De Koude en de Planten.
Na den langdurigen en buitengewoon strengen winter van dit jaar, zal het misschien niet ongepast zijn een paar bladzijden aan de werking der koude op de planten te wijden.
Het leven en iedere verrichting in het leven der bewerktuigde wezens is aan een bepaalden warmtegraad gebonden: er bestaan een maximum en een minimum van temperatuur, d.w.z., twee uitersten, die niet mogen overschreden worden zonder schade voor het organisme, en waar tusschenin het dusgenoemde optimum van temperatuur ligt, m.a.w. de gunstigste warmtegraad tot het volbrengen eener levensfunctie. - Het behoeft niet gezegd te worden, dat die grenzen van soort tot soort bij planten en dieren verschillen, zoodat eene en dezelfde temperatuur, volgens de wezens, doodelijk of gunstig werken kan. - Daar wij thans vooral over de koude handelen, zullen wij alleen het minimum van temperatuur door eenige voorbeelden, bij de planten genomen, toelichten.
De meeste gewassen der tropische en subtropische gewesten, de Palmen b.v., kunnen in onze streken niet in den open grond gekweekt worden, omdat gedurende een groot deel van het jaar de warmtegraad niet hoog genoeg is, terwijl andere planten, de Korstmossen (Lichens) b.v., die op de schors van boomen, op steenen en rotsen en op den grond van bosch en heide veelvuldig voorkomen, door de grootste koude in hunne levensverrichtingen niet gehinderd worden, - De groene kleur der bladeren