Naamkunde. Jaargang 19
(1987)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 142]
| |||||||||
Onomastisch kleingoed
| |||||||||
[pagina 143]
| |||||||||
de nieuw geborene meekreeg: Wilhelmina is immers klaarblijkelijk de gemoveerde vorm van de naam van de declarant. We mogen onderstellen dat er bij het totstandkomen van het drieledig voornamenpatroon heel wat zoek-, knutsel- en rekenwerk moet zijn komen kijken, een werk waaraan vermoedelijk al een tijdje vóór de geboorte is gepuzzeld. Met alternatieven blijkbaar voor een jongen en een meisje... De naamkeuze werd hier vooral beïnvloed door ‘rekenkundige’ overwegingen. Dat de analfabete vader hierbij een rol zou gespeeld hebben, is zo goed als uitgesloten. Was het de pottenbakker of de winkelier die zich het hoofd hadden gebroken om tot het chronogram te komen, of was het een ‘geleerde’ vriend of kennis? We zullen het wel niet meer achterhalen. Tot onze verrassing vonden we in een volgende jaargang van dezelfde krant onderstaand berichtje: ‘Over eenige dagen heeft men aen eenen nieuw geboren jongen te Boom de namen gegeven van LUDoVICUs aUgUst barthoLoMeUs CoUVent, vormende het jaertal 1841’Ga naar voetnoot(5). Het geval De Wulf uit Dendermonde was dus geen unicum maar een uiting van een ‘Spielerei’ bij de naamkeuze, die blijkbaar nog wel beoefenaars had in die tijd. Het toeval wil dat we over de familie Couvent-Convent vrij goed ingelicht zijn, omdat we ze naar aanleiding van de Kontichse Convent-familie grondiger hebben bestudeerd. De verre voorouders van de in 1841 geboren Bomenaar waren immers Hiëronymus Convent (+ Kontich, 1704), beeldsnijder en diens zoon Petrus (Kontich 1664-1718), die in tal van kerken beeldhouwwerk uitvoerdenGa naar voetnoot(6). Als zesde generatie afstammelingen van de Kontichse stamhouder ontmoeten we Egidius Augustinus Convent (Boom, 1803-1871), in huwelijk met Anna Maria De Wachter (Bornem, 1809-Boom, 1882): het echtpaar had negen kinderen. Het kindje waarover het in het kranteberichtje gaat, zou reeds op 11 november 1842 overlijden. Bij de volgende geboorte, op 16 september 1844, zullen de eerste twee namen van het overleden kindje weer opduiken, want het wordt een Ludovicus Augustinus Convent; de derde naam, Bartholomeus, wordt hem niet meer gegeven en van een chronogram is dus geen sprake meer. Ook bij de | |||||||||
[pagina 144]
| |||||||||
andere kinderen van het gezin werd, naar onze berekeningen, het spelletje met het chronogram bij de naamgeving niet meer toegepast. De vraag naar de mogelijke auteur van het onomastisch chronogram blijft hier, net als bij De Wulf uit Dendermonde, open, maar toch kunnen hier een paar voorzichtige onderstellingen naar voren gebracht worden. Of Egidius Augustinus Convent voldoende vorming had om zo'n namenstel met Romeinse cijfers voor elkaar te krijgen, weten we niet en ook de geleerdheid van zijn vrouw is ons onbekend. Maar drie ooms van de nieuw geborene achten we zeker tot de rekenkundige knutselarij in staat: Joannes Adrianus Convent (1807-1868), broer van vader Egidius August, was gemeentesecretaris van Boom; Josephus Franciscus (1810-1889), andere broer van vader, was in de Rupelgemeente zowel politiecommissaris als ontvanger; en tenslotte was er nog Carolus Convent (1815-1876), notarisklerk en kandidaat-notarisGa naar voetnoot(7). Groot was onze verbazing, toen we iets verder in dezelfde jaargang van die krant een gelijkaardig geval van naamkundige ‘chronografie’ aantroffen. Ditmaal situeerde zich het onomastische geknutsel, dat tot de namenkeuze had geleid, te Antwerpen. Buiten het jaarschrift dat in de voornamen en familienaam vervat was, alludeerde de eerste gekozen voornaam hier nog op de geboortemaandGa naar voetnoot(8). Het nieuwsblad geeft de aankondiging in volgende bewoordingen: ‘Den 17 dezer is op het bureel van den Borgerstand dezer stad aengegeven de geborte van JULIUs LUDoVICUs WILLeM oeYen. Den nieuwgeboren draegt dus den naem der tegenwoordige maend en deszelfs naemen maeken het jaerschrift 1841 uyt’Ga naar voetnoot(9). Dank zij de burgerlijke stand weten we dat Julius de zoon was van Jacobus Oeyen, notarisklerk (29) en Joanna Balien (33). Het gezin woonde in sectie 3, nr. 1735Ga naar voetnoot(10). Dit adres klopt met de vermelding in het adresboek van Antwerpen, waar sectie 3, nr. 1735 als Rue de la Santé aangeduid wordtGa naar voetnoot(11). Deze straat tussen Leopoldstraat en Oudevaartplaats zal later tot Henri van Heurckstraat omgedoopt wordenGa naar voetnoot(12). | |||||||||
[pagina 145]
| |||||||||
Onze zoektocht in de burgerlijke-standregisters van Antwerpen n.a.v. de geboorte van de kleine Julius Oeyen bracht ons echter nog een paar verrassingen meer. Immers, nog 4 andere kinderen van notarisklerk Jacobus Oeyen kregen drieledige naampatronen waarin duidelijk een chronogram terug te vinden is. De registers vermelden nog:
Het valt op dat een paar namen zoals Augustinus, Ludovicus, Guilielmus wel enkele keren terugkomen bij het chronografische spel: men kende hun waarde en hoefde dan slechts enigszins aan te vullen met andere namen om tot het gewenste ‘jaarschrift’ te geraken. De overige kinderen van het gezin Oeyen-Balien, nl. de dochters Louisa Maria Anna (o 1-10-1836), Francisca Anna Maria (o 21-9-1838) en Thecla Maria Josepha (o 23-9-1843) werden bij het doopsel niet met een onomastisch chronogram bedacht. Ook bij de op 25 december 1856 om 12 1/4 u 's nachts geboren dochter Emanuella Ludovica Francisca OeyenGa naar voetnoot(13) werd het chronografisch procédé niet toegepast, maar zij kreeg als eerste naam dan wel de gemoveerde vorm van Emanuelle. Het is bekend dat de naam Emanuelle ‘God met ons’ wel vaker op 25 of 26 december gegeven werdGa naar voetnoot(14). Waarom het chronografisch procédé niet werd toegepast is al even problematisch als de vraag waarom het wél gebeurde bij de hierboven vermelde kinderen van J. Oeyen. Van bovenstaande vier kinderen was het niet een krantebericht, maar onze eigen ‘test’ die de chronogrammen aan het licht bracht. Het geval uit 1841 had onze nieuwsgierigheid gewekt en die werd - grotendeels althans - door onze rekensommetjes beloond. De notarisklerk J. Oeyen, die we wel als de auteur van de chronogrammen mogen vooropzetten, zal tussen 1872 en 1877 het notarisambt te Hemiksem bekledenGa naar voetnoot(15). Tot zover het zonderlinge naamgevingsprocédé, dat we enkele malen rond het midden van vorige eeuw mochten aantreffen. Zeker wel een ‘randverschijnsel’ hoewel we niet weten of het toch niet frequenter is voorgekomen dan de dagbladpers laat doorschemeren. | |||||||||
[pagina 146]
| |||||||||
Nog een ander bericht uit een Antwerps dagblad trof ons op het stuk van de naamkeuze en de daarbij soms geldende motieven. Het is er een uit de gemeente KieldrechtGa naar voetnoot(16) en werd op 21 januari 1860 als ‘ingezonden stuk’ aan de redactie gericht. De tekst luidt als volgt: ‘In 1699 werd alhier het Gild van den St. Sebastianus opgerigt, en dat tot nu nog bestaetGa naar voetnoot(17). Gisteren werd dan ook volgens jaerlyksche gewoonte dit feest luisterryk gevierd; de echtgenoote van M. Eduard van Overloop, lid van het voornoemd Gild, was juist van eenen jongen zoon bevallen, en dewyl er leden van de familie uitgenoodigd waren, om meter en peter te zyn, werd die schikking oogenblikkelyk veranderd. M.Ch. Lodewyk van Haelst, hoofdman van het Gild, was peter, dewyl de huisvrouw van M. Joseph van Haelst, die koningin is, meter was. Uit dit krantebericht blijkt nog zeer duidelijk hoe diep het gildewezen te Kieldrecht in de voorbije eeuw ingeworteld was en hoe St.-Sebastiaan, patroon van de schutters, er nog duchtig gevierd werd. Naamkundig interessant lijkt ons de weerslag die het Sebastiaansfeest op de naamkeuze van een op twintig januari geboren jongetje had. Uit de tekst blijkt ook dat het reeds geplande peter- en meterschap moest wijken voor | |||||||||
[pagina 147]
| |||||||||
nieuwe doopheffers, die dan uit het bestuur van de gilde werden gekozen. De briefschrijver noteert bij dat alles dat het naamgevingsfeit van 1860 geen alleenstaand geval was, maar dat het aansloot bij een oude traditie. Hagiologische naamgevingsmotieven die dan toch wel volkskundig en onomastisch vermeldenswaard warenGa naar voetnoot(20)!
Antwerpen R. Van Passen |
|