Den Nederduytschen Helicon(1610)–Anoniem Nederduytschen Helicon, Den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het ander, met niet min zoet aenlockende ende vriendelijcke hertbeweghende redenen verciert, begonde alsoo: [pagina 210] [p. 210] Klinck-dicht. SOo weynigh als den visch kan sonder water leven, Soo weynigh oock als 't vyer kan wesen sonder het, So weynigh kan een vrient zijn, sonder vrientschaps wet Recht t' onderhouden wel, daer toe van liefd' ghedreven. Dit heeft my dan gheport, de pen in d' handt gegeven, Soo ick op kennis oudt, en vrientschap heb ghelet, Van over menigh Jaer, met u, mijn vriendt Raset, Die dit nu, voor een groet, van my werdt toegeschreven. Op dat in geender wijs de vrientschap dan verkouw, Die ick (dat kenne Godt) soo geern oock onderhouw, Als dat ick mijn ghemoedt de vrienden openbaer. Wien ick ooc dancklijck sulcx t' anveerden toe betrouw, En wensch u alles goedts, van zonden recht berouw, Om soo te werden vriendt met Godt in 't gulden Jaer. Deucht verwint. Vorige Volgende