heen te vergunnen, of van een nadere verbintenis te willen horen spreken: zo vast stond zy op haar woord.
Nacht en dag lag ik op middelen te denken, hoe my best van deze schone te verzekeren. Eindelyk viel my in, myn Vader voor te slaan, Angelika te bewegen, voor Huishouster by ons te komen inwonen, waar toe ik niet veel moeite behoefde aan te wenden, vermits de Oude Man geen het minste erg dacht.
Zyn toestemming verkregen hebbende, begaf ik my met een vergenoegt hart naar Angelika, die ik biddende de zaak voorstelde, waar in zy veel zwarigheid vond. 't Is waar, zy hoorde met een vreugde, die zy niet ontveinzen kon, myn voorstel aan; doch de opspraak der menschen duchtende, wees zy myn verzoek met minnelyke woorden van de hand; echter op eene wyze, die my de vryheid gaf, myn aanzoek te verdubbelen, waar door zy eindelyk boog, en zich liet gezeggen, onder voorwaarden nochtans, dat ik nimmer denken moest, dat zy haar hart van Hendrik zoude aftrekken, latende my het volle recht, haar te beminnen, vermits Hendrik door zyn gedrag ten vollen rechtvaardigde, dat zy zulks dulde.
Het duurde niet lang, of ik zag de schone Angelika in ons huis treden, 't geen my dermaten verheugde, dat ik in verrukking uitriep; Heb dank, ô Liefde!