Nederlandsch Museum. Jaargang 1
(1874)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 186]
| |
Repos ailleurs.Een lied naar aanleiding van het feest der Rederijkkamer de Olijftak te Antwerpen, (16 en 17 Augustus 1874).Ik groet U, Scheldekoningin,
Antwerpen, in uw feestdos stralend,
Met vlaggen en banieren pralend
Van scheepsmast, pui en torentin.
Ha! hoe herleeft Oud-Vlaandrens geest
Op 't oude Vlaamsche jaarmarktfeest,
Terwijl mijn geest op uw banieren
Weer Aldegonde's leus ziet zwieren:
Repos ailleurs!
En wèl te recht blonk, Marnix, thans
Den pelgrimsbroeder uit het Noorden,
Bij 't groeten van de Scheldeboorden,
Die leuze in 't oog met nieuwen glans!
Of zoudt gij niet, op 't hoog festijn
Der Rederijkren, koning zijn?
Zou 't feest niet van uw' luister blinken?
En jublend daar uw leuze klinken:
Repos ailleurs?
Ha! hoe het galmde in Noord en Zuid:
‘Op, broeders! wie den krans begeeren,
U door d'Olijftak te vereeren, -
Hun mond roep' Marnix' glorie uit!’
| |
[pagina 187]
| |
En ziet, daar klonken stem op stem
En als om strijd verhieven hem!
Ja, zelfs een trits van prijskamp-kransenGa naar voetnoot1
Zag men om Marnix' lijfspreuk glansen:
Repos ailleurs!
Antwerp's Olijftak, eere aan U!
Een straal van Aldegondes glorie
Daalt ook op U, bij die victorie:
Door U hergroent zijn lauwer nu!
Door U weergalmt weer Antwerps wal,
Door U de aaloude Stadhuishal,
Waar hij den consulszetel drukte,
Van 't woord, dat steeds zijn ziel verrukte:
Repos ailleurs!
O blijv' nu maar dat woord geen klank,
Op vluchtige adems opwaarts strevend
En luchtig op den luchtstroom zwevend,
Maar stervend met ons feestgezang!
Antwerpens Scheldekoningin,
Druk U die les ten boezem in,
Bij 't rustloos woelen, worstlen, draven
Uws wereldhandels in uw haven:
Repos ailleurs!
Maar gij ook, Broedren, die de leus
Van Aldegond' hier kwaamt verheffen,
Moogt gij haar grootschen zin beseffen,
Terwijl ge u zelven roemt als ‘Geus’
't Was 't licht der Waarheid, dat in 't woord
Van God bij 't licht der Vrijheid gloort,
| |
[pagina 188]
| |
Een Dubbelster! waarvoor hij blaakte,
Daar hij bij 't Geuzenvaandel waakte:
Repos ailleurs!
En gij ook, Vlaandrens dichterdrom,
Mee naar den eigen lauwer dingend,
Die Aldegondes kruin omringend,
Hem om den bardenschedel glom:
Gij allen, die der scheede 't staal
Onttoogt voor 't recht der moedertaal,
Volhardt dien schoonen strijd te strijden,
Hem tot uw laatste kracht te wijden...
Repos ailleurs!
Wij allen, die uit Zuid en Noord
Hier aan de groene Scheldezoomen
Als feestgenooten samenstroomen
Terwijl de hoogtijdszonne gloort!
Vereenen we onze handen hier
Ten eed op Marnix' feestbanier:
Met God om 't Ware en Goede en Schoone,
Totdat ons Marnix' eerloof krone!...
Repos ailleurs!
1874. J.P. Hasebroek. |
|