| |
| |
| |
Kroniek.
De eerste uitgave van het werk Plantijn en de Plantijnsche Drukkerij door Max Rooses, verschenen in 1877, was een jaar te voren door de Koninklijke Academie van Belgïe bekroond.
Toen de schrijver het voltooide, bekleedde hij nog het ambt niet van Conservator van het Museum Plantijn-Moretus, en was dit Museum met zijne onuitputtelijke bronnen van inlichtingen over Plantijn en zijne opvolgers nog niet geopend.
Thans zijn de schatten, welke daar eeuwen lang bewaard werden, gekend en hebben den beroemden aartsdrukker naar waarde doen schatten. De schrijver heeft de oorkonden benuttigd, welke dit archief bevat om de levensschets van Plantijn te volledigen.
Zooals het nu is, hangt zijn boek een duidelijk beeld op van den merkwaardigen man, die in de 16e eeuw de grootste drukkerij in Europa stichtte, en van zijne verbazende werkzaamheid en van zijne geniale gaven. Het loont ons de belangrijke rol, die de Plantijnsche drukkerij in de 16e eeuw en later speelde, en moet er stellig toe bijdragen om met grooter hoogschatting het Museum Plantijn-Moretus, die verzameling eenig in haren aard, te doen bezoeken, en om beter de merkwaardige mannen te doen kennen, die eens dit huis bestuurden en het gansch Europa door beroemd maakten.
| |
| |
Het werk zal verschijnen in groot octavo-formaat en een schoon boekdeel vormen van ruim 200 bladzijden, opgeluisterd door twaalf platen, voorstellende de bijzonderste binnen- en buitenzichten van het Museum Plantijn-Moretus, en de portretten van den stichter van het huis en van de voornaamste leden zijner familie. De tekst is opgeluisterd met talrijke kopstukken, beeldletters, drukkersmerken en versieringen, destijds voor de Plantijnsche drukkerij zelve vervaardigd door kunstenaars der 16e en 17e eeuw.
Een exemplaar, gebonden in eenen fraaien stempelband, in den stijl van het Plantijnsch tijdvak, met het portret van den aartsdrukker, omringd van zijn merk en het wapen van Antwerpen, kost 4 fr. - De uitgever is de heer Jaak Mössly, Beggaardenstraat, te Antwerpen.
***
De Juliaflevering van Den Vlaamschen Kunstbode bevat: Rebekka (Walther Schwartz); Poëzie: Schoone Aude (A. Wauters), 1e Mei (Al. Vanneste), Vriendschap (E. De Waele), Het Vogelnest (J. Stinissen); het vervolg van Vondel en Virgilius (G. Segers) en van Lijkbegraving en Lijkverbranding (Is. Bauwens), en, last not least, Peter Benoit, eenige woorden over zijn leven, zijne werken en zijne school, door Hubert Melis (met portret).
***
In den Gids van Juli komt een merkwaardig artikel voor van de hand van Max Rooses, getiteld Hélène Swarth. Verder stippen wij aan als voornaam: Färösche letterkunde van Dr R.C. Boer, en Het onderwijs in de Zuid-Afrikaansche Republiek, door W.F. Andriessen.
Aangekondigd voor een volgend nummer: Virginie Loveling, Eene Idylle.
***
| |
| |
In de voortzetting zijner studie over Alberdingk Thijm, Juli-aflevering van Nederland, handelt A.J. over Thijm's letterkundige vrienden Hofdijk, Ten Brink, Lina Schneider en James Weale.
Dit tijdschrift bevat daarenboven een novelle van Gerard Slothouwer, Mensch en Kunstenaar getiteld; een woord van Fiore della Neve over eene twintigjarige Italiaansche dichteres, Ada Negri, met de vertaling van een drietal dichtstukken uit haar boek Fatalita; Uit den Cyclus Claribella van Pol de Mont, enz.
***
De inhoud van Elseviers geïllustreerd Maandschrift is de volgende: Rust in de Duinen (Vlaanderen), reproductie naar eene schilderij van J.H.L. de Haas. - De Haas, causerie door A.G.C. Van Duyl, met portret door P. Oyens, en reproducties. - Een verwoest leven, door J. Kleefstra. - Het Neptunusfeest aan boord van een Nederlandsch oorlogsschip, door Junius. - Meester, novelle door C.K. Elout. - In de Belgische Ardennen, door M.A. Perk. - Op de Speelplaats, gedicht door J.R. Arnold. - Uit de studeercel der Redactie. - Nederlandsche verzen en Nederlandsch(e) proza.
***
De Revue des Deux Mondes van 1 Juli bevat een interessant artikel over den vader, de moeder en de zuster van Göthe, naar brieven en documenten, getiteld: Bourgeois d'autrefois. La famille Goethe, par Arvède Barine.
***
Inhoud van Land en Volk, 3e jaar, nr 12 (15 Juli 1892): Franchimont (J.L. Haller). - De Tabak (Ph. Van Cauteren). - Kindertranen (V. Van de Weghe). - Allerlei: Over Volharding (B.W.). - 4 platen.
| |
| |
Het overzicht der 12 afleveringen van den 1en semester vestigt nogmaals de aandacht op het rijke, boeiende en afgewisselde van den inhoud. De kindervrienden, die aan deze uiterst verzorgde uitgave hunnen tijd en hun gewaardeerd talent wijden, verdienen ten volle de ondersteuning van al wie het wel meent met het jonge volkje.
***
Verschenen bij De Smet-Themon, Lokeren: Een officier geworgd in het Belgisch leger, uit het gedenkboek van eenen bataljons-geneesheer, door Dr Amand De Vos (Wazenaar); 382 bladzijden, prijs: 4 fr.
***
Aangekondigd wordt Het historiek der straten en openbare plaatsen van Antwerpen, door Augustin Thys.
Het boek zal in drie deelen gedrukt worden, elk van ongeveer 200 bladzijden, aan fr. 1.50 per deel voor de inschrijvers.
Het werk zal met een vijftigtal platen opgeluisterd zijn.
De uitgevers zijn de heeren H. en L. Kennes, Markgravestraat, 17, Antwerpen.
***
Het gouvernement heeft eenen prijskamp uitgeschreven voor een ontwerp van monumentale poort voor 't justiciepaleis te Brussel. Het biedt twee premies aan, eene van 1500 fr. en eene van 500 fr. voor de twee beste teekeningen.
***
Men houdt zich in het Ministerie van buitenlandsche zaken en openbaar onderwijs ijverig onledig met het tot stand brengen van een groot kunstwerk, dat voor de stad Brussel veel belang oplevert, daar het eene harer aangenaamste en drukst bezochte wandelingen op smaakvolle, ja glansrijke wijze zou verfraaien.
Elkeen die den historischen stoet der 16de eeuw vóór een paar jaren te Brussel gezien heeft, herinnert zich den sierlijken wagen van Jul. Dillens, den Godsdienstvrede voorstellende.
Er is spraak van, die kunstvolle groep te doen in brons gieten
| |
| |
en verguld op een voetstuk van graniet te plaatsen op het rond plein der Louizalaan, die naar Ter-Kamerenbosch leidt.
Men herinnert zich hoe die groep samengesteld is: op eenen wereldbol staat een beeld van den Vrede; rondom zijn het Vaderland, de Eendracht, de Arbeid of de Overvloed en het Vernuft of het Licht verbeeld. Vooraan staat de Concordia.
Het gansche kunstgewrocht zou eene hoogte van 9 meter 50 bereiken; het voetstuk zou eene oppervlakte van 20 meter op 14 meter beslaan.
Er is echter een maartje bij: de uitvoering van dat verlokkelijk ontwerp zou ongeveer 350.000 frank kosten.
Als dat maar de struikelsteen niet wordt!
Ernst en Boert uit den Hollandschen Spectator van Justus van Effen heeft een 5en vermeerderden druk beleefd. (Arnhem, IJbe IJbes.)
De ‘Hollandsche Spectator’ mag aan niemand, die de voortbrengselen onzer letterkunde waardeert, onbekend blijven, juist om zijn hooge waardij.
Zij, die een aanschouwelijk beeld wenschen van het huiselijk leven en het verkeer der Hollanders in de achttiende eeuw, hebben deze schetsen maar te lezen. Van Effen was een fijn waarnemer, wien niets ontging en hij geeft in zijne geschriften eene schoone galerij van typen uit zijn tijdperk. Zijne voorstelling is daarbij voor dien tijd hoogst aantrekkelijk. Zijn stijl is los, gemeenzaam, vloeiend.
Hij bekleedt dan ook eene eerste plaats onder onze schrijvers, omdat hij door zijne geschriften zoo weldadig op de richting van zijn tijd gewerkt heeft. Bitter, maar vaak opbouwend en veredelend was zijn satire, en men zou wel wenschen, dat hij in dezen tijd nog eens een kijkje kon nemen; zeer zeker zou hij weer andere gebreken te bestrijden hebben, doch ook ervaren dat hetzelfde kwaad zich onder verschillenden vorm in onderscheidene tijdperken openbaart, hoe er ook tegen gekampt wordt.
In 't kort, wij begroeten den vijfden druk van Ernst en Boert uit den Hollandschen Spectator met groot genoegen.
| |
| |
Wij wenschen hem in vele handen en hopen, dat velen, die deze schetsen voor het eerst zullen lezen, zich gedrongen zullen gevoelen om den Hollandschen Spectator blijvende achting toe te dragen.
***
In de Groote Opera te Parijs wordt voor het aanstaande seizoen door den nieuwen directeur voorbereid: Samson et Dalila, van Saint-Saëns; Heriodiade van Massenet, met mevrouw Melba, Les Maîtres Chanteurs, van Wagner, met Van Dyck; Deïdamia van Maréchal; La Maladetta en Madame Roland, van Vidal; La Prise de Troie, van Berlioz; Otello van Verdi; Mephistophélès van Boïto en twee groote balletten, Don Quichotte van Wormser en Le Talisman van Massenet. De Opera Comique heeft in voorbereiding: Kassia van Délibes, met mevrouw de Nuovina en Lafarge; Werther van Massenet, met Sybil Sanderson en Gibert; Beaucoup de bruit pour rien, van Salvayre, en Ping-Sin van Maréchal.
***
Ziehier de uitspraak van de jury in den Prijskamp voor novellen, uitgeschreven door de Letterkundige Vereeniging Jan Frans Willems, te Antwerpen:
Eerste prijs aan het stuk Een gebroken Hart, schrijver de Heer Alexis Callant van Gent; tweede prijs aan het stuk De Trompetter van Zakkingen, schrijver de Heer J. Van Menten, van Antwerpen.
***
Het Plan van afsluiting en droogmaking der Zuiderzee, opgemaakt door de Zuiderzee-Vereeniging, in groote trekken weergegeven door A.A. Beekman, schrijver van Nederland als Polderland, is bij W.J. Thieme en Cie te Zutphen, à 30 cents verschenen.
***
In Warendorf's Novellen-bibliotheek verscheen Patoet, uit het leven van een Indisch officier, door A. Prell.
***
Zag het licht: Een huishouden van Jan Steen en andere schetsen, door Is. Van Rennes, prijs fr. 2,25.
***
| |
| |
Bij den uitgever J. Vuylsteke verscheen deze week: Schets eener historische grammatica der Nederlandsche taal, door prof. Vercoullie (met twee kaarten). Prijs fr. 2,50. Tegelijkertijd werden van denzelfden schrijver aangekondigd ter perse:
Nederlandsche spraakkunst voor de Athenaea, Colleges en Normaalscholen.
Spraakkunst van het Westvlaamsch Dialect, tweede, heel omgewerkte druk.
***
Het Juli-nummer van den Tijdspiegel bevat een vertaling van Sophocles' treurspel Oedipus te Colonus, door Mr G.H. Betz.
***
In de laatste aflevering van Noord en Zuid eindigt de hr. Taco de Beer, een artikel over het drama van 1880 tot 1890 aldus:
‘Onze hedendaagsche opvoeding vraagt in alle landen uitsluitend naar den geweldigsten prikkel van zinnelijkheid of naar de ruwste en brutaalste uiting van verzet, en de groote, kijkgrage, schreeuwende menigte, die in de meerderheid is, wil niet gediend zijn van groote kunst, van kunst die te denken geeft, van kunst die men kalm kan genieten.
‘Het grootste succes van de laatste tien jaren, had een pantomine De Verloren Zoon; een eenig succes nooit met eenig stuk in Nederland behaald, verwierf de revue De Doofpot.
‘Goede stukken (zelfs van Shakespeare) zijn een ondergang ook voor de bestgevulde schouwburgkassen. Wat letterkundige waarde heeft, wordt volstrekt niet begeerd door hen, die thans nog den schouwburg bezoeken; en waar de schouwburg nog maar eenigszins kan bestaan door wanhopige pogingen om het paardenspel concurrentie aan te doen, daar kan men van dramatische literatuur niet veel verwachten.’
***
De beweging in Frankrijk tot het vereenvoudigen der spelling schijnt goed vooruit te gaan. Het is de opportunistische partij onder de hervormers, die de meeste kans van slagen heeft, degene namelijk die alleen de onregelmatigheden, de bizarre- | |
| |
ries wil doen verdwijnen, en dus schrijven chevaus, dixième, je contains, je chancèle. Ook in België heeft die beweging veel volgelingen. Er is daarom ook spraak eene Belgische Société voor de hervorming te stichten, met afdeelingen in de bijzonderste, ook in Vlaamsche steden.
Eene dergelijke beweging werd voor de Nederlandsche spelling in gang gestoken door Dr. Kollewijn van Amsterdam. Hij heeft zelfs zijne aanhangers in den beginne van dit jaar te Amsterdam bijeengeroepen. Ofschoon schrijver dezes ook zijne bijtreding gezonden had, heeft hij verder over de zaak niets meer vernomen.
***
Dezer dagen verschenen, bij Brill te Leiden, de tweede helft van de zeer merkwaardige historische spraakkunst der Grieksche taal door Dr. H.C. Muller van Amsterdam. Zij is vooral geschreven met het doel er toe bij te dragen, dat het Grieksch de algemeene geleerdentaal zou worden.
***
H. Jellinghaus, reeds bekend door zijne werken over Nederduitsche dialectstudie, heeft een overzicht uitgegeven over klanken en vormen van al de Nederlandsche dialecten: Die Niederländischen Volksmundarten (Norden: Soltau, 4 Mk.). Het is een zeer ernstig en degelijk boek, maar dat niet onvoorwaardelijk betrouwbaar is.
***
R. Kleinpaul, die zoo aantrekkelijk, zoo geestig en zoo eigenaardig over taalverschijnselen weet te praten, gaf dezer dagen een nieuw werk uit over zijn geliefkoosde studie: das Stromgebiet der Sprache: Ursprung, Entwickelung und Physiologie (Leipzig: Friedrich, 10 Mk).
***
Zeer merkwaardig is de pas verschenen 3e uitgave van Müllenhoff en Scherer's Denkmäler Deutscher Poesie und Prosa a.d. 8-13 Jahrh. (Berlijn: Weidmann, 2 dln., 19 mk.).
***
| |
| |
Fraaie Letteren. - Bij Bolle te Rotterdam, verscheen de 5e druk van Jan Ten Brink's Oost-Indische Dames en Heeren, bijdrage tot de kennis van de zeden en usantiën der Europeesche Maatschappij in Nederlandsch Indië.
Extaze, Een Boek van Geluk, van Couperus, eerst verschenen in den Gids, werd daaruit overgedrukt tot een boekdeel; f. 2,25, prachtb.
Van Couperus' roman Noodlot geven Chapman en Hall, London, eene Engelsche vertaling uit. Van hetzelfde boek was reeds een Duische vertaling verschenen, met een onvolledig, uiterst zonderling overzicht der Nederlandsche letterkunde als inleiding.
Marcellus Emants liet twee novellen verschijnen onder den titel Dood. De tweede, Zwijgen, lazen wij vroeger reeds onder den titel Argwaan in Elsevier's geïllustreerd Maandschrift.
Verwante Zielen, door Johanna Van Woude, beleefden een tweeden druk. Van Kampen en Zoon, Amsterdam f. 1,50; pr. f. 2,25.
Th. Van Meerendonck liet verschijnen, bij denzelfden uitgever, Otto Attendorf, f. 2,90.
Meta von Zweimarck liet verschijnen bij Van Stockman en Zoon, 's Gravenhage, De ijzeren Kanselier, f. 1,90.
Van Fiore della Neve (Victor Van Loghem) kregen we Walter, een Gedicht. Van Holkema en Warendorf. Amsterdam f. 1,90; pr. f. 2,50.
De Nieuwe Gedichten van P.A.M. Boele van Hensbroeck (f. 2,50) genieten veel bijval. ‘Moesapi,’ ‘Honger’ herinneren aan de aandoenlijke verhalen van Coppée; ‘Van eene Koningsvrouw,’ vroeger in den Spectator verschenen, is een juweeltje.
Versleten, door Antoon Moortgat, uitg. van het Taalverbond, nr 5, getuigt bij den schrijver van een rijk beschrijvend talent. Doch voor het ineenzetten der handeling, de karakterschets heeft hij nog studie noodig. 2 fr.
Nr 6 der uitgaven van het Taalverbond is Karel van Gelderland, lyrisch treurspel in vier bedrijven en een voorspel,
| |
| |
getoonzet door Peter Benoit. fr. 1,25. De schrijver Frans Gittens, blijft op de hoogte zijner faam.
Als derde deel Nieuwe Verscheidenheden meest op letterkundig gebied, liet Nicolaas Beets verschijnen Everhardus Johanus Potgieter, Persoonlijke herinneringen, die voor eene biographie van Potgieter gewichtig zijn. Dat de twee groote schrijvers elkander nooit recht begrepen hebben, leeren we er eens te meer uit. Erven Bohn, Haarlem. f. 1,25.
Het schijnt ons, dat men R.L. Doornkapper (een pseud.) een slechten dienst bewijst, met zijn Drada en Mijn Dorpje al te overvloedigen lof toe te zwaaien. Taal en rhythmus in dat bundeltje gedichten zijn niet verzorgd. De schrijver zal met veel nut nog wat Nederlandsch studeeren. De meeste dichtjes zijn tegen eene strenge critiek niet bestand.
In de aflev. 2, 1892 van het Tijdschr. v. N.T. en L. gaf de Heer Van Veerdeghem een zeer merkwaardig mijsteriespel uit, behoorende tot de letterkunde der zeventiende eeuw en getiteld De Mensch-wordingh. Dit stuk, waarvan de schrijver nog onbekend blijft, behoorde waarschijnlijk tot het repertorium van de Bilsensche Kamer van Rhetorica, De Veltbloem. Professor Van Veerdeghem overdrijft niet, waar hij zegt, dat het beurtelings aan Vondel en Bilderdijk doet denken. De onbekende dichter had het Nederlandsch volkomen onder de knie en zijn werk verheft zich verre boven het peil der gewone rederijkerskunst.
In dezelfde aflev. gaf Willem De Vreese een nieuw fragment uit van Valentijn en Nameloos, berustende in het Rijksarchief te Gent.
Jeanne Huyghens vertaalde Ruffino door Ouida. Van Kampen, Amsterdam, f. 1,90; geb. f. 2,40.
Van Maurice Maeterlinck's l'Aveugle verscheen eene Deensche vertaling: De Blinde, Skuespil, Fr. Bagges Bogtrykkeri, Kjöbenhavn. Pr. 1 Kr. 75.
***
Taalkunde. -Van De Bo's Westvlaamsch Idioticon, verscheen
| |
| |
bij A. Siffer, te Gent eene tweede uitgave, bezorgd door Jos. Samyn. Pr. 22 fr.
Amaat Joos gaf bij denzelfden drukker uit: Taal- en Letterkundige Mengelingen, Derde reeks.
Bij Wolters, Groningen, verscheen het eerste deel der Gedichten van Constantijn Huygens, naar zijn hs. uitgegeven door Dr. J.A. Worp. Het bevat de gedichten geschreven van 1607 tot 1623.
De laatste afl. van Verdam's Middeln. Woordenb. gaat van Calant tot Kerse.
In den Noordbrabandschen Almanak voor 1892 verscheen eene Bijdrage tot een Meierijsch Idioticon door Aug. Sassen.
Bij Trübner, Strassburg, werd gedrukt: Deutsches Slang, eine Sammlung familiärer Ausdrücke und Redensarten, zusammengestellt von Arnold Genthe.
P.J. Cosyn liet verschijnen: Aanteekeningen op den Béowulf, E.J. Brill, Leiden; ƒ 0,75.
Het Belfort en de Biekorf geven thans alle drie maanden een philologisch Bijblad.
Bij Rud. Giegler, te Leipzig zijn verschenen eene gansche reeks Echo's van de moderne Europeesche talen, waaronder wij vooral de aandacht vestigen op: Echo van de Nederlandsche Spreektaal, door Oostveen, met een Nedl.-Fransche woordenlijst door Hegener. Niet alleen voor Walen kan deze Echo dienstig zijn, maar ook voor Vlamingen, die hunne taal beschaafd willen leeren spreken.
***
Geschiedenis. - Van Prof. Theod. Jorissen verscheen een boekdeel nagelaten stukken onder den titel: Historische Karakters. Het zijn opstellen van biographischen aard, handelende over Abélard en Heloïse, Richelieu, Maria de Medicis, Charlotte Corday, A.R. Falck, Graaf de Chambord, Daniël Manin. De stijl is heel boeiend. Tjeenk Willink, Haarlem.
Bij de gebr. E. en M. Cohen, te Nijmegen verschijnt de 4e geheel herziene, geïllustreerde uitgave van de vertaling van Thomas Carlyle's Fransche Onwenteling. Ze is vermeerderd met degelijke aanteekeningen.
| |
| |
Bij Tjeenk Willink, te Haarlem, van A. Pierson: Geestelijke Voorouders. Studiën over onze beschaving. II. Hellas. 4e stuk. Pr. ƒ 1,80.
Bij N.J. Boon, te Amsterdam: Geschiedenis der Romeinen van de Stichting van Rome tot Keizer Diocletianus, door Dr. J.J. Doesburg. 7 fr.
Bij Tjeenk Willink: Derde goedkoope druk van Historische Bladen, door Th. Jorissen; 2 deeltjes; ƒ 1,25; geb. ƒ 1,60. Inhoud: I. Johan van Oldenbarnevelt. - Amalia van Solms en Maria Stuart. - Een vorstelijk engagement. - Johan de Witt. - De Zeeslag bij Kijkduin. - Willem III.
II. Marijken Meu. - De Republiek in de eerste helft der 18e eeuw. - Het tijdperk der Patriotten. - Willem V. - Doggersbank. - De Fransche Tijd.
***
Tijdingen. - Het Institut kende den Prix Volney toe aan M. Paul Passy, leeraar in de moderne talen, voor zijne Etude sur les changements phonétiques et leurs caractères généraux (Thèse pour le doctorat).
Kaap-Kolonie. The Cape Times maakt er een argument van tegen het Nederlandsch, dat Prof. J.J.M. De Groot het Engelsch boven zijn eigen taal verkoos voor het schrijven van: The Religious System of China. Its ancient Forms, Evolutions, History and present Aspect. Manners, customs and social institutions connected therewith, uitgegeven bij E.J. Brill, te Leiden. Bij ons gebeurt het ook wel meer, dat onze Vlaamsche schrijvers, zoogezegd om tot een ruimer publiek te kunnen spreken, in het Fransch schrijven, en zoo een wapen tegen ons verschaffen aan onze tegenstrevers.
Uit Oranje Vrijstaat kwam ons het nieuws, dat President Reitz, die met zooveel beleid de Republiek bestuurt, zijn ontslag genomen had wegens een misverstand, ontstaan door eene ongelukkige stemming van den Volksraad omirent de vraag: Mag de President zonder toelating van den Raad, met verlof de Repu- | |
| |
bliek verlaten. De Express schrijft: ‘De bedanking van Zijn Hed. zou een ramp zijn voor den Staat.’
Later tijding meldt ons, dat het misverstand heeft opgehouden en dat de Voorzitter zijn bedanking heeft ingetrokken.
Uit Ons Land, een Kaap-Kolonisch ‘tijdgenoot,’ knippen we uit een briefwisseling over den Oranjevrijstaatschen Volksraad: ‘Wij bezochten den Volksraad, en daar hoorden wij tot ons genoegen de discussies voeren over de verschillende onderwerpen in de Hollandsche taal. Ja, mijnheer de Editeur, en wel zeer goed en zuiver Hollandsch daarbij. Van den Volksraad gesproken, moet ik ronduit erkennen, dat dit lichaam, welks leden allen net in het zwart gekleed zijn, eenieder ontzag inboezemen. De discussies worden bezadigd, kortelijks en met eerbied voor eenieder gevoerd. De leden schijnen de onderwerpen, waarover zij het woord voeren, volkomen bestudeerd te hebben, alvorens zij het hunne er over zeggen. En dat hoort ook immers zoo en niet zooals sommige vertegenwoordigers in de Kaapsche Wetgevende Vergadering, die opspringen over eenig onderwerp, zonder misschien het minste begrip er van te hebben.’
De Vlaamsche School, het zoo fraaie tijdschrift, zou reeds een feestnummer Peter Benoit hebben laten verschijnen, ware het niet, dat de schrijver van het art. over den Meester, door ziekte zijn arbeid had moeten staken. Het feestnummer zal evenwel in September of in October verschijnen, met een prachtig portret van den grooten toonkunstenaar. Moge de uitgever Buschmann er toe besluiten, dat nr ook afzonderlijk te koop te stellen, het zal ongetwijfeld veel aftrek vinden.
Een nummer gewijd aan het Landjuweel ware ook 'n uitstekende zaak!
***
Den 8 Juli ll. verscheen in den Monileur een koninklijk besluit dat de Waalsche tooneelstukken ook tot het genot der staatspremiën toelaat, en dat daarvoor opzettelijk een leescommissie inrichtte. Wij kunnen aannemen dat werken in dialect geschreven niet van officiëele ondersteuning uitgesloten worden,
| |
| |
maar dan moeten zij niet afgezonderd worden van de letterkundige voortbrengselen der taal waartoe zij behooren. Zoo zouden de ondersteuningen voor het Fransch moeten dienen zoowel voor de producten in Fransch dialect als in Fransche boekentaal gesteld, evenals de ondersteuningen voor het Nederlandsch voortaan aan Vlaamsche dialectwerken nevens Nederlandsche stukken zouden moeten toegekend worden.
***
Ferencz Renyi, is de titel van een lyrisch drama in vier bedrijven, door G.W. Hogguer en T.F. Vermaere, muziek van Aloïs Berghs. Het onderwerp van het stuk is de beroemde episode uit den onafhankelijkheidsoorlog van Hongarie, in 1849.
Het stuk voldoet aan de voornaamste eischen van het tooneel. Ook verwondert het ons niet dat het te Antwerpen veel bijval heeft bekomen, en wij achten het een der bestgeslaagde Vlaamsche tooneelgewrochten die in den laatsten tijd het licht gezien hebben.
***
Alexander Dumas heeft twee tooneelstukken gereed, die beide, ofschoon geheel verschillend van inhoud, denzelfden titel: La Route de Thèbes, kunnen dragen. Het zal er dus van afhangen, welk der twee het eerst door de Comédie française opgevoerd wordt, of een van beide een anderen titel ontvangt.
***
De gewone jaarlijksche vertooningen der Wagner opera's zijn te Bayreuth begonnen. Parsifal is het eerst opgevoerd. Elke plaats was ingenomen. De uitvoering was bewonderenswaardig en na het neerlaten der gordijn gaf het publiek, waarin alle natiën der aarde vertegenwoordigd zijn, luid en geestdriftig zijne bewondering lucht. Artisten, orkest en koren kregen allen hunne beurt van de welgemeende toejuichingen.
***
| |
| |
De heer Cyriel Van de Putte, te Gent, heeft aan de Vlaamsche Academie een bijdrage tot het Vakwoordenboek ingezonden, namelijk eene volledige lijst der benamingen van de werktuigen eens blikslagers, met teekeningen van verschillend gereedschap, in de werkplaats van eenen Gentschen blikslager voorkomende.
***
Ter gelegenheid van Peter Benoit's jubileum, zullen de leerlingen der gemeentescholen van Antwerpen het kinderoratorio De Wereld in, van Julius de Geyter en Peter Benoit, op de aanstaande prijsuitdeeling ten gehoore brengen.
***
Wij lezen in Den Tijd: Naar ons uit Indië wordt gemeld, heeft pater Jonckbloedt S.J. eene gewichtige studie onderhanden, waarin door hem, op grond van persoonlijke waarnemingen, in Indië zelf gedaan, zal bewezen worden dat verscheidene toestanden, in den Max Havelaar door Multatuli beschreven, totaal onwaar zijn. Algemeen zeker zal deze letterkundige arbeid, die, als wij wel zijn ingelicht, in het tijdschrift ‘Studiën’ zal verschijnen, met ongeduld worden tegemoet gezien.
***
Léon Cladel, de schrijver van Les Va-nu-pieds, N'a qu'un oeil en andere, is dezer dagen overleden. Bij zijne begrafenis was ook het ‘jonge Frankrijk’ tegenwoordig om dezen oude, die zulke hooge idealen had - en behield, te eeren. Zola heeft gesproken in den naam der Société des gens de lettres, waarvan hij voorzitter is. Het was geene met langzame zorgzaamheid gemaakte rede; het was eene eenvoudige toespraak, vol gevoel voor het schoone van ‘een geheel bestaan, gewijd aan een ideaal, in volslagen onverschilligheid voor al wat daar buiten lag’.
***
Onder den titel van Het Boek in onze Dagen werd door den gekenden uitgever A.W. Sijthoff een aardig werkje in de wereld gezonden, als souvenir aan de boekhandeltentoonstelling, die thans te Amsterdam wordt gehouden. In eene
| |
| |
negental hoofdstukken beschrijft de bekende bibliograaf R. van der Muelen, aan wien de uitgever de samenstelling van het werk heeft opgedragen, hoe het boek tegenwoordig in mekaar zit. Zeer eigenaardig is het hoofdstuk waarin de illustratie van het boek behandeld wordt. Het werk is opgeluisterd met platen, als proeven der verschillende soorten van illustratie. Een drietal dezer platen zijn prachtig. Zeer merkwaardig is ook het hoofdstuk over de Correctie: al de gebruikelijke teekens voor de verschillende fouten worden verklaard en opgegeven; een voorbeeld van een proefblad is mede afgedrukt. Daardoor is dit hoofdstuk van groot belang voor al wie proeven te verbeteren heeft.
Het boekje, met een wezenlijk mooie band, kost slechts 50 cent (holl. munt).
***
Van den bekenden geschiedschrijver Mr W.P. Sautijn Kluit is in afl. 4 van het zesde deel der Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde een uitvoerige studie verschenen over Dagbladvervolgingen in België 1815-1830. De verschillende wetten, destijds uitgevaardigd of in behandeling genomen, worden besproken en een groot aantal processen vermeld. In de eerste jaren na de oprichting van het koninkrijk der Nederlanden waren het hoofdzakelijk buitenlanders, uit hun vaderland verdreven of uitgewekenen, die het de regeering lastig maakten, daar hunne rechtstreeksche of zijdelingsche aanvallen op buitenlandsche mogendheden oorzaak waren dat hier herhaaldelijke klachten werden ingediend. Maar naarmate het koninkrijk ouder werd, nam in het Zuiden de spanning toe. De drukpersvervolgingen verminderden niet, integendeel, en het waren dikwijls zware straffen, die schrijvers en uitgevers zich op den hals haalden. Toch werd de toon der pers steeds heftiger. Niet alleen voor de geschiedenis van de jaren '15-'30, maar ook voor die van een aantal hier genoemde dag- en weekbladen is deze studie van belang
***
| |
| |
In deze aflevering is mede opgenomen: ‘Beredeneerde lijst van boekwerken en tijdschriftartikels over Nederlandsche geschiedenis in Nederland en het buitenland verschenen in de jaren 1888-91, door Mr J.E. Heeres.’ Terecht vraagt de Nederlandsche Spectator waarom prof. Fredericq's verdienstelijk Corpus documentorum inquisitonis Neerlandicae niet is vermeld geworden.
|
|