Nederlandsch Museum. Vierde Reeks. Jaargang 3

[p. 207]

Ghazele.

Hoe lokken mij uw geur en kleuren, roze!
Waarom dreigt gij mijn hand te scheuren, roze?

Mag ik uw schoon alleen van verre aanschouwen,
Een ander u den stam ontsleuren, roze?

Of wondt gij iedre hand die naar u tastte?
Mag niemand uw bezit gebeuren, roze?

‘Gij menschen (sprak ze) jaagt slechts naar bezitten;’
- En mag de bij uw honing peuren, roze? -

‘Gij weet niet hoeveel schooner 't is: begeeren!’
Ei, ik begeerde uw kleur en geuren, roze!

‘Die zouden in uw handen ras verwelken.’
- Zoudt gij dat lot zoo droevig keuren, roze?

Veel liever vreugd geschonken en gestorven,
Dan om een nutloos leven treuren, roze!

W - a.