Naamkunde. Jaargang 12
(1980)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 213]
| |
Zuur en zoet in Nederlandse toponiemenGa naar voetnoot(*)In zijn in 1828 gepubliceerde, en bekroonde, verhandeling over de humus of het vruchtbaar makend bestanddeel der gronden vermeldde A.H. van der Boon Mesch, lektor in de toegepaste scheikunde in Leiden, dat een bepaald type onvruchtbare gronden (zowel lage drassige gronden als sommige met heide begroeide zandgronden) door de boeren zelf als zuur en koudGa naar voetnoot(1) bestempeld werden. Hij wees er in dat verband speciaal op dat de ‘landlieden van de Kaap’ onderscheid maakten tussen zure en zoete gronden. Zegge, russen, cypergrassen en heide waren planten die Van der Boon Mesch veelvuldig op de zure gronden aantrof; goede grassen en graangewassen kwamen op dit type grond niet voorGa naar voetnoot(2). | |
[pagina 214]
| |
Tijdens een kartering van het landbouwgebied de Maaskant, meer dan een eeuw later, werd Ir. D. van Diepen herhaaldelijk geconfronteerd met het begrip zoer land. De negatieve landbouwkundige aspecten van dit type land waren voor hem aanleiding om extra aandacht te besteden aan de voorkomst en de eigenschappen van de zoere gronden. Zijn ervaringen vervatte hij als volgt: ‘Onder “zoer land” verstaat men aan de Maaskant grond, welke bezet is met moeraspaardestaart. Dit is een onkruid dat bij de boeren een zeer slechte reputatie heeft, vooral in grasland. De nadelige eigenschappen van dit onkruid komen voort uit zijn giftigheid voor het vee. Speciaal voor dit moeraskruid wordt in het spraakgebruik het woord “kwadenaard” gebezigd. Synoniem met het woord “zoer land” is dientengevolge “kwadenaardsland”, en de pendant van beide is “zuut land” ofwel “zoet land”... De natuurlijke reactie van het vee, dat op zoer land geweid wordt, is deze dat de met paardestaart bezette delen van een perceel niet of slecht geweid worden naar gelang de omstandigheden zijn. Kwadenaard treedt meestal op in plekken van een perceel of wel in banen, die er doorheen lopen’Ga naar voetnoot(3). De zure gronden werden door de boeren aan de Maaskant zo veel mogelijk als bouwland gebruikt. Het onkruid werd op bouwland wel als hinderlijk, maar niet als schadelijk ervarenGa naar voetnoot(4). De moeraspaardestaart bleek in de Maaskant vooral voor te komen op komgrond; ook buiten de MaaskantGa naar voetnoot(5) werd de plant | |
[pagina 215]
| |
op zware kleigronden gesignaleerd, maar tevens op leem- en zandgrond. Het betrof ‘gronden van verschillende hoogteligging, die echter steeds ten opzichte van de onmiddellijke omgeving drassiger zijn door een zakvormige of slenkvormige ligging’Ga naar voetnoot(6). In een karteringsrapport over een deel van de Bommelerwaard wordt beschreven hoe paarden de gewoonte hebben om zeer onregelmatig te weiden en op bepaalde plekken hun uitwerpselen te deponeren. Het gras dat op deze plekken, de zure of schijtbanen groeit wordt niet geconsumeerd, terwijl het gras op de zoete banen zeer kort wordt afgegraasdGa naar voetnoot(7). Een dergelijke kieskeurige beweiding kan niet anders dan samenhangen met de kwaliteit van het gras en de hier beschreven situatie kan dan ook vergeleken worden met die in de MaaskantGa naar voetnoot(8). De grassen die op moerassige, zure graslanden voorkomen en als voedergewassen minder geschikt zijn worden zure grassen genoemd, terwijl de goede smakelijke grassen als zoete grassen bekend staanGa naar voetnoot(9). Ook in Nederlands - en Vlaams - dialektmateriaal zijn zuur en zoet als grondkwalificerende adjectiva bekend. Het Woordenboek van de Brabantse dialecten vermeldt zuur ‘nat’Ga naar voetnoot(10) en zoet ‘vruchtbaar’ (dit laatste alleen in Belgisch Brabant)Ga naar voetnoot(11). Het Woordenboek der Zeeuwse dialecten geeft kwaeie of zu:re panne ‘zwaar te bewerken, tot slempen geneigde grond’ tegenover zoete panne ‘grond die, hoewel geneigd tot slempen licht te bewerken is’ (vindplaatsen: hoofd- | |
[pagina 216]
| |
zakelijk Walcheren)Ga naar voetnoot(12). Eveneens in Zeeland wordt de term zuurbomige grond voor ‘zure of zurige grond, grond met een zure ondergrond’ gebezigdGa naar voetnoot(13). Het Idioticon van het Antwerpsch dialect noemt zuur, dat ‘Wordt gezeid van grond, wanneer er veel zure planten groeien, zoals mos, biezen enz. Die bemden zijn daar allemaal zuur. Een zuur wei’. Daar tegenover staat zute grond ‘lichte, vruchtbare grond’ en zute zavel ‘vruchtbare, zavelachtige grond’Ga naar voetnoot(14). Het Westvlaamsch Idioticon vermeldt zuuratig (wvl. zeuratig) ‘Zuur van ate, zuursmakende, sprekende bezonderlijk van zekere gewassen voor het vee (...). Ook van grond die met zulke gewassen begroeid staat. Een zuuratige weide’Ga naar voetnoot(15). Het Woordenboek van de Vlaamse dialekten tenslotte geeft zuur ‘onvruchtbaar’ (minder frekwent), ook ‘kalkarm’Ga naar voetnoot(16) en zuur ‘nat’, voorts zoet ‘vruchtbaar’ en ‘gemakkelijk te bewerken’Ga naar voetnoot(17). Ook buiten het Nederlands taalgebied zijn vergelijkbare betekenisontwikkelingen van zuur en zoet bekendGa naar voetnoot(18). | |
[pagina 217]
| |
Als toponymisch element is zuur in de betekenis ‘nat, drassig’ in eigen land een aantal malen in de litteratuur aan de orde gesteldGa naar voetnoot(19). Daarentegen kwam zoet slechts een enkele keer ter sprakeGa naar voetnoot(20). In haar artikel over het toponiem pas nam mevrouw A.R. Hol de Zure en zoete pasweide op en voerde de kwaliteit van het gras in de beide pasweiden aan als reden voor de naamgeving zonder deze uitspraak nader toe te lichtenGa naar voetnoot(21). Voor België kan b.v. verwezen worden naar de door Carnoy behandelde toponiemen Zuurbemde ‘prairie sur terrain acide et peu fertile’Ga naar voetnoot(22) en Zoeteweide ‘Le contraire de Zuurbemde’Ga naar voetnoot(23). Verschillende gevallen van met zuur of zoet samengestelde toponiemen zijn te vinden in het Corpus Molemans-ThiryGa naar voetnoot(24) en in het Woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen enz. van de FlouGa naar voetnoot(25). Ook in Duitsland en Engeland komen vergelijkbare toponiemen voorGa naar voetnoot(26). Voor wat betreft Skandinavië beperkt mijn litteratuuronderzoek zich tot ZwedenGa naar voetnoot(27). | |
[pagina 218]
| |
Een inventarisatie van veldnamen, die zuur of zoet als bodemkwalificerend adjectief bevatten - of kunnen bevatten - volgt hieronder. In deze verzameling kunnen zich enkele namen bevinden, waarvan bij nader onderzoek kan blijken dat ze ten onrechte in deze kategorie opgenomen zijn. Enerzijds waren niet van iedere naam oudere vermeldingen voorhanden (vooral van belang bij namen aanvangend met zuur, dat ook uit zu(i)der samengetrokken kan zijn; bij zuur in ui-gebied moet de syncope van de d zich hebben voltrokken voor de overgang uu > ui). Anderzijds was niet van ieder perceel de exacte ligging bekend, waardoor een vergelijking met de bodemkaart onmogelijk werd. Tenslotte was ook niet van ieder gebied bodemkundig materiaal aanwezig, dat fijnmazig genoeg was voor dit type van onderzoek. In bepaalde gevallen kan verwarring met de plantnaam zuring optredenGa naar voetnoot(28). De verzamelde veldnamen zijn per provincie geordend. Namen zonder nadere bronvermelding zijn afkomstig uit de kollektie van het Bureau voor Naamkunde en Nederzettingsgeschiedenis in Amsterdam. Bijzonderheden over gebruik en bodemgesteldheid zijn, voor zover bekend, vermeld. | |
Groningen:In deze provincie zijn geen duidelijke voorbeelden van zuur als bodemklassifikatie aangetroffen. Zuurveld: harenGa naar voetnoot(29) is wellicht een tegenhanger van het NoordveldGa naar voetnoot(30) in dezelfde gemeente; Zuurkamp: Onnen, haren mogelijk uit *ZuiderkampGa naar voetnoot(31); Zoerveld: Onnen, harenGa naar voetnoot(32) misschien identiek met 1637 SuiderveltGa naar voetnoot(33); Soeres, grasniemen | |
[pagina 219]
| |
land: Jispinghuizen, vlachtwedde uit *Zuideres? In dezelfde plaats ligt het bouwland Westeres. Voorbeelden met zoet zijn mij niet bekend. | |
Friesland:Overtuigende voorbeelden van zuur ontbreken. Namen als Suerfenne: Mantgum, baarderadeelGa naar voetnoot(34); Surfen, maedtlant: Anjum, oostdongeradeelGa naar voetnoot(35); 1857 Surfenne: Piaam, wonseradeelGa naar voetnoot(36) kunnen zeer wel met suur uit suder samengesteld zijnGa naar voetnoot(37). 1868 de Zoetegrond, weiland: Aalsum, oostdongeradeelGa naar voetnoot(38); de Soete gronden of grounen: franekerGa naar voetnoot(39). | |
DrenteGa naar voetnoot(40):Zoeren, ca. 1650 Suyre acker, 1807 Zuire akker, ca. 1850 de Zure, de Zoere: beilen; ca. 1850 Zoerenveen, bouwland: beilenGa naar voetnoot(41); ca. 1650 Suyre acker: Halen, beilen; Zuurakker, akker: Hooghalen, beilen; ca. 1650 Suyracker, bouwland: Hijken, beilen; 1807 Zuirinkje, bouwland: dalen; Zurenakker(s): Wachtum, dalen; Zuringkamp, ca. 1640 Sueren Camp, ca. 1850 Zuringkamp: Wachtum, dalenGa naar voetnoot(42); ca. 1650 Soerlandt: Wittelte, dieverGa naar voetnoot(43); Zuurveen, wei- en hooiland: dwingeloGa naar voetnoot(44); 1807 Zuirstuk, ca. 1850 Zuurstuk, groenland: Bonnerveen, gieten; Zuurlingen: norg; ca. 1650 Suijre acker, 1750 Zuurenakker, 1850 Zuurakker: Een, norg; Zuurstuk: odoorn; ca. 1650 Surinck: Grollo, roldeGa naar voetnoot(45); Zoereveen, ook Soereveen, hooiland: ruinen; Zuring: sleenGa naar voetnoot(46); 1807 Zuiring, ca. 1850 Zuring- | |
[pagina 220]
| |
akker: Zeegse, vriesGa naar voetnoot(47); Zuurkamp, wei- en bouwland: zuidlaren; ca. 1650 Suiracker, bouwland: zuidlaren; ca. 1850 Zuurveldje, bouwen groenland: zuidlaren; ca. 1650 Surenlandt: Steenbergen en Tenarlo, zuidwoldeGa naar voetnoot(48). Zoetakkers, ca. 1645 Soete acker, 1807 Zoet akker, ca. 1850 Zoetakker: Donderen, vries. | |
Overijsel:1753 SoerstukkeGa naar voetnoot(49), 1834 het Zoerstuk, zaailand: Linde, den hamGa naar voetnoot(50); Zuurling, ook 't Zuurlink, weiland: hasseltGa naar voetnoot(51); de Zoereweide, laag weiland: losserGa naar voetnoot(52); de Zoere grachten, turfvennen: staphorst; 't Zoerstok: steenwijkGa naar voetnoot(53); Zuurkampen: vollenhove; de Zurink: Geesteren, tubbergenGa naar voetnoot(54). Voorbeelden met zoet zijn mij niet bekendGa naar voetnoot(55). | |
Gelderland:Soere maote, laag wei- en hooiland, veen en zand: aaltenGa naar voetnoot(56); de Zoere weide: bemmel; het Zure kampje, bouwland: Lunteren, | |
[pagina 221]
| |
ede; de Zurenakker, bouwland: Emst, epe; de Zuurkamp: Emst, epe; in het Zoeren kampjen, bouwland/hagen: Zuuk, epe; 't Zoerland: gent; Zoereland: huisen; Zoereveld: larenGa naar voetnoot(57); het Zureland: putten; 't Zoereveld: ruurlo; Soure kamp, Gr. Suerekamp en dat zuerlant: velpGa naar voetnoot(58); 1430 het land de Zuerekamp: voorstGa naar voetnoot(59); Zure tienhond: zaltbommelGa naar voetnoot(60). de Zoetekamp: brakel; Zoetenhoek: deil; Zoet weike: Puiflijk, druten; de Zoetekampen: elst; 1840 het Zoete maatje: Wilp, voorstGa naar voetnoot(61); Zoetkampje: vuren; Zoete heuvel of Zoete hoek: zaltbommel; Zoete viermorgen: zaltbommelGa naar voetnoot(62). | |
Utrecht:de Zure maat, hooiland: baarn; de Zuurkamp: bunnik; de Zure maat: leusden; Zuremaat: werkhovenGa naar voetnoot(63). Voorbeelden met zoet zijn mij niet bekend. | |
[pagina 222]
| |
Noordholland:de Zuerynch: bergenGa naar voetnoot(64); Zuurhem: harenkarspelGa naar voetnoot(65); Zuurland: markenGa naar voetnoot(66); Zuurkamp: st. maarten; de twee Zurings, 1740 De Suure, midden 17e eeuw De Suyeren, de suiren, twee stukken weiland: Oost-zaandamGa naar voetnoot(67). 1629 (kopie) 't ZoetelandtGa naar voetnoot(68), ca. 1640 't Zoete lant: Bergermeer: bergenGa naar voetnoot(69); Zoetekamp, 1657 de Soete CampGa naar voetnoot(70), 1700 Soetekamp: Wimmenum, egmond-BinnenGa naar voetnoot(71); 1630 Kleine zoete kampGa naar voetnoot(72), 1657 de Cleyne Soetecamp: Wimmenum, egmond-BinnenGa naar voetnoot(73); het Zoete kampje: Egmondermeer, egmond-Binnen; de Zoete wa(a)id: Wimmenumerpolder, egmond-BinnenGa naar voetnoot(74); Zoete grond: limmen; Zoeteland: middelie; het Zoet: uitgeest; Zoetegrondjes: warmenhuizenGa naar voetnoot(75). | |
Zuidholland:Zuurbal: Klinkerland, nieuwe tonge; 't Zuurland: oostvoor- | |
[pagina 223]
| |
neGa naar voetnoot(76); Soetemantje, bouwland, zand: Oude Oostdijk, goereeGa naar voetnoot(77); de Zoeteman: maasdam; de Zoeteman, weiland, klei: mijnsherenlandGa naar voetnoot(78). | |
Zeeland:Zuurmeet: domburg; 't Zure weitje: domburg; de Zure weie: koudekerkeGa naar voetnoot(79). Voorbeelden met zoet zijn mij niet bekendGa naar voetnoot(80). | |
Noordbrabant:De Zuremaai, zand met bossen: bergen op zoom; Het Soerlant: bestGa naar voetnoot(81); de Zure (dial. de Zówwere), bouwland: boekel; (het) Zuur: chaamGa naar voetnoot(82); 1448 zuerbeempt: eerselGa naar voetnoot(83); 1669 't Suerbroek: Molenschot, gilze-rijenGa naar voetnoot(84); Soerakkers: hezeGa naar voetnoot(85); Zoerentip: heze; de | |
[pagina 224]
| |
Zoerwaaie(n): lage mierdeGa naar voetnoot(86); den Soerenbeemd: leendeGa naar voetnoot(87); de Zoerentip, ook gen. de Poel: leendeGa naar voetnoot(88); Zuurland: prinsenhageGa naar voetnoot(89); Zuurmade: rozendaalGa naar voetnoot(90); Zure weide: rozendaalGa naar voetnoot(91); Zure weide: rukfenGa naar voetnoot(92); Zurepasweide: sambeekGa naar voetnoot(93); 1543 zoerbeempt: st. michielsgestelGa naar voetnoot(94); 18e eeuw (kopie) Soerbeemken: st. oedenrodeGa naar voetnoot(95); Zure weide: teteringenGa naar voetnoot(96); Zure pes, begin 18e eeuw de soere pes, wei: Groeningen, vierlingsbeekGa naar voetnoot(97); Zurepasweide, grasland: vierlingsbeekGa naar voetnoot(98); Zuurhoek, ook Zure(n)hoek: Moerstraten, wouwGa naar voetnoot(99); Zureheide: wouwGa naar voetnoot(100); Zure made: wouwGa naar voetnoot(101); 1697 de Suer weyde: Klein Zundert: zundertGa naar voetnoot(102); 1697 't Suerweyken: Achtmaal, zundertGa naar voetnoot(103); 1697 het Suurveld: Wildert en Maerbergen: zundertGa naar voetnoot(104). | |
[pagina 225]
| |
de Zoete (dial. de Zujte), bouwland: boekelGa naar voetnoot(105); Zoetemeet: etten; het Zoete land, ook het Zoetland: ooien; Zoeteland, schaarbosje: Haink, rozendaalGa naar voetnoot(106); Zoetenveld: Hulsdonk, rozendaalGa naar voetnoot(107); den hooge Zuujte, wei- en bouwland: tongelreGa naar voetnoot(108); (in) de Zuujte: wintelreGa naar voetnoot(109); Zoetepas en Zoetepasweide, grasland: vierlingsbeekGa naar voetnoot(110); de Zoete Pes: Groeningen, vierlingsbeekGa naar voetnoot(111); het Soete Lant: Sundert-Hertogh, zundertGa naar voetnoot(112). | |
LimburgGa naar voetnoot(113):1842 soeren kamp: Heien, bergen; 1842 soereweijde, soer weijtjens: Heien, bergenGa naar voetnoot(114); 1840 de zoerbeemden: Maarland, eisden; de | |
[pagina 226]
| |
Zoeren Drees: gronsveldGa naar voetnoot(115); 1840 zoerbeemden, aan de zoerebeemden: Vruschenbroek, heerlen; Zoere: roerstreekGa naar voetnoot(116); Soure weide, grasland: susteren; 1841 in de zuur bemden: Stokhem, wijlreGa naar voetnoot(117). 1842 de zoete weide: Elsteren, bergen; 1785 de soete Bemden: maasnielGa naar voetnoot(118); Zeute Binnede: vaalsGa naar voetnoot(119); 1841 zoete beemden: Wolfhaag, vaals.
Bij de bestudering van bovenstaande verzameling moet er rekening mee worden gehouden, dat niet van alle provincies even veel toponymische informatie beschikbaar is (het vasteland van Zuidholland en de provincie Utrecht horen tot de gebieden waarvan het toponymisch materiaal betrekkelijk schaars is). Uit het verzamelde blijkt dat een toponymische oppositie zuur/zoet in grote delen van ons land aanwijsbaar is, met name in het Gelderse rivierengebied, Noordbrabant en Limburg. Het duidelijkst wordt de oppositie zichtbaar in de toponymische paartjes de Zoete en de Zure (bouwland in Boekel), de Zoete pes en de Zure pes (Groeningen, Vierlingsbeek) en de Zoetepasweide en de Zurepasweide (grasland in Vierlingsbeek). Het ligt voor de hand bij het vaststellen van de betekenis van zuur in relatie tot zoet in toponiemen uit te gaan van de graslandsituatie: | |
[pagina 227]
| |
‘drassig, met zuur gras begroeid’ staat hier tegenover ‘(niet drassig), met zoet gras begroeid’. Namen als de Zoere weide (laag, drassig weiland in Losser) en de Zoete wa(a)id (‘best weiland’ in Egmondbinnen) kunnen deze oppositie illustreren. Van daaruit zal zich een betekenis ‘drassig’, ook wel ‘onvruchtbaar’ tegenover ‘vruchtbaar’ bij bouwland ontwikkeld hebben; vgl. namen als de Zoetakkers (Donderen, Vries), het Zure kampje (bouwland in Lunteren, Ede) en de reeds genoemde bouwlandnamen de Zure en de Zoete (Boekel)Ga naar voetnoot(120). De enigszins op zichzelf staande betekenisvariant ‘moeilijk te bewerken’/‘makkelijk te bewerken’ (vgl. het dialektmateriaal van Zeeland en Vlaanderen) lijkt toponymisch slechts tot uitdrukking te komen in de Zoete grondjes, ‘zachte grond’ in Warmenhuizen. Het is duidelijk dat zich overal waar de bodemgesteldheid daartoe aanleiding gaf een toponymische oppositie zuur/zoet heeft kunnen ontwikkelen. Een meer gedetailleerd onderzoek van de percelen waarop de verzamelde namen betrekking hebben zou de verschillende betekenisvarianten van zuur en zoet nog nader kunnen belichten.
Amsterdam. Loes H. Maas |
|