Legerlotz in bovengenoemden bundel aan den dag gelegd, ons met ware bewondering vervult!
Niet slechts aan de vertaling van Platduitsche (als Kl. Groth), van Engelsche (als Wordsworth, Moore, Byron, Schelley, Longfellow, Tennyson, Hemans, Southey, Dibdin, Gray, Cunningham, Wolfe, Howitt, Motherwell, Dufferin, Morris), van Hongaarsche (als Berszenyi en Szemere), van Schotsche (als Robert Burns), eindelijk, onder de modernen, van Fransche poëten (als Béranger en Desbordes-Valmore), - ook aan die van Helleensche en Latijnsche classieken (Sophokles, Anakreon, Horatius, Tibullus), waagde hij zich met den grootsten bijval.
Aan Béranger en Burns viel, in Legerlotz' verzameling, het leeuwenaandeel te beurt. Noch Chamisso, noch von Gaudy, - wier zoo terecht geprezen vertalingen uit de werken des beroemden chansonniers alom bekend zijn, - winnen het van hunnen jongeren kunstgenoot in vertalingen als Einer vom Pack (le Vilain), Der König von Yvetot (le roi d'Yvetot), Der Marquis von Carabas (le marquis de Carabas), Die Marketenderin (la Vivandière), Die rote Hanne (Jeanne la Rousse), en zoo menige andere!
Burns vooral werd met buitengewone nauwkeurigheid vertolkt.
Uitgaande van het feit, dat de stukjes van den landman-liederdichter deels in Schotsch dialect, deels in een niet geheel zuiver Engelsch geschreven werden, kwam Legerlotz op den gelukkigen inval, zijnen lievelingspoëet in een der dialecten zijner eigen Duitsche moedertaal: het Zwaabsch, over te zetten.
‘Wer uns den Burns nachdichten will, hat diese sprachliche Verhältnisse zu berücksichtigen; denn sie verleihen seinen Dichtungen kaum minder als ihr besonderer Inhalt ein eigenartiges Gepräge, einen Lokalhauch von wunderbarem Zauber. Ebenso wenig wie einen rein schriftdeutschen Burns kan ich freilich einen rein niederdeutschen gelten lassen.’
Geen middel is beter geschikt, de eigenaardige schoonheid van Legerlotz' arbeid te doen waerdeeren, dan een enkel zijner