Musaeus. Jaargang 1
(1993)– [tijdschrift] Musaeus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
‘Tulpengeleerdheid’ in een nootIn 1715 verscheen in Leiden bij Samuel Luchtmans de Walcherse Arkadia, geschreven door Mattheus Gargon (1661-1728). Deze predikant was afkomstig uit Doornik, maar hij was wegens geloofsvervolgingen naar het noorden gevlucht. Hij bezocht de Latijnse en later de Illustre school in Amsterdam en stond vanaf 1678 ingeschreven aan de Leidse Academie. Later aanvaardde hij een beroep naar Vlissingen. Uit deze Zeeuwse periode stamt de beschrijving van Walcheren. In Arkadia's, een genre dat vooral in de 17e en 18e eeuw in zwang was en ontstaan als navolging van de prozaroman Libro Arcadio van Jacopo Sannazaro uit 1504, mogen lezers veelal meegenieten van die gebeurtenissen en uitstapjes die een groepje vrienden en vriendinnen meemaken. Binnen het raam van een gezelschapsreisje, wordt een beschrijving van een land of landstreek gegeven. Veel Arkadia's hebben een uitgebreid notenapparaat waarin historische gegevens vermeld staan zodat de aandachtige lezer er in een leuke vorm ook nog veel van opsteekt. Ook bij de onderstaande passage hoort een voetnoot. Daarin wordt naar aanleiding van de uitroep van Ewoud over de bloemenpracht die hij onderweg waarneemt, ingegaan op de tulpenwindhandel uit 1636. De noot geeft een schets van wat er voor één tulp in natura betaald werd. Een heel ‘bedrag’...! | |
[pagina 39]
| |
[p. 61] Ziet, riep Ewoud, dat is recht zoet, dat men hier langs den weg zo lieflijke bloemen vind, die men elders in de schoonste Hoven nauwelijks vinden zoud. Zo plagt men de zoetste bloemen in 't open veld, en niet in beslotene Tuinen te hebben, sprak Hillegonde, en de H. Schrift spreekt niet alleen van Lelien en Roozen en Bloemen des Velds: Maar de beroemde Alpes, en an- [p. 62] dre bergen, verschaften eerst de hoog-geachte Tulpen, daar men voorheen en nu nog geheele schatten aan verspilde, en te Haarlem, en elders, eene hoofd-neering van maakte; gelijk nu door het gantsche Land van die verderflijke Loteryen.
[In voetnoot] I. In 't laar 1636. was hier te Lande vooral te Haarlem als eene besmetlijke Tulp-ziekte, die nog by veelen niet geheel genezen is: alle handwerken stonden stil, en de Ambachtsgezellen pasten nergens op, dan op Tulp-kopen, totdat de magistraat daartegen een besluit nam, en alle Tulp-schulden verklaarde nietig en van geener waarde. Men kocht toen voor een Tulp 2 Lasten Tarwe, 4 Lasten Rogge, 4 vette Ossen, 8 vette Verkens, 12 vette Schapen, 2 Oxhoofden wijn, 4 Tonnen achtgulden Bier, 2 Tonnen Boter, 100 ponden Kaas, een Bed en toebehoren, een pak Klederen, een zilvere Beker, een Schip om dit weg te voeren waard 500. gulden, bedragende dit alles wel 3000. gulden, waarvoor de beste Tulp-bol niet te kopen is. In een lijste van verkopinge te Alkmaar op den 5. Febr. 1637. staat onder anderen een Viseroy van 410. azenGa naar voetnoot1 geplant 3000. gulden, een Sjery Catelijn beste soorte van 619. Azen --- 2610 gulden, makende de geheele verkopinge t'zamen aan Tulpen 90000. gulden. |
|