Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De muzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,02 MB)

Scans (64,64 MB)

XML (0,88 MB)

tekstbestand






Genre
proza

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De muzen

(1834-1835)– [tijdschrift] Muzen, De

Vorige Volgende

III. Minnenijd.

 
Hebt gij nooit de starende oogen,
 
Uit de donk're vensterbogen,
 
Onder 't schittrend kroonenlicht,
 
Op een maagd met rozenkaken,
 
Die uw jonge borst deed blaken,
 
Dol van minnenijd gerigt?
 
Voeldet gij uw bloed niet jagen,
 
Als een ander haar dorst vragen
 
Tot den ongestuimen wals;
 
En het: ja! vloog van haar lippen,
 
Zij de tengre vingertippen,
[p. 58]origineel
 
In zijn dart'le hand liet glippen,
 
En zijn blik rustte op haar hals;
 
Of zijn arm zich om haar midden,
 
Onder 't zweven vaster drong,
 
En zijn oog haar scheen te bidden,
 
Wat haar wang tot blozen dwong.
II.
 
Hebt Ge in 't hart geen vuur verborgen
 
Dat, verheeld bij ied'ren morgen,
 
Blaakte met een' dubb'len gloed;
 
Weet gij, wat het is, te schromen,
 
Dat u 't spel der uchtenddroomen,
 
't Beeld van haar aanbidden doet
 
Die toch de Uwe nooit kan wezen,
 
Zaagt gij immer de uitgelezen'
 
Rusten aan eens anders borst,
 
Tot bij 't schouwspel van hun kozen,
 
Zoo Ge niet voor hen woudt blozen,
 
En de zeis slaan in die rozen,
 
Gij niet langer blijven dorst?
 
En zoudt Ge ondanks dit, Uw leven,
 
Voor het U vergetend kind,
 
Niet met vreugd - met wellust geven,
 
Arme! hebt Gij ooit bemind?


Vorige Volgende