Nederlandsch Museum. Jaargang 5(1878)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 263] [p. 263] De bloem der puinen. Langs d'ouden Rijn, op steile rotsen, Zijn puinen, die de tijden trotsen. De reiziger, bij 't golvenklotsen, Hoort 's nachts er speer en knodsen botsen. Maar blinkt des daags de zon hem tegen, Dan klimt hij wakker, onverlegen, En vindt er bloemen allerwegen Langs puin en rots, langs hegge en stegen. Zoo liggen ook in 't hart des menschen, Met zijner eerste liefde wenschen, Tot puin vervallen, heil en roem; Maar durft hij steen en gruis bewegen, Dan geurt een nieuwe min hem tegen. Die liefde, 't is der puinen bloem. G. Antheunis. Halle bij Brussel, October 1878. Vorige Volgende