Slotwoord
Zoals wij in het eerste nummer van deze jaargang aangekondigd hebben, is dit het laatste nummer van Merlyn.
Enkele namen zijn regelmatig teruggekomen in onze essays, die van Vestdijk bijvoorbeeld, en Lucebert, Hermans en Vroman. Dat klopt precies met de concrete aanleidingen die de drie redacteuren tot de overtuiging brachten dat een nieuw tijdschrift gewenst was, vier jaar geleden. Op de ‘experimentelen’ en op onze belangrijkste romanciers bestonden nauwelijks essayistische reacties die adequaat genoemd konden worden. Wij zochten de oorzaak daarvan in de aanpak, en hebben geprobeerd om andere, meer op de bijzondere eigenschappen van ieder van die auteurs gerichte benaderingen te vinden.
Dat wij daarbij ook ongezochte vondsten deden - werk van nieuwe auteurs, scheppend en betogend - is de plezierigste verrassing voor ons zelf geweest.
De voornaamste illusie die wij koesteren nu wij ermee ophouden, is: een aantal lezers ervan overtuigd te hebben dat er heel wat te doen is en dat het gedaan kan worden. Als sommigen onder die lezers nu zelf aan de gang gaan, krijgen wij onze zin. Als dat niet gebeurt, hebben wij in ieder geval onze zin gehad, of tenminste ons plezier. Wij hopen dat de lezers daar net zo over denken, die lezers zonder wier opvallend trouwe bijval een blad als Merlyn niet had kunnen bestaan.
De redactie