Nederlandsch Museum. Jaargang 3(1876)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 351] [p. 351] Morgenschemering. De hemel rust in uwe oogen, Gij kind en maagd alreeds; Maar 't nachtlijk floers omzweeft u En sluiert uw hart nog steeds. De wondre dag gaat krieken, Het eerste licht verschijnt. De hemel rust in uwe oogen En 't schemerend floers verdwijnt. O heimlijk zoete stonde! O half ontloken roos! O maagdlijkheid des harten! Hoe schoon, hoe kort, hoe broos! De hemel rust in uwe oogen..... Daar straalt de blauwe trans! Uw hart heeft reeds gesproken; Uw blikken zijn louter glans. Thourout, 1876. G. Antheunis. Vorige Volgende