Nederlandsch Museum. Vierde Reeks. Jaargang 3(1893)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 208] [p. 208] Kamperfoelie. Ik weet een huisjen in het duin: De kamperfoelie bloeit En weeft langs muur en dak een tuin; De zilte zeewind stoeit In 't lommerloof der lindekruin; De deur is wrak, het raam hangt schuin - De kamperfoelie bloeit. En midden in haar geur, een kind, Een bloem in 't wild gegroeid, Dat spint en zingt, en zingt en spint, Al even onvermoeid. Wat of zij aan dat liedje vindt? - Licht leerde 't haar een lieve vrind..... De kamperfoelie bloeit. Ik ben ver weg van Hollands duin; De Zuiderzonne gloeit; En 's levens storm heeft om mijn kruin Al menigmaal geloeid. Daar voert mijn zwerfpad langs een tuin, En 'k zie het huisjen in het duin: De kamperfoelie bloeit! W - a. Vorige Volgende