Nederlandsch Museum. Jaargang 9(1882)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 348] [p. 348] Nood. Als God, Of 't Lot, Of hoe die Macht moet heeten, Den mensch zou scheppen, schiep hij eerst Een onding, dat ons overheerscht, En nimmer wordt versleten: Hij schiep den Nood, En ons dan - bloot. En al wat wij verrichten, Ons planten, zaaien, bouwen, stichten, Ons droomen en verdichten, 't Is om ons jammer te verlichten. Dan komt de Dood, En Piet Scherminkel zelf is immer nog de Nood. Julius de Geyter. Uit mijne Levenswarande. Vorige Volgende