Vladimir Vojnovits
(Foto: Bert Nienhuis)
Enkele jaren geleden verscheen een verzamelbundel van Vojnovitsj onder de titel De anti-sovjet Sovjet-Unie in ons land. Daarna volgden de vertalingen De merkwaardige lotgevallen van soldaat Ivan Tsjonkin en het vervolg De troonpretendent. Die romans schreef Vojnovitsj toen hij nog in Rusland woonde. Destijds werd publicatie hem in eerste instantie verboden. Inmiddels is de politieke situatie in de Sovjet- Unie dusdanig veranderd dat de lotgevallen van Ivan Tsjonkin zelfs verfilmd worden. Vojnovitsj vindt dat geen verbazingwekkende ontwikkeling:
‘Toen ik in '80 wegging, voorzag ik grote en snelle veranderingen. Velen wilden mij niet geloven en werden zelfs boos als ik zulke voorspellingen deed, omdat er toen in de winkels nauwelijks levensmiddelen verkrijgbaar waren.’
Ook in Moskou 2042, zijn eerste boek in westerse ballingschap, richt Vojnovitsj zijn blik op de toekomst, maar hij deed dat nog net voordat Gorbatsjov met zijn glasnost-politiek kwam. Tóch vindt de auteur niet dat zijn roman daardoor aan zeggingskracht verloren heeft: ‘Er wordt nu wel gezegd dat Rusland zich niet ontwikkelt zoals ik beschrijf, maar in mijn roman treedt wel een soort Gorbatsjov op. Hij is leider van de communistische staat en partij, studeerde net als Gorbatsjov aan de Universiteit van Moskou en wil ingrijpende hervormingen doorvoeren. Maar hij faalt in 2042. Wij weten nu niet of Gorbatsjov uiteindelijk zal slagen of mislukken. Wij weten niet hoe de Sovjet-Unie er in 2042 aan toe is. Dat jaar is nog ver weg. Enerzijds is het natuurlijk aardig als blijkt dat iedereen moet toegeven dat ik gelijk had, maar anderzijds zou het me gelukkig maken als blijkt dat ik het bij het verkeerde eind had. Ik hoop dat alles anders zal verlopen, want ik wil met mijn boek eigenlijk niet voorspellen, maar waarschuwen. Ik wil de leiders en het volk toeroepen niet de weg in te slaan die ik hier geschetst heb!’
Vladimir Vojnovitsj, Moskou 2042. Amsterdam: Meulenhoff, 1988.
Op 26 november 1988 werd in Camera Obscura aandacht besteed aan Vladimir Vojnovitsj.