Nederlandsch Museum. Vierde Reeks. Jaargang 3(1893)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 206] [p. 206] Ochtendbad. De vliet, waar de morgen den wind Op huppelen laat als een kind, Roept lachend met kabblend geklater: ‘Komt allen tot mij!’ De kleêren op zij - Gedompeld in 't heerlijke water! Ik duik er in onder ten boôm, Dan klieven mijn armen den stroom, Dan ruggelings roeiend gedreven... In iedere spier Klopt jublend en fier De frischheid, de volheid van 't leven! Het zonnetje pinkt door het riet, En wijst op den tijd, die ontschiet; Nu vlug uit de golven gestegen.... Met tintelend bloed, Met jeugdigen moed Vooruit weêr op al onze wegen! W - a. Vorige Volgende