toe, het is nog steeds heel moeilijk om gedrukt te worden. De jongeren zullen een gevecht moeten leveren met de duistere machten, de conservatieve krachten, hoewel ze die nog altijd nodig hebben voor een goede ontwikkeling van de cultuur en de vrije maatschappij.
In die dooiperiode maakte Ajgi kennis met het werk van Friedrich Nietzsche, één van de grootste gebeurtenissen in zijn leven. Het triomfantelijke idee van de menselijke geestkracht sprak hem bijzonder aan. Ook ondervond hij in diezelfde tijd veel invloed van Kafka en Baudelaire. Om Les fleurs du mal te kunnen lezen, is hij zelfs Frans gaan leren. Baudelaire beschouwde hij als een verwante geest. Een tragische dichter, het hoogste voorbeeld van de kunstenaar: een eenzame, gedoemde, vervloekte mens, die heul zoekt in de kunst. Iemand die in zijn gedichten als het ware boven de materie stond. Langs deze weg heeft Ajgi het bestaan van een boven-realisme ontdekt en daarmee bedoelt hij geen surrealisme, maar een existentieel realisme.
Kort na deze ontdekkingen, in 1956, leerde Ajgi bovendien Boris Pasternak kennen met wie hij zeer bevriend raakte. Hij koos dan ook partij voor Pasternak toen in 1958 een schandaal uitbrak rond diens roman Dokter Zjivago. Pasternak had dit boek niet in Rusland kunnen publiceren, maar in het buitenland werd het een wereldsucces. Men kende hem de Nobelprijs toe, maar die moest hij weigeren vanwege de grimmige hetze die vervolgens tegen hem ontketend werd. Door zijn openlijke sympathiebetuigingen voor Pasternak werd Ajgi uit de komsomol, de communistische jeugdbeweging gezet. Daardoor werd het te gevaarlijk om in Tsjoevkazië te blijven. In 1959 vestigde Ajgi zich dan ook in Moskou. Hij kwam er in contact met een ondergrondse groep kunstenaars, musici, schrijvers en dichters met avantgardistische opvattingen. Via hen maakte Ajgi kennis met het werk van Klee, Mondriaan, Malevich. Langzamerhand groeide er een zekere verwantschap tussen hen, waardoor Ajgi er tenslotte in 1961 voor koos in het Russisch te gaan schrijven, terwijl hij toch tot zijn zesentwintigste vijf bundels in het Tsjoevkasisch had gepubliceerd. Op die overgang naar het Russisch heeft Pasternak sterk bij hem aangedrongen.
Als dichter heeft Pasternak verder overigens vrijwel geen invloed op Ajgi uitgeoefend. In Ajgi's geboortestreek waren geen Russische boeken te krijgen zodat hij tot 1953 geen Russische dichters kende, met uitzondering van Majakovski. Diens poëzie heeft Ajgi dan ook meer beïnvloed dan die van Pasternak.
De twee vrienden voelden zich daarentegen wel sterk met elkaar verbonden wat betreft hun wereldbeeld. Voor Pasternak speelden twee motieven daarin een belangrijke rol: het westers-christelijke en het russisch-orthodoxe. Aan de vorming van dit wereldbeeld hebben twee filosofen, Pascal en Kierkegaard, een belangrijke bijdrage geleverd. Met name de christelijke psychologie van de Fransman Pascal heeft ervoor gezorgd dat Ajgi's gedichten vanaf de tijd dat hij Russisch ging schrijven door een christelijke bedding stroomden. De erkenning van de christelijke problematiek en later zijn toetreden tot het