Naamkunde. Jaargang 4
(1972)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 333]
| |
De naam G(e)laudeGelaude is wel een van de minder bekende familienamen. In het telefoonboek voor Oost- en West-Vlaanderen van 1964 troffen we de familienaam Gelaude aan in Aalst, Blankenberge, Brugge, Oostkamp, Vinkt, Eeklo, Gent (2 ×), Wachtebeke, Zulte, Ruiselede, Aarsele, Tielt (2 ×), Schuiferskapelle (2 ×). De - oorspronkelijker - vorm Glaude vonden we eenmaal in Meulebeke. Het valt op dat de naam in haast alle gemeenten slechts één keer voorkomt. In het telefoonboek voor West-Vlaanderen in 1972 komt de naam Glaude eveneens eenmaal in Meulebeke voor en de vorm Gelaude in Assebroek (1 ×), Brugge(1 ×), Blankenberge(1 ×), Zeebrugge (1 ×), Oostkamp (1 ×), Waregem (1 ×), Aarsele (2 ×), Pittem (1 ×), Ruiselede (1 ×), Tielt (3 ×), Torhout (1 ×), Schuiferskapelle (3 ×), Wingene (1 ×), Wontergem (1 ×). Hieruit blijkt wel duidelijk, dat de kern - wellicht de bakermat - van het G(e)laude-gebied in de streek van Tielt ligt. De naam komt nl. vooral en het talrijkst in de volgende gemeenten in de buurt van Tielt voor: Aarsele, Meulebeke, Pittem, Ruiselede, Schuiferskapelle, Tielt, Vinkt, Wingene, Wontergem. Niet in de onmiddellijke buurt, maar toch vrij dicht, liggen Oostkamp, Torhout, Waregem, Zulte. De naam G(e)laude komt op het eerste gezicht vreemd voor. De naam wordt evenwel spoedig duidelijk, als we weten dat het om een patroniem gaat; hij komt nl. in Zwevegem in de 16de eeuw zesmaal als voornaam voor, in de vleivormen Glaudin, Glaudijn, GelaudinGa naar voetnoot(1). In Ieper troffen we de voornaam in 1764 aan: Gelaude CarpentierGa naar voetnoot(2). Een eerste vermoeden gaat hierbij onmiddellijk naar de Franse naam Claude. Aangezien een /g/-foneem voor een Franse /k/ niet goed mogelijk is, moeten we eerst onderzoeken of dat mogelijk is. Deze /g/ gaat nl. terug op een Franse /g/, want van Claude blijkt een variant Glaude bestaan te hebben. Zo verwijst DauzatGa naar voetnoot(3) bij | |
[pagina 334]
| |
Glaudin naar Claude. In 1820 komt de naam Glaude in Noord-Frankrijk voor, nl. in Equihen-Plage (Boulogne), Bergueneuse en Hernicourt (Saint-Pol) en Glaudon in MontreuilGa naar voetnoot(4). In 1599 trouwt de Antwerpse Charlotte Glaudi in DelftGa naar voetnoot(5). Von WartburgGa naar voetnoot(6) vermeldt voor claude inderdaad een dialektische uitspraak met gl, nl. Pik. gleude en Norm. glaude: ‘Der römische Name Claudius, -a wurde als Claude, m.f. entlehnt; für das fem. häufig Claudine. Diese Namen erscheinen im fr. oft mit Gl.’. Hij voegt er ook aan toe, dat Claude in de 16de en 17de eeuw een vrij gebruikelijke voornaam wasGa naar voetnoot(7). Gelijkheid in spelling tussen Glaude in het Frans en het Zuidnederlands volstaat evenwel niet om de identiteit ervan aan te tonen. In het Frans gaat het om een okklusieve /g/, in het Nederlands geeft de g-spelling een frikatieve /g/ weer. Maar dit is helemaal geen bezwaar. Aangezien het Franse /g/-foneem in het Nederlandse fonologische systeem niet voorkomt, wordt het in Franse leenwoorden altijd als frikatieve g aangepast en gerealizeerd. In het Kortrijkse dialekt b.v. worden garçon, De Gaulle, grille, Glorieux, (pain) grec, Gaétan met /g/ uitgesproken: [gar'soŋ/ dəgo:lə/ gri:jə/ glɔrjø:/ grɛk/ 'gajta̱ŋ]. Ook het Nederlands heeft trouwens een frikatieve g in aan het Frans ontleende bastaardwoorden, zoals gage, galant(erie), garage, garderobe enz. Ook Duitse namen ondergaan hetzelfde lot, zoals Goethe; onder W.O. II werden zelfs Goering en Goebbels - vanzelfsprekend ook door spellinguitspraak - soms als [gu:reŋk/ gubəls] uitgesproken. De verklaring van onze naam G(e)laude uit Claude/Glaude vindt trouwens een bijkomende steun in de dialektische uitspraak van de Franse reine-claude, de groene pruim, als [rɛnəglo:də]. Het WNTGa naar voetnoot(8) vermeldt talrijke varianten in de Zuidnederlandse dialekten, alle met /g/: reine-glaude, reine-gelaude, reinegloden, reingeloden, rijngelote, ringelaot, regelaot, ringelot, reinegalde, reinegolde, reinevlodeGa naar voetnoot(9), regeloot, regenote, | |
[pagina 335]
| |
rengeloot, reggeloot, riggeloot, regelaat, reggelaot, reggeloud. Ook hier gaat onze spirantische g-uitspraak klankwettig op Franse okklusieve g terug (en niet op k). We citeren LittreGa naar voetnoot(10): ‘Reine-Claude (rê-n'glô-d; l'usage a prévalu de donner ici au c le son du g, voy. Claude; rè-ne-klo-d', que des puristes recommandent, est une prononciation affectée et réglée sur l'écriture... La reine Claude, de qui on donna le nom à ce fruit; il est probable qu'on prononçait Glaude, comme Crillon écrivait son nom Grillon...’. Ook Bloch - von WartburgGa naar voetnoot(11) geven de spelling reine-glaude ‘suivant une prononciation encore répandue dans les patois’. Volgens RobertGa naar voetnoot(12) ‘de nos jours, reine-glaude ne se dit plus que dans quelques régions (Wallonie, Limousin)’. Het FEWGa naar voetnoot(13) noemt als dialektische uitspraken: ‘lütt. rinne-glôde, mouz. reinne glaude, chav. reïno-gliâoudo, lütt. rin-glôde’. Het is dus duidelijk, dat zowel de naam G(e)laude als de dialektische (Zndl.) rinneglode op resp. Fr. Glaude en reine-glaude teruggaat. Tot slot wil ik hier nog een volkomen analoog geval van foneemaanpassing aanhalen, met eveneens g voor slechts schijnbaar Franse k. Een sekonde wordt in het Kortrijkse dialekt [səgondə] uitgesproken. Nu is dit weer helemaal normaal, als we weten dat seconde in het Frans [s(ə)gɔ̃.d] wordt uitgesproken. We verwijzen hier nog even naar Bloch - von WartburgGa naar voetnoot(6) (blz. 572): ‘Second, vers 1138 (sous la forme segonz; mais l'orthographe second est déjà prépondérante au moyen âge)’.
Brugge. F. Debrabandere |
|