Nederduitse en Latynse keurdigten(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Haagse wip voor den Raadpensionaris van Holland Caspar Fagel. Ostuurman van het Hollands Schip! Laat u neuswyzigheid de wip, Die aan u voorzaat was een klip, Verstrekken voor een wisse baken, Waar op gy altijd vest uw oog, Want zoo gy zeilen wilt te hoog, En overladen 't Schip op 't droog, Zal 't op een klip aan stukken raken, Bint liever dan een reefjen in, En schat en scheert, en schraapt wat min; En geeft de Borgren wat gewin: Of anders vrees voor ongelukken, Of het u voor een schoot ontschoot, Of kreeg 't Schip weer een harden stoot, 't Geraakte straks in zinkens noot, En gy met langen Jan aan stukken. FAGEL FAGEL! Wagt u voor 't Jan Hagel! Zoo dik wils gy voorby het groene Zootje gaat, Zoo denkt om langen Jan uw voorzaat. [pagina 181] [p. 181] Antwoort van C. Fagel. WAt schelt men dat ik overlaad het Schip, En dreigt my staag met regter, beul en wip? Heel Holland door raak ik voorzeker vry, Verschoont my maar de Haagse Borgery. C. Fagel spreekt. IK laat het Schip, 'k My zant nog klip, Raak ik slegs maar vry, Van de Haagse Borgery. Antwoort. Neen Caspar Fagel, Het Haagse Jan Hagel Dood geensins schavuiten, Op straat en schavotten, Maar Patriotten, En daar benje buiten. Vorige Volgende