omwindingen omgeven en die electrisch met elkander verbonden zijn: dit is de beweegbare geïnduceerde armatuur.
Concentrisch met die schijf, is de vaste inductor geplaatst, ijzeren ring van 81 centimeter middellijn en 2,5 cm. breedte, waarop 384 electro-magneten gehecht zijn en op zulke wijze in verband staan, dat twee nevens elkaar liggende uiteinden polen van verschillenden naam uitmaken.
Wanneer men nu de schijf zeer snel doet ronddraaien, dan komen de bobijntjes beurtelings voor elke der polen der electromagneten, en er ontstaan in den draad die ze verbindt, inductie stroomen die in een zeer korten tijd van richting veranderen. Daar er 384 inductors zijn, bestaan er voor eene omwenteling, 384/2 of 192 perioden, dit is opvolgingen van twee stroomen van verschillende richting: indien dus de schijf slechts 50 maal in eene seconde ronddraait, is de herhaling (frequentie) van den alternatieven stroom 192 × 50 = 9600 perioden in eene seconde.
Die stroomen worden opgenomen door twee metalen borsteltjes welke op twee metalen ringen wrijven, die aan de uiteinden van den draad der bobijntjes zijn vastgehecht. Voor eene zeer groote snelheid, kan de intensiteit van dien stroom tot 10 ampères en het potentiaal verschil tot 200 volts gebracht worden.
Die stroom wordt nu geleid door den dikken draad van een transformator, bobijn van Rhumkorff van eene bijzondere samenstelling: ze is namelijk zonder inwendige ijzeren kern en de dunne draad heeft slechts zes maal meer omwindingen dan de eerste.
Op die wijze kan Tesla, voor eene frequentie van 15000 tot 20000, de hooge potentiaalkracht van duizenden volts verkrijgen. Ook is het noodig de bobijn in een oliebad te dompelen, ten einde den geïnduceerden draad goed te isoleeren.
De tweede methode waarvan Tesla zich bedient om eene frequentie van 300 tot 400 duizend herhalingen in eene seconde en een half millioen volts potentiaal verschil te bekomen, is nog beter geschikt om in natuurkundige laboratoriums aangewend te