Naamkunde. Jaargang 19
(1987)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 186]
| |
Over de benaming PayotIn onze verhandeling ‘De liederen van de Brabantsche Omwenteling van 1789’ (Doct. Germ. filol., K.U. Leuven, 1933) staan er op een totaal van honderdveertien liederen veertien afgedrukt waarin de benamingen Pagnot, Pagniot, Panjot, Pajot, Payot en Paiot voorkomen, telkens in de betekenis van ‘soldaat van het Oostenrijks leger’ maar een paar malen uitdrukkelijk als ‘Zuidnederlands huursoldaat in soldij genomen door de Oostenrijkse bezettingsmacht’. Zulks blijkt uit de volgende versregels: Viertig duyzend Patriotten
Wel gewaepent en gemoed
Zullen d'Inlandsche Pagnotten
Ligten in het kort den voet
Wanneer het Patriottenleger na de slag van Turnhout op 27 oktober 1789 de Oostenrijkse troepen tot in Luxemburg verjaagt, lopen heel wat (inlandse) Pagnotten naar de Patriotten over: Boere-Jongers Patriotten
Hebt couragie, schept maer moed
Geene Vygen of Pagnotten
Geen van all' ons vreezen doet
Ziet de Vygen nu eens swygen
Den Pagnot word Patriot
Vijgen was de schimpnaam voor de keizersgezinden. Pagnot is de meest voorkomende benaming, maar in een andere druk van één zelfde lied vindt men de schrijfwijze Paiot in plaats van Pagnot. Pagnot is de vervlaamsing van de Franse schimpnaam pagnote, die huurling en vervolgens soldaat zonder vechtlust betekent en zelf afgeleid is van het Italiaans pagnotta = rond brood; het is een soldaat die om den brode dienst neemt. (Denken we aan de nog gebruikte uitdrukking ‘gamellenboeffer’ voor een beroepssoldaat). Ook de Patriotten worden aangetrokken door soldij en eten. J. StaesGa naar voetnoot(1) citeert: | |
[pagina 187]
| |
Jongens, laet ons nu gaen vechten
't Is voor God en onze rechten
Vivat Heyntje Van der Noot
Tien stuyvers en een pond brood
Het zoeken naar de oorsprong en de betekenis van Payot is ontstaan naar aanleiding van de uitgave in 1846 van een boek van Franciscus Twyfelloos, schuilnaam van F.-J. de Gronckel: 't Payottenland gelyk het van oudtyds gestaen ende gelegen is. Voor De Gronckel betekent Payot hetzelfde als Patriot. Die bewering houdt geen steek. J.B. VervlietGa naar voetnoot(2) verklaart de benaming Pagnot: ‘vervlaamscht Fransch schimpwoord, wordt gebruikt in den zin van lafhertigen soldaat’ maar legt geen verband met Payot. Nochtans komen beide schrijfwijzen met dezelfde betekenis in verschillende liederen voor. Hij verwijst naar De Gronckel. Bij Jan LindemansGa naar voetnoot(3) lezen we: ‘Payot zou een volksnaam zijn om de “soldats du pays” te onderscheiden van de vreemde soldeniers’. En verder: ‘Payot, later Piot, bleef het woord voor onze populaire inlandsche infanteristen’. De veel voorkomende en bekende benaming Pagnot, onder meer vervormd tot Payot, betekent evenwel niet ‘inlands infanterist’ in de Patriottenliederen maar wel huursoldaat in Oostenrijkse dienst. Dat Piot = soldaat bij het voetvolk afgeleid is van Payot is niet meer dan een gissing. Waarschijnlijker is het verband met het Spaans piota = voet, waarnaar onder meer Schuermans verwijst in zijn Algemeen Vlaams Idioticon. Albert CarnoyGa naar voetnoot(4) vraagt zich af of Payot te maken heeft met het Frans paillotte, de benaming voor een omheining in leem en stro zoals er destijds veel in het Payottenland zouden geweest zijn. In een latere publikatieGa naar voetnoot(5) trekt hij deze uitleg terug na een mededeling gedaan door | |
[pagina 188]
| |
L. Goemans in de Kon. Commissie voor Toponymie en DialectologieGa naar voetnoot(6) onder verwijzing naar onze studieGa naar voetnoot(7). We weten dus wat Pagnot en al de grafische en fonetische afwijkingen ervan betekenen: huurling, soldaat zonder vechtlust. Maar zulks verklaart nog niet waarom De Gronckel zijn geboortestreek het Payottenland heeft genoemd. Een loutere veronderstelling: zou het niet kunnen dat er in het garnizoen te Brussel veel soldaten waren uit de streek die De Gronckel later Payottenland heeft geheten? Volgens J. RuwetGa naar voetnoot(8) kwamen 3.689 rekruten op de 12.038 in 1786-1787 uit Brabant en de heerlijkheid Mechelen; zij maakten met 30,6 procent de sterkste groep uit. Een onderzoek van de betaalstaten (berustend in het Kriegsarchiv te Wenen) zou in dit verband de moeite waard zijn. | |
Uittreksels uit Patriottenliederen
| |
[pagina 189]
| |
Boere-Jongers PatriottenGa naar margenoot+
Hebt couragie, schept maer moed
Geene Vygen of PagnottenGa naar margenoot+
Geen van all' ons vreezen doet
Ziet de Vygen nu eens swygen
Den Pagnot word PatriotGa naar margenoot+
Tot de vetlappen (50) Reeds, met duyzende Helden
Bethoonen zig bereyd
Om zonder angst, te velde
Te leveren den stryd
Gy gaet, Pagnotten, ‘ertegen botten
Breekt op, 't is meer als tyd
Zegenprael der vroome Patriotten (77) Braev’ Patriotten
Stekt den kop uyt tot aen de Son
Gy die met Keyzers gewelt weet te spotten
Jae morbleu! gy spot met al zyn Kanon
Jae morbleu! gy spot met d'Alton
En zyn Pagnotten
Henegouw (92) Kloeke braeve Patriotten
Die niet zullen agterstaen
Om die Rakkers en Pagnotten
Tot den laesten te verslaen
Eersten brief van Colin aen Liese (108) Viertig duyzend Patriotten
Wel gewaepent en gemoed
Zullen d'Inlandsche Pagnotten
Ligten in het kort den voet
Tweeden brief van Colin aen Liese (109) Vyfthien hondert Patriotten
Met de Waepens in de hand
Staen gereet om de Pagnotten
Gaen te bieden tegenstand
| |
[pagina 190]
| |
Liedeken (113) Men zag dan de Patriotten
Nemen het geweer in d'hand
Om te jagen de Pagnotten
Of hun te slaen in het zand
| |
PayotLiedeken (42) 'T was ook tyd want de Payotten
Kwamen s'anderdags van Diest
Eer men van ons Patriotten
Of van anderen bystand wist
| |
Pajot(Zonder titel) (106) Vivant onze Patriotten
Vivat Turnhout! laet het ras
Der Pajotten noch bespotten
Dat hen onverwinbaer was
| |
PanjotOorlog-lied (54) Den Boer die Patriot wilt zyn
Moet aenstonds volgen dezen tryn
Dit zal hem doen erleven
Wilt hy niet zyn van dit complot
Dat hy dan loopt als 'nen Panjot
| |
PagniotVreugden-zang... Tongerlo (82) Die vreugden zyn voor ons alleen
Voor trouwe Belgen Patriotten
Maer voor geen Schelmen of Pagniotten
Neen, zeker neen
De cijfers verwijzen naar de nummering van de liederen in het genoemde boekGa naar voetnoot(7) van Dr. J. Grietens en Dr. E. De Goeyse: Het Volkslied onder de Brabantsche Omwenteling van 1789.
Leuven Mon de Goeyse |
|