Den minnelijcken roosen-knop(1667)–Anoniem Minnelijcken roosen-knop, Den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Tis wonder wat een Minnaer schryft Als Venus-Kindt sijn Penne dryft. Stemme: Je languis malgre moy. CVpido Venus wicht, Van u is wel geschreven; Gy kont door uwen schicht De MIN haer voedtsel geven, Soo wordt die even licht, Van u oock wegh gedreven. 2. Ghy hebt een Pyl van Gaut, Die doet de Liefde blaecken, Oock een van Loot seer kaut, Soo jemandt die kompt naecken De MIN in hem verflaut, En doet de Liefde staecken. 3. Een Pyl van allen kant Gescherpt, quam my door-wonden; Gy hebt door MINNEN-BRANT My aen mijn Lieff verbonden: Maer g'hebt aen Amarant Den Pyl van Loot gesonden, 4. Want sy doet anders niet Als Daphne van mijn vluchten, Schoon ick tot haer uyt-schiet Met traenen, menigh-suchten, Sy spot met mijn verdriet, En haut die voor genuchten, [pagina 19] [p. 19] 5. Als ick by nacht, oft dach, (Gelijck sy doen die MINNEN) Tot haer doen mijn beklach, Om haer soo te verwinnen, Sy spot en geeft een lach Om mijn verdriet van binnen. 6. Soo vreet en kan noyt Kint Noch MIN (die goet is) wesen. Maer k'weet gy waert verblint Als dîen schicht quam geresen; Maeckt nu dat sy my MINT, Soo kont gy my genesen. VVanneer het Venus Kindt sijn Pylen eens verschiet, Soo gaet sijn eerste MIN gelijck den roock te niet. Vorige Volgende