De muzen(1834-1835)– [tijdschrift] Muzen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] Naar Moore. Go where glory waits thee. Ga waar roem en eer U wacht, En zoo 't lot U tegenlacht, Denk dan nog aan mij! Als de faam die u verheft 't Reinst en zoetst uwe ooren treft, O! denk dan aan mij! Ligt dat elders liefde u bindt, Dat ge in d'arm van dierder vrind Elke vreugde schooner vindt, Zoeter dan bij mij. Doch als ge aan zijn' boezem rust, En de vreugde uw lippen kust, O! denk dan aan mij! Als ge 's avonds peinzend dwaalt En 't gestarnte uw pad bestraalt O! denk dan aan mij. Denk hoe menig avondstond 't Ons in 't geurig boschjen vond, O! denk dan aan mij! Als de zomer verder spoedt En uwe oogen poozen doet, Waar ge een welkend roosje ontmoet, Dier aan u en mij; Denk dan wie bij 't krijgsmanskleed U de roos beminnen deed, O! denk dan aan mij. [pagina 83] [p. 83] Als de herfst, met woest geweld, 't Stervend loover jaagt langs 't veld, O! denk dan aan mij. Als ge 's avonds, bij den haard, Op het knappend pijnhout staart, O! denk dan aan mij. Als dan 't harpgeluid u boeit, En een traan uw oog ontvloeit, Waar dat spel uw ziel ontgloeit, Door de zuivre melodij; Denk dan hoe u heeft bekoord 't Lied eens uit mijn' mond gehoord, O! denk dan aan mij. W. Vorige Volgende