Naamkunde. Jaargang 14
(1982)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Princenhage: Een dorp met twee namenDe dorpsgemeenschap van Princenhage bij Breda had in de middeleeuwen twee geheel verschillende namen: De Hage en Merters(em). Hardenberg behandelde de tweede naam al uitvoerig in 1949Ga naar voetnoot(1). De kern uit zijn betoog was dat de oorspronkelijke naam Merters was en dat die naam al in de 9de eeuw vermeld werd als Martras. De langere vorm Mertersem noemde hij een onechte bijvorm. In deze bijdrage wordt de opvatting van Hardenberg getoetst aan de verzamelde gegevensGa naar voetnoot(2) en in verband gebracht met de andere naam voor hetzelfde dorp: De Hage. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De namen van Princenhage.De naam Princenhage komt eerst rond 1700 op. Men vernoemde het dorp De Hage bij Breda naar de prins van Oranje die tevens baron van Breda, heer van De Hage, stadhouder der Verenigde Nederlanden en koning van Engeland was. We kunnen Princenhage beschouwen als een tegenhanger van 's-Gravenhage, waar de inwoners van Princenhage vaak moesten zijn om hun dorpsbelangen te behartigen. Voor dit artikel is deze jonge naam verder niet van belang. De oude vermeldingen zijn de volgende: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dumusin Dumo I hova terre; in bonis de Heilare in Dumo, 1327-39, AA542, II, 4r en I, 14r. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hageomne allodium quod habet infra indaginem quod Vulgenhagen dicitur, ca. 1198, AA1, 35r; omni allodio quod tenui en teneo infra locum qui Hage dicitur, ca. 1198, AA1, 35v; an die bede in de Hage..., 1313, BA119; in presentia... scabinorum de Hagha, quadam curte... sita in Hago, 1330, MA47 (= oudst bekende schepenbrief van de Hage); (opbrengst) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van dien uter Hage, 1333, AD, 512e; (kop van een rubriek:) de Haghe, tdorp van der Haghe, late van Gagheldonc van der Haghe, (diverse personen) van der Haghe (5 ×), 1336, AD, 512a en c; in der vierscare van der Haghe of van Ghagheldonck, 1356, BA530; scepene uter Haghe, 1357, BA552; Item van der bede van der Haghe, 1359, BAinv198; Ende Jan Craeuwel woende in de Haghe, 1373, GA, 0, 10v; alle onse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heerlicheit van der Haghe, 1388, BA787; van der masseneyschap in den Haghe, 1390, FH14,3v; binnen der prochien van der Haghen, 1412, FC249; (Kop van rubriek:) Haghe, daer men gaet ter Haghe waert; (een rogrente die veronderpand is) onder de Haghe, (erfpacht die geheven wordt) in die Haghe, die kerke uter Haghe, die Heileghe Geest uyter Haghe, 1415, FD66, 68, 40, 80, 99, 275, 438, 95, 456; (land gelegen) bynnen der Hage, bynnen der Haghe, 1416, GB5, 201; in der parochie van der Hagen... onder de hertoge van Brabant, 1428, GB13, 190rv; die hoeve die men heyt Kesselhoeve gheleghen after die Haghe kerck, 1440, ABden 60; binnen onsen dorpe van der Hage, 1456, BA1740; de goede van den Houte gelegen in den Haghe, 1457, GB53, 200 en GB51, 478; sinen gebueren in der vyerscharen van der Haghe geseten, 1463, CB20; in villa de Meerters dictum vulgariter in de Haghe, 1465, AE, I, 825; de schouwt in den Haege, 1468, ABden 226bis; de Heylige Geest van der Haghe in der vyerscharen van der Hage geseten, 1468, ABden 5841; in ecclesia parochiali de Meerters alias in de Hage, (2 ×), 1486, FG10, MA516; (kop van een rubriek:) Haghe onder Nassow ende Haghe onder den Hertoghe, 1496, PC492; Goevart die Graeuwe in die Haghe, 1505, HB13v. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MertersemJohannes plebanus de Merterssen, 1233, JA133; investito de Mertersen, 1261, EB, 610; investito de Merterchem, 1261, EB, 609; super decima ecclesie de Merthersen (6 ×), 1265, EB, 612; Investitum de Merters, ecclesia... de Merters, 1278, DA, 390; (14 bunder) terre culte et inculte sive pratorum in parochia de Merterche, 1279, MA5; decimas de Mertersen (3 ×), 1299, FH12, 101; investitus ecclesiarum de Gilse et Mertersen (4 ×), dicta parochia de Mertersem, 1299, CC100; in parochia de Merterssem, Merterssen, 1303, OA, 1, 24, 27; ende tOvera... in de prochien van Merters 1313, BA100; Mertresen, Mertersen (kopie Havermans) Mertens, Mertersem (kopie sGraeuwen van dezelfde inmiddels verloren akte van 16 feb. 1317) FH12, 92; ende daermede sijn sij gescheyden van die van Meerters, 1326, CC137; scabini in Merters, 1340, DA, charter z.n.; jacenti in parochia de Meerters (2 ×) in parochia de Mertens, 1428, MA294; in prochia de Meerters, 1440, MA295; prochie de Merters, 1446, MA364; in loco dicto Lies parochie de Mertens, 1446, MA365; scultetus in Meerters alias in die Haghe, 1463, MA430; op Gageldonck in der prochyen van Meerters, item der fabriken der kerken van Meerters, der capellen van Sinte Gheertruden op die Beke onder Meerters, den Heyligen Geest van Meerters, vroeghmissen in der voirs. kerken van Meerters, den huysarmen van Meerters, in villa de Meerters dictum vulgariter in de Haghe, 1465, AE, I, 825; in ecclesia parochiali de Meerters alias in de Hage (2 ×), 1486, MA515, FG10; in ecclesia prociali de Meerters alias in die Haghe, 1491, MA528. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bespreking.Uit de vele citaten blijkt dat Hage en Mertersem aanduidingen zijn voor de gehele gemeenschap, parochie en vierschaar. In Princenhage vielen paroche en vierschaar aanvankelijk goed samen. De belangrijkste uitzondering was de Haagdijk, de toegangsweg tot de stad Breda, die omstreeks 1400 al geheel verstedelijkt was en door grachten en poorten van zowel het platteland als de stad gescheiden werd. Die Haagdijk behoorde wél tot de parochie, maar niet tot de vierschaar van de Hage. Ook geografisch blijkt met Hage of Mertersem het gebied van de latere gemeente Princenhage bedoeld te worden. De volgende, soms in de uiterste hoeken van de Hage liggende streken, werden al vroeg vermeld als onderdeel van deze gemeente.
De beek Attelake werd al in 1328 genoemd als de grens van die van Meerters. Deze beek mondde toen nog uit in de rivier de Mark. De grens van de parochie van de Hage volgde deze rivier vervolgens stroomopwaarts, tot even ten zuiden van Breda.
Dat was de noordwest-, noord- en noordoostgrens. In het zuiden werd de grens gevormd door de hoge, droge rug waarop nu het Mastbos staat, een oversteek door het dal van de rivier de Aa of Weerijs en voorts door een heide-, bos- en moerasgebied dat zich tot het Liesbos uitstrekte. Nadere bestudering van de citaten brengt aan het licht dat Mertersem en Hage niet steeds in dezelfde kontekst gebruikt worden. Dat is slechts het geval voor aanduidingen van de wereldlijke en kerkelijke eenheid | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(dorp, heerlijkheid, vierschaar en parochie) en voor de Tafel van de Heilige Geest. Voor het overige geldt dat de wereldlijke zaken aanvankelijk steeds met Hage gekombineerd worden: bede, laatbank, schepenen, masseneyschap, schout en plaatsaanduidingen als locum, ter Hage waert, onder de Hage, in de Hage, binnen de Hage. Kerkelijke zaken worden daarentegen veelal met Mertersem gekombineerd: pastoor, tiend, kerkfabriek, Gertrudiskapel, huisarmen, de vroegmis. Uitzonderingen zijn er ook: een enkele keer schepenen in Merters en de inwoners als die van Meerters. Blijkbaar waren Merters(em) en Hage zonder bezwaar uitwisselbaar zolang het de samenvallende burgerlijke en kerkelijke gemeenschap als geheel betrof. Zodra men meer in detail trad, kon dit niet meer en gebruikte men Merters(em) in kerkelijke kontekst en Hage in wereldlijke. Op grond hiervan kunnen we vermoeden dat Mertersem in oorsprong de parochienaam was en Hage de naam van de wereldlijke gemeenschap. Wanneer na 1400 de benaming Merters steeds minder gebruikt wordt (zoals uit de komplete verzameling citaten blijkt), komt Hage ook meer in kerkelijke kontekst voor. Dit lijkt het zojuist geformuleeerde vermoeden te ondersteunen. Na 1500 komt Merters nog slechts sporadisch voor. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Etymologie van Hage.De spelling is steeds, vanaf de eerste vermelding, een variant van Hage (met -ae-, -gh- en -n). In de regel is er het lidwoord de. Het meest gebruikte lokaliserend voorzetsel is in. De vermelding ca. 1198 infra indaginem quod Vulgenhagen dicitur stelt dat de Hage een indago is. BrekelmansGa naar voetnoot(3) brengt Hage in verband met de cijnshoven, waarvan er in de Hage in latere eeuwen zóveel te vinden zijn, dat het niet mogelijk lijkt één daarvan speciaal aan te wijzen als het oorspronkelijke. De vorm Vulgenhagen komt verder nooit meer voor. Daar de tekst uit ca. 1198 slechts in afschrift overgeleverd werd, kan hier een verschrijving van quod vulgo Hagen dicitur staan. Dumus, dat twee maal voorkomt en steeds geschreven werd door de Brusselse klerk Willem van Kassel, is slechts een vertaling van heester, struikgewas of struweel en geeft weer hoe Van Kassel de naam in de vroege 14de eeuw interpreteerde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hage betekent in de toponymie meestal ‘bos’ en in het geval van 's-Gravenhage speciaal ‘afgeperkt bosgebied, wildpark’. Dit nu lijkt D.P. Blok ook de betekenis van ('s-Princen)hage te zijn, waarvan immers ca. 1198 gezegd wordt dat het een indago, dus ‘een wildpark’, isGa naar voetnoot(4). Het oude bos, dat hier verondersteld wordt, komt nog tot uiting in de vele toponiemen met het element heining erin: vóór 1521 alleen al 38. Bovendien geeft de bodemkaart van Diepen in grote delen van centraal Princenhage een bosgrondprofiel aanGa naar voetnoot(5). Van het wildpark is minder terug te vinden. De heer van Breda had later in de middeleeuwen in Princenhage het jachtrecht, net als elders in zijn land. Princenhage neemt aldus geen bijzondere positie in. Het is echter ook mogelijk dat het hier een hertogelijk jachtgebied betrof, daar er in de Hage belangrijke hertogelijke enklaves bleven bestaan (zie citaat 1486: Haghe onder Nassow (= onder Breda) ende Haghe onder den Hertoghe). Maar in die hertogelijke enklaves kan geen jachtrecht aangetoond worden. Vanaf 1641 claimt de heer van Burgst weliswaar het jachtrecht, samen met de hoge rechtsmacht en het recht een schepenbank in te richten, maar van al die rechten is voordien niets te merken. In Burgst was bovendien alleen het blokhuis met dubbele grachten een hertogelijk leen: ongeveer 1 hektare grondGa naar voetnoot(6). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Etymologie van Mertersem.We kunnen twee hoofdvormen van deze naam, die steeds zonder lidwoord verschijnt, onderscheiden: mét en zonder uitgang op -en of -em. Het onderlinge vergand tussen deze twee vormen wordt duidelijk uit het volgende overzicht.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
We kunnen vaststellen dat de vorm met de uitgang op -em of -en de oudste is. Begin 14de eeuw werd die door een kortere vorm verdrongen. Deze konklusie staat lijnrecht tegenover die van Hardenberg, die Mertersem een onechte -heimnaam noemde. Gezien het materiaal is die stelling nauwelijks houdbaar. In de naam Mertersem zijn twee elementen samengevoegd: Merter(s) en -hem. De verleiding is groot om hierin ‘de nederzetting van Merter’ te lezen. En onwillekeurig komt dan de gedachte op aan de patroonheilige van de parochie: St. Martinus. Hardenberg wees er echter al op dat de naam dan eerder Mertensem (met -n-) zou luiden, terwijl de -r- hier toch overheersend is. Welke Merter hier bedoeld wordt, zal wel duister blijven. Als Mertersem inderdaad een -heimnaam is, is het een eenzaam geval in een ruime omgeving. Pas in de omgeving van Antwerpen komen meer -heimnamen voorGa naar voetnoot(7), in oostelijke richting is er pas in de meierij van den Bosch een groep -heimnamen, met Alphen als enige andere -heimnaam in het Land van BredaGa naar voetnoot(8). Dit naamtype wordt geacht terug te gaan tot de periode van de 5de tot 10de eeuw, in onze streken denkt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men dan aan de karolingische periode. Uit die tijd zijn onlangs bij Ulvenhout, niet ver van Princenhage, bewoningssporen gevonden. Ook de -sele namen zouden tot dezelfde periode terug gaan. In de omgeving van Princenhage lijken er enkele -selenamen te zijn, al is hun achtergrond nog onvoldoende onderzochtGa naar voetnoot(9). Binnen de Hage komen de namen Doselt en misschien Elsele voor. Daar buiten Zonzele en Vlassele in TerheijdenGa naar voetnoot(10). Notsel langs de Mark ten zuiden van Ulvenhout is een verkorting van Notselt (1299)Ga naar voetnoot(11). Eysel bij Meer kan van eusel komenGa naar voetnoot(12) terwijl de namen Kerzel (Keesel?) ten zuiden van Galder) en Meersel (nog iets zuidelijker) waarschijnlijk een ‘suizende R’ hebben en dan uit Keerle en Meerle ontstaan zullen zijn. In ieder geval ligt Mertersem buiten het -selegebied. De geïsoleerde ligging van Mertersem ten opzichte van -heem- en -sele-namen is een waarschuwing dat de interpretatie die hier gegeven is wel eens onjuist kan blijken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mertersem en Martras.Met deze waarschuwing in gedachten, moet nog aandacht besteed worden aan de opvatting van Hardenberg, die inmiddels onjuist bevonden werd. Nadat hij Merters als de juiste vorm van de naam van Princenhage had aangewezen, wees Hardenberg er op dat die naam best uit Martras ontstaan kan zijn. Die plaats werd, te midden van 9 andere plaatsen die alle bij Den Bosch nabij de Maas liggen, genoemd in een oorkonde die op 815-850 gedateerd wordtGa naar voetnoot(13). Dit Martras was echter al eerder geïdentificeerd met Maren of Meerwijk, plaatsen die in de nabijheid van de negen andere liggen. Hardenberg wees die identifikaties af als gissingen in het wilde weg en plaatste er - in navolging van Vannérus - Princenhage voor in de plaats. Daarmee introduceert hij heel wat problemen. Om te beginnen is er een hiaat van 400 jaren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waarin Princenhage nergens vermeld wordt. De tien plaatsen die in het begin van de 9de eeuw vermeld werden, lagen vrijwel alle in Teisterbant. Deze gouw krijgt, als Martras Princenhage is, een ongelofelijke uitloper naar het zuidwestenGa naar voetnoot(14). Blok heeft nadien eerst Teisterbant teruggebracht tot de MaasstreekGa naar voetnoot(15) en vervolgens de mogelijkheid geopperd dat Martras in Kerkdriel gezocht moet wordenGa naar voetnoot(16). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Slotbeschouwing.Princenhage had in de middeleeuwen twee oude en verschillende namen: Hage en Mertersem. De eerste naam lijkt vooral de wereldlijke gemeenschap aan te duiden, de tweede vooral de kerkelijke. De naam Hage kan opgevat worden als een landschap-beschrijvende naam die jonger is dan de nederzettingsnaam Mertersem. Waar lag nu die nederzetting Mertersem? In alle eerlijkheid: daarvan heb ik géén idee! JutenGa naar voetnoot(17) beweerde dat de kerk van de Hage, vóór de brand van 1401, niet stond op de plaats van de huidige kerk. Hij wees de driehoek Buurstede-Gageldonk-Burgst aan als het gebied waar die oude kerk gestaan zou hebben. Een bronvermelding voor al deze gegevens ontbreekt helaas, zodat niet na te gaan is waarop dat alles steunt. Bovendien is de genoemde driehoek zéér smal en lang: klopt die aanduiding wel? Er is wel gedacht aan het perceel het Oude Kerkhof op de Steenakker (sectie C, nummer 422). Recent onderzoek ter plaatse leverde niets op, maar in 1659 werd er een stenen zerk gevonden, die onder de drup van de dorpspomp gelegd is en sindsdien weer verdween. Het perceeltje was toen begroeid met hakhout. Het bleef nog erg lang bezit van de parochie. Over de aard van de gevonden steen weten we verder niets. Hardenberg opperde de mogelijkheid van een zwerfkei, zoals er bij Oudenbosch gevonden werden. Ook is voorzichtig gedacht aan een Gallo-romeinse altaarsteen, omdat op een steenworp afstand op de Steenakker bewoningssporen uit die tijd werden gevonden. Onderzoek van de Princenhaagse nederzettingen in het begin van de 19de eeuw en van de ontwikkeling van de beide kernen Princenhage- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dorp en De Beek (nu: Prinsenbeek) leerde dat Princenhage in de late middeleeuwen mogelijk hoofdzakelijk een erg verspreide bewoning kende, zonder duidelijke kernenGa naar voetnoot(18). De kerk van de Hage stond toen waarschijnlijk eenzaam in de Haagakker of Kerkakker, met misschien maar één boerderij in de nabijheid. Ook als we de kerk naar de Steenakker verplaatsen, verandert aan die eenzaamheid niets. Beide akkerkomplexen waren in het heiningengebied een betrekkelijk open ruimte zonder bewoning erop. De verspreide bewoning en de door Juten geopperde kerkverplaatsing maken het erg moeilijk om binnen Princenhage een plaats aan te duiden waar de oude nederzetting Mertersem lagGa naar voetnoot(19).
Rotterdam KL141082/141182 K.A.H.W. Leenders |
|