een treffend voorbeeld te nemen, niet duizendmaal meer dan wij handelen? Is dit denken geene natuur meer?
Zijn ze niet bij duizenden te tellen, die, in Frankrijk zelve, de tegenovergestelde richting aankleven en de romans der idealisten lezen? Waaraan hebben Feuillet en vooral Ohnet hun schitterenden bijval te danken?
Is die stroom geen natuurlijk verschijnsel meer?
Nu een woordje over de naturalisten als kunstenaars.
Is het naturalisme eene democratieke kunst? Op den schijn oordeelend, zou men genegen zijn ja te zeggen; maar hier laten wij nogmaals het woord aan den heer Lemaître:
‘D'ordinaire ce qui intéresse dans l'oeuvre d'art c'est à la fois l'objet exprimé et l'expression même, la traduction et l'interprétation de cet objet: mais quand l'objet est entièrement, et absolument laid et plat, on est bien sûr alors que ce qu'on aime dans l'oeuvre d'art, c'est l'art tout seul. L'art pur, l'art suprême n'existe que s'il s'exerce sur des laideurs et des platitudes. Et voilà pourquoi le naturalisme loin d'être, comme quelques-uns le croient, un art grossier, est un art aristocratique, un art de mandarins égoïstes, le comble de l'art, ou de l'artificiel.’
Juister kan het niet gezegd worden. Wie er klinkende bewijzen voor wil, hoeft maar na te gaan in welke kringen de zoogezegde naturalisten gelezen worden. De ‘abonnés’ van het aristocratisch blad Gil-Blas krijgen de primeur van de meest naturalistische van Zola's werken.
En zij, die aan de brutale werkelijkheid veelal eenen hekel hebben, zijn het nieuwsgierigst om ze bij Zola ‘geconcentreed’ zal ik zeggen, te genieten. Ware het om kunst te doen, dan zouden dezen vooral hoog met Zola en zijne navolgers oploopen, die de werkelijkheid van zeer nabij zien en er dan des schrijvers werken willen aan toetsen. Die het zoo doen, maken echter de kleine minderheid uit.