Nederlandsch Museum. Jaargang 7(1880)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 361] [p. 361] Verdiende ik zoo'n straf? Ik zou u willen minnen Tot mijnen laatsten snik, Maar, ach, de liefde voelt gij Zoo innig niet als ik. 'k Zoek u te doen ontgloeien Vaak met een brandend woord, En 't woord blijft zonder echo, Als hadt gij 't niet gehoord. Mijn oog tracht in het uwe Te ontsteken 't heilig vuur, Vergeefs! uw oog behoudt steeds Zijn' glans van koud glazuur. En druk ik forsch de hand u Als heete liefdeblijk, Dan hangen daar uw vingren Als vingren van een lijk. Laat af, 'k ben dood gemarteld! Is dan uw hart een graf, Waar nooit een stem uit antwoordt? Verdiende ik toch zoo'n straf? W. Rogghé. Vorige Volgende