Nederlandsch Museum. Jaargang 1(1874)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Tony. Herinnering! o bleeke Maagd, Die met gebogen hoofd uw rouwekleedren draagt, Gij die zoo dikwijls tranen plengt, En zelfs, wanneer ge een beeld van vreugde brengt, Uw trekken tot een' droeven glimlach plooit, Dewijl vervlogen vreugde nooit Meer is dan eene bloem, verslenst en uitgebloeid; - O kom - en toover mij zijn beeld: Zijn fijne lippen, waar de fijne scherts op speelt; Zijn heldere oogen, waar de geest in flonkert En die de haat nooit heeft verdonkerd; Zijn voorhoofd breed en glad, waarop 't gepeins te lezen staat; En gansch zijn geestig gul gelaat, Waar spotlust naast gemoedlijkheid uit spreekt.... Geef mij zijn' blijden lach, die leed en kommer breekt, Geef mij zijn frisch gemoed, oprecht en teer, Geef mij zijn' trouwen handdruk weer! ‘Spreek stil...’ - zoo zucht ze en wendt zich af, - ‘Wij staan hier op een graf!’ P.F. Vorige Volgende