| |
| |
| |
De voornamen in de familie-advertenties van drie friese kranten
In de kroniek van Naamkunde 9 van 1977, blz. 281 heb il al iets meegedeeld over een bescheiden onderzoek naar frequentie en mode bij voornamen in Friesland. Een van de uitgangspunten was het materiaal van de volkstelling in 1947 in Franeker. Fokkema heeft dit namelijk uitgegeven in het Schönfeld-nummer van de Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde, jg. 31 van 1955. Dit is het enige gepubliceerde friese materiaal dat we met gegevens van nu kunnen vergelijken.
De reden waarom ik dit onderzoek heb ingesteld, is dat ik door de ‘Fryske Akademy’ te Leeuwarden ben gevraagd over voornamen te spreken in verband met het thema van het achtste friese filologencongres. Deze congressen worden om de drie jaar door de ‘Fryske Akademy’ georganiseerd. Op dit achtste, dat in oktober 1978 is gehouden, was het congresthema: ‘Tusken Frysk en Nederlânsk’.
Aangezien van mij verwacht werd dat ik in het Fries zou spreken, wil ik nu in het Nederlands een korte samenvatting geven van het laatste deel van mijn lezing. De lezers van Naamkunde voor wie het Fries geen bezwaar is, verwijs ik naar de volledige tekst die door de ‘Fryske Akademy’ in 1979 wordt uitgegeven in het verslagboek Philologia Frisica anno 1978. Het eerste gedeelte hiervan, over de voornamen in Friesland van hun ontstaan tot 1947, laat ik nu buiten beschouwing.
| |
1. Verschuivingen in Franeker (1947-1977).
Omdat Fokkema de voornamen heeft gepubliceerd van de 8800 inwoners die Franeker bij de volkstelling van 1947 had, was het wenselijk deze na 30 jaar te vergelijken met de voornamen die nu in Franeker voorkomen. Maar intussen is het aantal inwoners toegenomen, zodat in 1977 de 12.000ste werd ingeschreven. Het was mij te bezwaarlijk ter plaatse de namen van deze 12.000 inwoners op te vragen en na te gaan. Daarom heb ik gedacht aan een andere mogelijkheid ter vergelijking, zonder reis- en verblijfkosten.
Bovendien is het zo dat het bevolkingsregister in veel gevallen de officiële en vaak lange en plechtige vormen van de voornamen bevat,
| |
| |
terwijl men in de dagelijkse omgang de korte roepnamen gebruikt die meer met de mode meegaan. Om de verschuivingen tussen 1947 en 1977 scherper te onderscheiden leek het me wel praktisch zo volledig mogelijk op te tekenen welke voornamen voorkomen in de familieadvertenties van de Franeker Courant.
Deze bevatten in veel gevallen de officiële namen van degenen die overlijden, trouwen en geboren worden, maar vaak ook de roepnamen van de betrokkenen, vooral van degenen die als familieleden of vrienden samen een familie-advertentie plaatsen. In het bijzonder de jongelui gebruiken hierbij steeds meer hun roepnamen. Hoewel dus voor 1947 en 1977 van ongelijksoortig materiaal uit Franeker is uitgegaan, hebben we het voordeel dat de tegenstelling tussen toen en nu groter is en de verschuivingen scherper uitkomen.
Bovendien kon het werk thuis gedaan worden: mijn vrouw heeft de voornamen opgetekend uit de Franeker Courant, die maar twee maal in de week verschijnt en ook uit de beide friese dagbladen: de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad, die mooi materiaal leveren ter onderlinge vergelijking. Alleen heeft het een jaar en drie maanden geduurd voor mijn vrouw 2000 voornamen uit de familie-advertenties van de Franeker Courant had opgetekend. Daarentegen konden uit het Friesch Dagblad 5000 voornamen worden verzameld in vier en een halve maand, terwijl 5000 voornamen uit de Leeuwarder Courant maar zeven en een halve week vroegen.
Fokkema's materiaal van de volkstelling in 1947 geeft alleen de eerste voornaam. Daarom hebben wij ons ook tot de eerste voornaam beperkt. Wanneer een persoon in meer dan één advertentie is vermeld, hebben wij hem maar één keer meegeteld. Ik geef nu de 11 meest voorkomende voornamen van 1947 naast die van 1977, niet 10, zoals mijn bedoeling was. Maar in het materiaal uit de Franeker Crt van 1977-'78 vinden we vier namen die 10 keer voorkomen en daarom hetzelfde rangnummer 8-11 moeten hebben. Dit geldt hier voor de vrouwennamen, maar straks ook voor de mannennamen in de Leeuwarder Crt, waarvan er drie het rangnummer 9-11 krijgen. Voor langere frequentielijsten (van 22 voornamen) verwijs ik naar de tekst van mijn lezing.
| |
| |
Franeker 1947
|
1. |
Jan |
355 = 4.0% |
2. |
Johannes |
167 = 1.8% |
3. |
Klaas |
145 = 1.6% |
4. |
Jacob |
142 = 1.6% |
5. |
Hendrik |
125 = 1.4% |
6. |
Dirk |
99 = 1.1% |
7. |
Gerrit |
89 = 1.0% |
8. |
Pieter |
86 = 0.9% |
9-10. |
Cornelis |
83 = 0.9% |
9-10. |
Willem |
83 = 0.9% |
11. |
Douwe |
66 = 0.7% |
Franeker Crt 1977-78
|
1. |
Jan |
88 = 4.4% |
2-3. |
Johannes |
25 = 1.2% |
2-3. |
Piet |
25 = 1.2% |
4. |
Dirk |
24 = 1.2% |
5-6. |
Henk |
21 = 1.0% |
5-6. |
Pieter |
21 = 1.0% |
7. |
Gerrit |
20 = 1.0% |
8. |
Jacob |
18 = 0.9% |
9-10. |
Klaas |
15 = 0.7% |
9-10. |
Willem |
15 = 0.7% |
11. |
Sjoerd |
14 = 0.7% |
Franeker 1947
|
1. |
Trijntje |
206 = 2.3% |
2. |
Antje |
161 = 1.8% |
3. |
Anna |
143 = 1.6% |
4. |
Elizabeth |
113 = 1.2% |
5. |
Grietje |
112 = 1.2% |
6. |
Jantje |
95 = 1.0% |
7. |
Aaltje |
94 = 1.0% |
8. |
Johanna |
83 = 0.9% |
9-10. |
Jeltje |
78 = 0.8% |
9-10. |
Baukje |
78 = 0.8% |
11. |
Geertje |
77 = 0.8% |
Franeker Crt 1977-78
|
1-2. |
Anneke |
20 = 1.0% |
1-2. |
Jannie |
20 = 1.0% |
3. |
Tineke |
18 = 0.9% |
4-5. |
Annie |
13 = 0.6% |
4-5. |
Grietje |
13 = 0.6% |
6-7. |
Geertje |
11 = 0.5% |
6-7. |
Johanna |
11 = 0.5% |
8-11. |
Bettie |
10 = 0.5% |
8-11. |
Ellie |
10 = 0.5% |
8-11. |
Joke |
10 = 0.5% |
8-11. |
Tiny |
10 = 0.5% |
| |
1.1. Verdrongen friese naamvormen.
Op de lijst van de 22 meest gebruikte vrouwennamen staan acht friese naamvormen, die op de lijst van 1977 niet meer voorkomen: Jeltje, Sytske, Akke, Janke, Rinske, Tjitske, Dieuwke en Hiltje. Er is maar één friese vrouwennaam op de lijst van 1947 die zich ook op die van 1977 heeft kunnen handhaven, namelijk Baukje.
Bij de mannennamen is de achteruitgang van de friese naamvormen niet zo sterk: Douwe, Anne, Sjoerd, Jelle en Wytze staan op beide lijsten. Douwe en Anne zijn een beetje gedaald op de ranglijst van 1977, maar Sjoerd, Jelle en Wytze zijn gestegen. Het binnendringen van niet-friese modevormen was bij de mannen blijkbaar nog geen
| |
| |
verdringing van de typisch friese naamvormen, zoals dat bij de vrouwen wel het geval schijnt te zijn.
| |
1.2. Ingedrongen niet-friese naamvormen.
De naamvormen die bij de vrouwennamen bovenaan op de ranglijst van 1977 staan, hebben de niet-friese verkleiningsuitgangen op -eke en vooral op -ie: Anneke, Tineke, Jannie, Annie, Bettie, Ellie, Tiny en Alie. Van deze vormen kwamen Bettie en Ellie in 1947 nog helemaal niet voor, evenmin als Joke. Bij de mannennamen zijn de niet-friese vormen minder sterk binnengedrongen: Piet, Henk, Peter, Johan, Joop, Gerard, Harry, Kees en Wim, die in 1947 nog niet veel in Franeker voorkwamen, worden in 1977-1978 vrij vaak gebruikt, vooral Piet en Henk.
| |
1.3. Andere verschuivingen?
Een derde groep voornamen omvat namen die zowel nederlands als fries mogen worden genoemd. Het zijn germaanse namen of heiligennamen die vooral sinds de 15de eeuw in Friesland zijn ingeburgerd. Hendrik (nr. 5), Cornelis, Geert, Petrus, Simon, Marten, Albert, Andries en Harmen staan op de ranglijst van 1947.
Dertig jaar later zijn zij verdrongen, waarschijnlijk door Henk (nr. 5), Kees, Gerard, Piet en andere niet-friese vormen, die men in de naaste toekomst misschien ook als fries moet beschouwen, als ze maar vaak genoeg worden gebruikt door de Friezen. Evenzo vinden we bij de vrouwennamen op de lijst van 1947: Jantje, Pietje, Maria, Cornelia en Klaaske, die op de ranglijst van 1977-78 niet meer voorkomen, terwijl Jannie en Maaike in 1977-78 wel, maar in 1947 nog niet bij de 20 naamvormen hoorden die het meest werden gebruikt.
| |
1.4. Doop- en roepnamen? Import?
Ten dele gaan dergelijke tegenstellingen tussen 1947 en 1977 terug op andere oorzaken. In 1947 staan Cornelis, Petrus, Maria en Cornelia op de ranglijst, maar in 1977 niet meer. Dat kan vooral hierdoor veroorzaakt zijn, doordat men bij de volkstelling zijn officiële namen (misschien tevens de gelatiniseerde doopnamen?) heeft vermeld.
Maar in 1977-1978 worden in veel familie-advertenties roepnamen gebruikt, vooral door jongelui. Bovendien telde Franeker in 1977 meer dan 3000 inwoners meer dan in 1947 en dit kan ten dele liggen aan import van buiten Friesland. Maar dit zal vast niet de enige oorzaak zijn van deze verschuivingen. We vinden trouwens ook wel enkele
| |
| |
advertenties uit dorpen in de naaste omgeving van Franeker. Maar verreweg de meeste familie-advertenties zijn van mensen uit Franeker zelf.
| |
2. Verschillen tussen de twee friese dagbladen.
Naast de landelijke kranten worden in Friesland twee friese dagbladen gelezen. Van deze twee is de Leeuwarder Courant de grootste. In 1977 waren er ruim 106.000 abonnementen op de Leeuwarder Courant, ruim 23.000 op het Friesch Dagblad en zo'n 35.000 op landelijke kranten (Sikkema, 174). Uit elk van beide friese bladen zijn, zoals gezegd, de voornamen van 5000 personen verzameld uit de familie-
Leeuwarder Crt 1977
|
1. |
Jan |
181 = 3.6% |
2. |
Henk |
55 = 1.1% |
3-4. |
Klaas |
54 = 1.0% |
3-4. |
Pieter |
54 = 1.0% |
5. |
Gerrit |
42 = 0.8% |
6. |
Johannes |
41 = 0.8% |
7-8. |
Hendrik |
36 = 0.7% |
7-8. |
Piet |
36 = 0.7% |
9-11. |
Douwe |
32 = 0.6% |
9-11. |
Jacob |
32 = 0.6% |
9-11. |
Johan |
32 = 0.6% |
Friesch Dagblad 1977
|
1. |
Jan |
182 = 3.6% |
2. |
Klaas |
64 = 1.2% |
3. |
Pieter |
59 = 1.1% |
4. |
Willem |
46 = 0.9% |
5. |
Piet |
43 = 0.8% |
6. |
Anne |
39 = 0.7% |
7. |
Henk |
37 = 0.7% |
8. |
Jelle |
36 = 0.7% |
9-10. |
Dirk |
35 = 0.7% |
9-10. |
Gerrit |
35 = 0.7% |
11. |
Douwe |
33 = 0.6% |
Leeuwarder Crt 1977
|
1. |
Anneke |
49 = 0.9% |
2. |
Trijntje |
45 = 0.9% |
3. |
Geertje |
40 = 0.8% |
4. |
Baukje |
36 = 0.7% |
5. |
Grietje |
35 = 0.7% |
6. |
Antje |
34 = 0.6% |
7. |
Annie |
32 = 0.6% |
8. |
Jantje |
30 = 0.6% |
9-10. |
Jannie |
28 = 0.5% |
9-10. |
Johanna |
28 = 0.5% |
11. |
Sietske |
26 = 0.5% |
Friesch Dagblad 1977
|
1. |
Tineke |
52 = 1.0% |
2. |
Trijntje |
50 = 1.0% |
3. |
Jannie |
43 = 0.8% |
4. |
Baukje |
42 = 0.8% |
5-6. |
Anneke |
34 = 0.6% |
5-6. |
Sietske |
34 = 0.6% |
7. |
Grietje |
33 = 0.6% |
8-9. |
Alie |
31 = 0.6% |
8-9. |
Antje |
31 = 0.6% |
10. |
Froukje |
30 = 0.6% |
11. |
Janke |
28 = 0.5% |
| |
| |
advertenties. De grootste van de twee heeft veel meer advertenties en zo konden de 5000 voornamen ook in kortere tijd worden verzameld.
Omdat we uit dit advertentie-materiaal jammer genoeg geen gegevens kunnen halen omtrent de sociale achtergronden van de betrokken personen, lijkt het van belang de verschillen tussen de beide dagbladen na te gaan. Ik geef hierbij weer lijstjes van de 11 meest gebruikte naamvormen en verwijs voor langere ranglijsten (van 22 namen) naar de tekst van mijn congreslezing.
| |
2.1. Meer friese namen in het Friesch Dagblad.
Een overeenkomst tussen beide dagbladen is dat we op de ranglijsten van de 22 meest gebruikte namen bij beide bladen drie friese mannennamen aantreffen: Anne, Douwe en Tjeerd. Maar Anne en Douwe komen veel vaker voor dan Tjeerd, welke naam in beide kranten door 20 personen werd gedragen. Behalve deze drie vinden we op de ranglijst van de Leeuwarder Crt nog twee friese namen: Bauke en Wiebe. Het Friesch Dagblad had echter nog vier andere friese namen: Jelle, Sietse, Sjoerd en Sybren.
Ook bij de vrouwennamen leverde het Friesch Dagblad meer friese namen op. Beide bladen hadden weliswaar 6 friese namen die 20 keer of vaker voorkwamen: vooral Baukje, maar ook Sietske, Wietske, Sjoukje, Froukje en Janke. Maar naast die zes vinden we in het Friesch Dagblad nog drie andere friese namen meer dan in Leeuwarder Crt, namelijk: Aukje, Jeltje en Tjitske.
| |
2.2. Meer niet-friese namen in de Leeuwarder Crt.
Een opvallend verschil tussen beide bladen is ook dat de niet-friese naamvorm Henk zo'n hoge plaats inneemt op de ranglijst van de Leeuwarder Crt: Henk staat hier op nr. 2, dadelijk na Jan, terwijl Henk in het Friesch Dagblad nr. 7 is. Maar de niet-friese vorm Piet komt weer iets meer voor in het Friesch Dagblad (nr. 5) dan in de Leeuwarder Crt (nr. 7). Beide kranten hebben ook Peter, maar minder vaak. Verder vinden we in de Leeuwarder Crt nog twee, oorspronkelijk niet-friese naamvormen: Johan en Kees, die niet voorkomen op de ranglijst van het Friesch Dagblad.
Bij de vrouwennamen heeft de ranglijst van de Leeuwarder Crt één niet-friese naamvorm meer dan het Friesch Dagblad, namelijk Hennie, waarschijnlijk de opvolgster van Hendrikje. Beide bladen hebben verder: Anneke, Tineke, Annie, Jannie en Alie. Deze namen op -eke
| |
| |
zijn vrij nieuw in Friesland. Ze kwamen althans bij de volkstelling van 1947 in Franeker nog bijna niet voor. Daarentegen lijken de namen op -ke, dadelijk achter de stam, mij wel fries, zoals Anke, Janke en Nynke.
Het is wel opmerkelijk dat de niet-friese namen op -eke nu bovenaan staan op de ranglijsten, zowel van de Leeuwarder Crt als van het Friesch Dagblad, maar ook van de Franeker Crt. Zo is Trijntje, dat in 1947 nr. 1 was, nu in beide dagbladen nr. 2 geworden. De vrouwennamen op -ie staan evenmin als die op -eke op de ranglijst van Franeker in 1947. Deze heeft alleen de verkleiningsuitgangen -ke en -tje.
| |
2.3. Mogelijke achtergronden.
Het lijkt me niet doenlijk de oorzaken van deze verschillen op te sporen, vooral omdat familie-advertenties gewoonlijk niets of niet veel laten blijken omtrent de sociale achtergronden. Voor een onderzoek naar sociale aspecten zou men de bevolkingsregisters moeten raadplegen en de beroepen nagaan en daar kon ik niet aan beginnen. Voor zoiets heeft men een groep medewerkers nodig zoals bij het onderzoek van Friedhelm Debus te Kiel.
Als we iets willen weten omtrent de achtergronden van de verschillen tussen de adverteerders in beide friese dagbladen, zouden we een deskundig onderzoek naar de geografische en sociale verschillen moeten instellen. Daar ben ik niet de aangewezen persoon voor en daarom moet ik mij beperken tot enkele algemene opmerkingen.
1. Het Friesch Dagblad is duidelijk een blad van en voor mensen die op een christelijke partij stemmen, dus vooral op het grote C.D.A., maar ook op kleinere reformatorische partijen. Bij de Leeuwarder Crt is de redactie duidelijk niet C.D.A.-gezind, maar afkomstig in de eerste plaats uit de socialistische P.v.d.A., maar ook uit de liberale V.V.D.
2. Zoals S.J. van der Molen op het congres al opmerkte bij de nabespreking, is de Leeuwarder Crt de voornaamste courant in de friese hoofdstad, hetgeen zijn naam ook aangeeft, terwijl het Friesch Dagblad meer op het platteland en vooral in het noordoosten het dagblad bij uitstek is.
Verder is ook de Franeker Crt in hoofdzaak een stedelijk blad, dat, evenals de Leeuwarder Crt, veel minder friese namen op zijn ranglijsten telt. Daarom mogen wij, zonder verder onderzoek, voorlopig vaststellen dat de friese namen het best bewaard blijven bij de christelijke lezers en adverteerders op het platteland. Dit laatste geldt vooral voor degenen die van de reformatorische traditie uitgaan.
| |
| |
Omdat de rooms-katholieken in Friesland een kleine en verspreide groep vormen, heb ik niet veel gegevens over hen. Ten dele wonen ze vooral in de steden en vaak zijn ze van niet-friese afkomst. Een aanwijzing omtrent de voornamen heb ik gevonden in twee advertenties bij de dood van een 17-jarige leerling van de Christelijke Middelbare Landbouwschool te Sneek.
In de advertentie van zijn 30 klasgenoten droegen deze 26 verschillende voornamen en de helft daarvan bestond uit typisch friese voornamen. Omdat de overledene in het dorp Blauwhuis, een roomskatholieke enclave, op de lagere school is geweest, hebben ook 16 vroegere klasgenoten uit Blauwhuis een advertentie geplaatst en hiervan droegen slechts vier jongelui een typisch friese naam. Dit lijkt me een sterke aanwijzing dat de reformatoriche christenen hun friese namen beter bewaren dan de rooms-katholieke.
| |
3. Samenvatting.
Kort samenvattend mogen we voorlopig wel zeggen dat vooral de reformatorische christenen op het friese platteland vasthouden aan de friese voornamentraditie. In tegenstelling tot hun Friesch Dagblad blijkt uit de familie-advertenties van de Leeuwarder Courant dat de stedelijke bevolking en vooral de socialisten en liberalen meer open staan voor niet-friese voornamen. Dit geldt ook voor de lezers van de Franeker Courant: in hun namen van 1977-1978 is het friese element sterk achteruit gegaan in vergelijking met de gegevens van de volkstelling in 1947, bij de vrouwen meer dan bij de mannen.
Nader onderzoek van deze problemen blijft gewenst, vooral in verband met de sociale achtergronden en generatieverschillen. Toch is het wel duidelijk geworden dat de namen van de drie kranten min of meer kenmerkend zijn voor een groep lezers met een traditionele, friese houding enerzijds en voor lezers met een stedelijke, veranderlijke instelling anderzijds. Dat er tussen 1947 en 1977-1978 vrij sterke verschuivingen hebben plaats gevonden bij de keuze en de mode der voornamen in Friesland, hoeft echter niet te verbazen, gezien de naoorlogse ontwikkelingen.
Ook elders in West-Europa zijn na de laatste wereldoorlog grote veranderingen opgetreden, die het indringen van oneigen namen bevorderden. Ik wijs op twee voorbeelden, in twee ver van elkaar verwijderde gebieden. Zowel Noord-Friesland in Zuid-Sleeswijk (Andersen) als
| |
| |
Zuid-Tirol (Masser) hebben vooral na de laatste oorlog een doorbraak van de eigen voornamentradities beleefd.
Park Arenberg 62, NL - 3731 ET De Bilt.
december 1978, H.T.J. Miedema
| |
Bibliografie
Andersen, Chr., Studien zur Namengebung in Nordfriesland. Die Bökingharde 1760-1970. Bredstedt, NF, 1977. |
Blok, D.P.-Kampers, J. en Wagemans, C.J., Onze voornaamste voornamen (AO-reeks 845). Amsterdam, 1961. |
Debus, F.-Hartig, J.-Menke, H.-Schmitz, G., Namengebung und soziale Schicht. Bericht über ein Projekt zur Personennamenkunde. Naamkunde 5 (1973), 368-405. |
De Moel, C.J., Doopnaamgeving te Edam-Volendam in de 17de en 18de eeuw (Bijdr. en Meded. Comm. v. Naamkunde 29). Amsterdam, 1975. |
Fokkema, K., De voornamen van de bewoners van Franeker in 1947. Meded. Ver. v. Naamkunde 31 (1955), 123-136. Posthuum met enige wijzigingen overgenomen in: Fokkema, K., Nei wider kimen. Kar út syn forsprate skriften (Grins, 1969), 352-363. |
Kohlheim, V., Namenmode und Selektionsprinzipien. Zur Terminologie der Sozio-onomastik. Onoma 21 (1977), 523-533. |
Leys, O., Sociolinguistische aspekten van de persoonsnaamgeving. Naamkunde 8 (1976), 137-158. |
Maas, L.H., Hammer kleinen op vergeeld papier. Meded. v.h. Instituut voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde, nr. 29, (Amsterdam, 1977), 9-12. |
Masser, A., Zum Wandel in der deutschen Rufnamengebung. Ein Vorbericht. Beiträge zur Namenforschung NF 13 (1978), 341-357. |
Miedema, H.T.J., Frysk en frjemd by foarnammen yn Fryslân. Philologia Frisica anno 1978. Leeuwarden, 1979 (?). |
Sikkema, K., Hokker kranten lêze de Friezen? It Beaken 39 (1977), 173-177. |
Tummers, P.L.M., Voornamelijk Nijmegen. Naamkunde 2 (1970), 110-120. |
Tummers, P.L.M., Doop- en familienamen in het rectoraat Brakkenstein. Meded. Nijmeegse Centrale v. Dialect- en Naamkunde 15 (1976), 1-11. |
Van der Ven, M.C.H.J., Voornamen in Axel en Hulst. Meded. Ver. v. Naamkunde 44 (1968), 55-72. |
|
|