De Liefhebbers die dit Cameleon van zo vele van elkander verschelende verwen aanstootelijk geweest is, en wel byzonder die geene, dewelke reeds van de bovengenoemde Schimp-en Hekeldigten al lang te voren voorzien waren geweest, hebben ons daarom aangemoedigt, om, onder het opzigt van Geleerde mannen, en Liefhebberen der vaderlandse vryheden, dit mengelmoes eens te siften, het gene oud, en hier aanstootelijk was, of by deze stoffe niet te pas kwam, te verwerpen, niewe, en zelf dingen, die noit voor dezen het ligt gezien hebben in de plaats te zetten, en het dus eene vermeerdering te geven, die het, na het voor uitgegevene van Johannes de Raat in geenen deele gelyken doet, gelijk het nu hier te voorschijn komt met sieraden opgepronkt, die vele niet verwagt hebben.
Maar gelijk goede wijn geen palmkrans van nooden heeft, verzoeken wy den Lezer maar op het gene hem word aangeboden. Hebben wy het geluk dat het komt te behagen; het zal een spoor wezen, om eerlang nog iets verders te voorschyn te brengen dat nog noit het ligt gezien heeft, als meest in handschriften bestaande, onder zeker geleert Man berustende, die geen ander oogmerk heeft als daar door aan zyne Vaderlanders te doen blyken, dat hem niet liever is, als
Prodesse et Delectare.