Huwelykszangen, ter bruilofte van den heere Christiaan vander Meulen, en mejuffrouw Geertruid des Amorie(1720)–Anoniem Huwelykszangen, ter bruilofte van den heere Christiaan vander Meulen, en mejuffrouw Geertruid des Amorie– AuteursrechtvrijIn den echt vereenigd binnen Haarlem den 19den van slagtmaand in 't 1720ste jaar Vorige Volgende [Folio B4r] [fol. B4r] Ter Bruilofte van den Heere Christiaan vander Meulen, en Jongvrouwe Geertruida des Amorie. De Bouwman heeft meer reeden om te roemen, Op vruchten dan op bloemen; En 't welig Herfstsaizoen Kan hem veel meer voldoen Dan all' de kleur en geur van frisse roozen, Die in de Lente bloozen: Geen wonder, want dan is zyn hoop, na lang geduld, Verwisselt in 't genot van schuuren vol te laaden, Om in de winter elk met voedzel te verzaaden; Dus ryk'lyk opgevult Door 's Hemels milden zeegen, Zo onverdient verkreegen, Leeft hy, van zorg en kommer onbewust, [Folio B4v] [fol. B4v] In een gewenste rust. Dus is 't in 't huwen ook geleegen: Wanneer de jeugd alleen het aangenaam gebloos Van eene levendige roos, En leliwitte kaaken, Ja 't dertel oog vol Lonken kan vermaaken, Dan stelt hy in de bloem, Zyn hoogste vreugd en roem, Die niet meer dan cieraad kan geeven, 't Geen dikwils al te laat bedacht word in het leeven: Veel wyzer word hy dan gecht, Die steeds naar eed'le vruchten tragt, Die de Echt bekroonen met een schat van zaligheden. De vrucht van eerb're trouw en van stantvastigheid, Van naarstige yver en beleid, De vrucht van ongeveinsde zeeden: De schoonheid van een zacht gemoed: Een vreedzaame aart, die wrok noch wrevel voed, Die vyanden hervormt in vrinden, Door Liefde, die de zwaarste last verligt, Gelukkig hy, die zulk een' huw'lykshof kan vinden, Waar voor de praal der lust-prielen zwigt. ô Zedig Paar! dat nu met hert en handen, Vereenigt zyt door vaste banden: Dit vruchtbaar Paradys Van onwaardeerb're prys, 't Geen alle aardsche hoven In luister gaat te boven, Wensch ik u beide toe, bevryd van leed en druk, [Folio C1r] [fol. C1r] Van tegenspoed, van angst, van nood en vreezen. Het Algenoegzaam weezen, Bekroon' steeds uw beroep met zeegen en geluk, Ja, is 't zyn welbehaagen, Leef tot uw oude dagen, In Spruiten, die hun jeugd, Vercieren met de deugd, Tot dat gy 't Zilvere ja 't Goude bruiloftsfeest, Eens met hun vieren meugt, vernoegt en bly van Geest! CL. BRUIN Vorige Volgende