezinden lyt, Die tot genoegen des Stadhouders, u ten spyt, In weerwil van den Raad der agten doen verzetten: Want heeft men regt gehad om die te inquireren, Doen zes of agt alleen hem stelde tegens al; Zoo zalmen u ô Dort! nu beter mores leeren, Gy zult nu strekken d'andre steden tot een val, Die nu gemuilbant, of verblint, en al te mal, Op 't spoor Amsterdam, dien hoon niet willen weren. Vorige Volgende