Naamkunde. Jaargang 15
(1983)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Toponiemen met gene in de streek van DiestDe plaatsen waar het element gen(e) of geen in toponiemen voorkomt, vormen een relict van een vroeger uitgestrekter gebied. Vinden we dit element thans nog hoofdzakelijk in sommige delen van Limburg en het Rijnland, vroeger is het in het grootste deel van de oostelijke Nederlanden in gebruik geweest, zowel in veldnamen als in gehuchtnamen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
1. Het element gen(e) of geenVan Dyck en Welter hebben de oorsprong van het element gen gezocht in het aanwijzend voornaamwoord gene, dat optrad op de plaats en in de functie van het bepaald lidwoordGa naar voetnoot(1). Heinrichs daarentegen verklaarde gen als een vorm van het bepaald lidwoord na een voorzetsel, die ontstaan zou zijn door gutturalisatie van in den tot ingenGa naar voetnoot(2). Nu zijn er wel een aantal toponiemen waarin het element gen een toonloze klinker heeft, bijv. in Nederlands-Limburg de namen Geneinde, Genhout, Genooi en Gelo. De klinker is daarentegen toonhebbend en lang in de Noordbrabantse namen Geneneind, Geeneind, Genenberg en Geenhoven en in twee Zuidgelderse namen, Geeneind en Geenweide. Deze vormen met lange klinker kunnen niet door gutturalisatie worden verklaard. Weijnen schrijft dan ook dat we hier te doen hebben met het aanwijzend voornaamwoord gene, dat vroeger in het hele Limburgs-Meierijs-Zuidgelderse complex als lidwoord heeft gefungeerd. In een deel van Nederlands-Limburg is het trouwens ook zelfstandig nog volop levendGa naar voetnoot(3). In Belgisch-Limburg en ook in de streek van Diest komt het aanwijzend voornaamwoord gene thans nog in bepaalde verbindingen voor, | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
bijv. aan gene kant (verder af dan ‘deze’). Van het gebruik van gene voor plaatsaanduidingen, buiten de eigenlijke toponiemen, heb ik overigens enige 15de-eeuwse voorbeelden uit de streek van Diest opgetekendGa naar voetnoot(4):
De verbinding ‘op gheen zyde’ betekent hier tweemaal ‘aan de andere kant van’. Het element gen(e) of geen heeft in Belgisch-Limburg hoofdzakelijk in de ‘verbeterde Kempen’ standgehouden, bijv. in de plaatsnamen Geenrijt (Heusden), Genenbos (Lummen en Kwaadmechelen), Genendijk (Kwaadmechelen), Geenhout (Paal), Geeneinde, Geenmeer en Geenrode (Meldert)Ga naar voetnoot(5). Van Dyck en Welter geven nog een hele reeks voorbeelden van zulke plaatsnamen, niet alleen uit Belgisch- en Nederlands-Limburg, uit het Rijnland en Noord-Brabant, maar ook uit het oosten van de provincies Antwerpen en Brabant. Voor de Belgische provincie Brabant vermelden ze echter maar één naam, die van het gehucht Genevinne te Deurne, thans gemeente DiestGa naar voetnoot(6). Gysseling geeft wel enige voorbeelden van het gebruik van gene in 13de-eeuwse Brabantse teksten, maar hier gaat het niet over eigenlijke toponiemenGa naar voetnoot(7). Alleen in de toponymie van Geetbets heb ik nog een Oostbrabants toponiem met gen gevonden: Geneekhout, vermeld van 1466 tot 1608Ga naar voetnoot(8). Omdat ik in mijn toponymisch materiaal over de streek van Diest heel wat dergelijke namen heb gevonden, wil ik met deze bijdrage de leemte voor het noordoosten van Brabant aanvullen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
2. Lijst van toponiemen met gene uit de streek van DiestDe hier volgende toponiemen heb ik vooral verzameld uit mijn naamkundige documentatie over de vroegere heerlijkheid Webbekom en de vroegere meierij Kaggevinne, waartoe de huidige dorpen Webbekom, Assent, Schaffen, Molenstede en Kaggevinne behoorden. Ook Diest en Deurne betrek ik in deze bijdrage, hoewel ik over deze | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
plaatsen minder documentatie heb. In de onuitgegeven verhandeling van G. Degeling over de toponymie van Diest (KU Leuven 1927) heb ik overigens geen enkel toponiem met gene kunnen vinden. Voor Diest neem ik ook twee herkomstnamen op, gevormd met het voorzetsel op van plaatsnamen buiten de stad gelegen. Bij deze lijst heb ik de volgende afkortingen gebruikt als verwijzing naar de bronnen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
2.1. Diest
| |||||||||||||||||||||||||||||||
2.2. Assent
| |||||||||||||||||||||||||||||||
2.3. Deurne
| |||||||||||||||||||||||||||||||
2.4. Kaggevinne
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
2.5. Molenstede
| |||||||||||||||||||||||||||||||
2.6. Schaffen
| |||||||||||||||||||||||||||||||
2.7. Webbekom
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
3. Bespreking van deze lijstIn totaal heb ik in Diest en naaste omgeving 36 verschillende toponiemen met gen(e) of geen gevonden. Door het feit dat vooral sommige toponiemen zeer vaak met dit element voorkomen - ik heb dit met de vermelding ‘+ passim’ aangegeven - is het totale aantal genoteerde vermeldingen veel groter, nl. 188. Onmiddellijk valt op dat Schaffen het grootste aantal gene-namen telt. Nu was Schaffen wel veruit het uitgestrekste en meest bevolkte van de hier vermelde dorpenGa naar voetnoot(9), maar ook relatief gezien komt gene er het meest voor. Blijkbaar komt dit door de noordoostelijke invloed van de ‘verbeterde Kempen’, waar gene, o.a. in de aan Schaffen grenzende dorpen Paal en Meldert, nog altijd heeft standgehouden. Al de hierboven vermelde toponiemen komen, en de meeste veel meer, ook zonder gene voor. In de meeste gevallen wordt of werd de vorm zonder gene ook het meest gebruikt. Bij enige namen komt gene maar een enkele keer voor, vooral in de eerste helft van de 15de eeuw, zodat het er, zonder vast verband, nog een gewoon aanwijzend voornaamwoord kan zijn. Slechts bij vier namen heeft de vorm met gene een duidelijk overwicht in het gebruik gekregen: bij Genevenne, nu nog de naam van een gehucht van Deurne, Genenberge, minder vaak Ten Berge genoemd, een oud gehucht van het dorp Kaggevinne bij de grens met Scherpenheuvel, Genenbroeke, minder vaak Ten Broeke genoemd, een nederzetting te Schaffen, en Genaarde, nu Schoonaarde, een gehucht van Schaffen. Deze laatste naam bespreek ik nog afzonderlijk, wegens de speciale ontwikkeling ervan. Dat de namen Genenberge en Genenbroeke, evenals Ten Berge en Ten Broeke, verdwenen zijn, hangt waarschijnlijk van uiterlijke factoren af. Sinds het einde van de 18de eeuw vormen deze plaatsen immers geen afzonderlijke nederzettingen meer, maar ze werden opgenomen respectievelijk in de agglomeratie van Scherpenheuvel en in het gehucht Hees. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Behalve Genevenne, Genenberge en Schoonaarde is er in de bovenstaande lijst maar één andere gehuchtnaam: Struikt te Assent, waarbij de naam zonder gene echter altijd de overhand heeft gehad en nu de enige is. Er zijn wel verscheidene namen van kleinere nederzettingen onder, waarvan de meeste waarschijnlijk maar uit één enkele hoeve bestonden: behalve Genenbroeke zijn dit de Waaienberg te Diest, Ten Dale (of Genendale) te Assent, Vinne (of Genevinne) te Kaggevinne, de Coudenberg (nu de Kauwberg), het Zwartwater (nu een gehucht geworden) en het Bollaes (nu het Bolhuis) te Molenstede, het Schoubroek, de Houweiken en de Hoeve te Schaffen; hiervan zijn alleen de drie namen uit Molenstede thans nog in gebruik. De overige 22 gene-namen uit de lijst zijn veld- of weidenamen, waarvan er thans maar vier meer in gebruik zijn: het Wildbroek (nu Willebroekstraat) te Schaffen, Dassenaarde te Molenstede, de Heg en de Gasthuisberg te Webbekom. De toevoeging gene heeft echter alleen in Genevenne en, vervormd, in Schoonaarde standgehouden. Alle vermelde met gene aangewezen plaatsen liggen op een zekere afstand van het centrum waartoe ze behoren. Dit is vermoedelijk ook de reden waarom ik maar één gene-aanduiding bij een toponiem uit Diest heb gevondenGa naar voetnoot(10). De stad had immers een te kleine oppervlakte, van oudsher maar ca. 320 ha. In 1229 kreeg de stad binnen de muren juist een vrijheidskeure, terwijl het land van Diest buiten de muren toen een afzonderlijke heerlijkheid ging vormen. Deze heerlijkheid of meierij werd eerst ‘het land buiten’ en later Kaggevinne genoemd, maar ze bleef van de heer van Diest afhangenGa naar voetnoot(11). Als ik de 188 vermeldingen van toponiemen met gene chronologisch rangschik, krijg ik het volgende resultaatGa naar voetnoot(12):
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Hier zien we een groot verschil met de resultaten van Molemans, die in Overpelt en omgeving alle vermeldingen uit de 16de eeuw had, behalve vier uit de 17de eeuw, en in Zonhoven 91 vermeldingen uit de 15de, 16 uit de 16de, 2 uit de 17de en 1 uit de 18de eeuwGa naar voetnoot(13). Hierbij moet ik echter opmerken dat mijn talrijke vermeldingen van gene na 1600 nog slechts op vijf verschillende namen slaan: Genevenne, Genenberge, Genenbroeke, Genaarde en Geenhegge, die alle vrij veel zo vermeld worden. Dat gene na 1600 niet meer produktief was, kan ik aantonen met het volgende overzicht van de oudste vermelding van elk van de 36 verschillende gene-toponiemen:
De naam waarbij gene in de 18de eeuw voor het eerst gebruikt wordt, Kievitsberg, kunnen we hier eigenlijk buiten beschouwing laten. Deze naam komt in 1707 voor in dezelfde tekst als Geenhegge en krijgt blijkbaar onder invloed daarvan ook één enkele keer de aanduiding gene. Geen of gene komt vrijwel alleen voor na plaatsaanduidende voorzetsels. Zo heb ik de volgende voorzetsels gevonden: te (104), op (35), tot (17), aan (11), in (4), achter (2) en beneden (1). Ik heb één ander voorzetsel gevonden: van (3), twee andere aanduidingen: het Latijnse dicto (5) en het Nederlandse ekwivalent ervan genaempt (3), en twee vermeldingen, als gehuchtnaam, zonder speciale aanduiding. Er is een verschil met de gegevens van Molemans, die zowel in Overpelt en omgeving als in Zonhoven vooral de voorzetsels in, op en aan had gevonden en in totaal maar twee vermeldingen zonder plaatsaanduidend voorzetselGa naar voetnoot(14). De grotere frequentie van tot en te en ook het grotere aantal vermeldingen zonder voorzetsel in mijn lijst zullen wel voortkomen van het grotere aantal gehuchten en nederzettingen die ik met gene heb gevonden. De vormen gene(n) en geen wisselen met elkaar af. De vorm geen wordt niet altijd bepaald door het onzijdige genus van het volgende woord. Bij Genaarde en Geenhegge bijv. wijst deze vorm wel op een | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
nauwere eenheid van beide woorden. De verkorte vorm gen heb ik driemaal gevonden: in genhegge, genheyde en gen schoutbroec (in genaerde is de e waarschijnlijk lang). Tweemaal heb ik een vorm met i gevonden: in ginnebergh en gien struyct, eenmaal de vorm geender: in te gheender moelen, en eenmaal de verkorte vorm ge: in Tghebroeck. | |||||||||||||||||||||||||||||||
4. De naam Schoonaarde te SchaffenGa naar voetnoot(15)Eer ik de speciale ontwikkeling van de naam Genaarde tot Schoonaarde te Schaffen behandel, wil ik nog even wijzen op het eigen karakter van het gehucht dat deze naam draagt. Opmerkelijk is vooral dat dit gehucht vroeger altijd veel meer bevolkt is geweest dan het dorpscentrum van Schaffen. Zo worden er in 1569 op een totaal van 148 huizen voor heel Schaffen 50 voor Ten Aarde, het huidige Schoonaarde, vermeld en maar 25 voor Schaffen-Dorp (BS 2279, 174-180). Tussen Schoonaarde en Schaffen-Dorp was trouwens tot in de 16de eeuw het eigenlijke centrum van de meierij Kaggevinne gelegen, met de dingbank bij de Kaggepoel, een vijver die ook Kaggevinne heetteGa naar voetnoot(16). Eigenaardig is nog dat Schoonaarde tot in de 17de eeuw niet onder de parochie Schaffen hoorde, maar onder de Onze-Lieve-Vrouweparochie van DiestGa naar voetnoot(17), terwijl de rest van de meierij Kaggevinne, nl. Molenstede, het huidige Kaggevinne en delen van Assent en Webbekom, onder de Sint-Sulpitiusparochie van Diest hoorde. De oudste naam die ik voor Schoonaarde gevonden heb, is Ten Aarde. Deze naam komt van 1399 tot 1867 voor en wel tot de 16de eeuw als de enige naam van het gehucht. Hij is gevormd van het woord aard, gemeentegrond, speciaal gemeenteweideGa naar voetnoot(18). Vanaf het begin van de 16de eeuw heb ik naast de vorm Ten Aerde ook verbindingen met gene gevonden: 1519 te ghenen arde (BS 338, 40vo), in 1523 te gheenen arde (ibid. 132vo), in 1529 te gheenen arden (ibid. 264vo), in 1560 van genaerde (BS 334ter, 19) en in 1572 te ghenen aerdt (BS 340, 297). | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Vanaf de tweede helft van de 16de eeuw komen daarnaast ook vormen met (t)s(c)hen en schan voor: in 1566, in een Franse tekst, a schenaerde en a tschenaer (BR 45730, 13 en 14), in 1592 tshenarde (BS 343, 63vo), in 1619 te schenart (DN 317)Ga naar voetnoot(19) en te schanaede (DN 45), in 1634 achter schenaer (DN 390), in 1636 tot schenarte (BS 346, 103vo), in 1664 tot Schanaer (DN 392, 23-8-64), in 1722 aent schenaert (BS 362, 183) en het schenaet (ibid. 184vo) en in 1740 op t'Schenaet (BS 366, 177). Soortgelijke vormen met overgang van t(e) gen naar (t)schen heb ik boven in mijn lijst al bij twee andere gene-namen vermeld: bij Genenbroeke te Schaffen in 1526, 1611 en 1640 en bij Struikt te Assent in 1516. Blijkbaar is er in deze namen, onder invloed van de voorafgaande t, palatalisatie van g tot sch of sj opgetreden. In de naam schenaart is de ontwikkeling immers tot sjenaart gegaan. De huidige dialectuitspraak van deze naam is tsjenaar of tsjenaat, met een doffe e en met de klemtoon op de tweede lettergreep. In deze vorm is tsjen- in feite een gefossiliseerde vorm van te gene. De aanvangs-t is nu vast met de naam verbonden, die nu als onzijdig wordt aangevoeld en gewoonlijk door op voorafgegaan. Dit blijkt al uit de twee vormen in 1722 en de vorm in 1740. De overgang van t(e)gen naar tsjen is wel te vergelijken met die van -ken naar -tje(n) in het verkleinwoordGa naar voetnoot(20). De vorm Schoonaarde heb ik voor het eerst in 1566 aangetroffen. Deze vorm, sinds de tweede helft van de 19de eeuw de enige schrijftaalvorm, is vermoedelijk in de schrijftaal volksetymologisch ontstaan uit schenaarde. Daarbij dacht men dan aan schoon ‘mooi’ en soms schreef men de naam in twee delen: in 1634 tot Schoon-Aerde (BH 116, 69vo) en in 1707 tot schoen Aerde (BS 358, 22). Er was echter geen reden waarom men juist in de periode van de 16de-eeuwse oorlogen dit gehucht plotseling zo ‘mooi’ zou gaan vinden. In 1729 schreef men nog van schonard oft genen aerde (BS 364, 82). Nadien heb ik de vorm met gene niet meer aangetroffen. Na 1740 (zie boven) heb ik de vorm met tschen ook niet meer in de schrijf- | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
taal gevonden. Thans staat de volkstaalvorm tsjenaar of tsjenaat tegenover de schrijftaalvorm Schoonaarde. Soms heeft de eerste vorm, met t, wel invloed op de tweede gehad, zoals in 1827 op 't schoonaerde (BN 35017, 175/1) en in 1860 ontrent het Schoonaerde (BN 35052, 173/6). Vermoedelijk zijn de vormen met gene bij de oude plaatsnaam Ten Aarde nog wel ouder dan ik ze gevonden heb. In 1448 schijnt de familienaam GhenaertsGa naar voetnoot(21) immers aan zo'n oudere vorm Genaart ontleend te zijn. Het is inderdaad mogelijk dat Ten Aarde weliswaar tot in de 16de eeuw de enige (of toch de gewone) schrijftaalvorm is geweest, juist zoals nu Schoonaarde, maar dat daarnaast de vorm Genaart of Genaarde al in de volkstaal leefde. Tenslotte merk ik op dat deze verklaring van de naam Schoonaarde te Schaffen niets zegt over dezelfde naam op andere plaatsen. Zo bevat de naam van het gehucht Schoonaarde te Erps-Kwerps, naar daar ingewonnen inlichtingen, al sinds de 13de eeuw het element schoon, dat er ook nu in de plaatselijk uitspraak van de naam gehoord wordt. Mogelijke betekenissen van het element schoon in zulke namen zouden zijn: ‘helder’, van water, bijv. in SchonebeekGa naar voetnoot(22), ‘vruchtbaar’ of ‘zonder onkruid’, bijv. in SchoneveldGa naar voetnoot(23), ‘riant, aangenaam’, bijv. in SchönbergGa naar voetnoot(24) en ‘zuiver, ontbloot, d.i. gerooid’, bijv. in Schunissen (d.i. schoon hees, gerooid kreupelhout)Ga naar voetnoot(25). Te Schaffen is Schoonaarde, evenals de volksnaam tsjenaat, echter een vervorming van het oudere tgenaarde of te genen aarde. | |||||||||||||||||||||||||||||||
BesluitIn Diest en omgeving werd het aanwijzend voornaamwoord geen of gene vroeger vaak als eerste lid aan plaatsnamen toegevoegd. In slechts twee gevallen echter heeft dit element zich weten te handhaven: in de naam Genevenne te Deurne en, op een vervormde wijze, in de naam | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Schoonaarde (in de volkstaal Tsjenaar of Tsjenaat) te Schaffen. De verspreiding van het element geen of gene in de streek van Diest sluit goed aan bij het aangrenzende gebied van Meldert, Lummen, Paal en andere dorpen van de ‘verbeterde Kempen’, waar dit element het best heeft standgehouden.
Leuven. Frans Claes s.j. |
|