Merlyn. Jaargang 4
(1966)– [tijdschrift] Merlyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 325]
| |
ArgwaanIn Tirade heen J.H.W. Veenstra een stuk tegen mij geschreven dat eigenlijk op een gek misverstand stoelt. Veenstra ziet namelijk overal polemiek, dreigingen, duistere bedoelingen. Als ik, om zakelijke redenen, een stuk in drieën breek, en in drie nummers van Merlyn publiceer, gaat zijn argwaan al aan het werk. De eerste en de laatste afdeling zijn in paragrafen ingedeeld, meldt hij. Het middelste niet, ‘om onnaspeurbare redenen’! Veenstra wordt bedreigd! In werkelijkheid is er geen vuiltje aan de lucht: het stuk kon niet in één nummer van Merlyn, ik moest een efficiënte driedeling zoeken, en midden in het hele essay was een kort deel dat een gesloten geheel vormde. Het gedeelte daarvoor verscheen dus eerst, daarna het korte middenstuk, en tenslotte het laatste gedeelte. Het eerste en het laatste stuk deelde ik voor de overzichtelijkheid in paragrafen in. Aan Veenstra heb ik daarbij eerlijk gezegd niet gedacht. Ik denk eigenlijk nooit aan Veenstra. Dat is niet aardig maar wel waar. Veenstra noemt Hermans een ‘patiënt’, met een ‘ziekelijke afwijking’. Het lijkt mij nogal kras. Ik geloof niet dat Veenstra een patiënt is, maar erg argwanend vind ik hem wel.
J.J.O. | |
DefinitieDe Veenstra voornoemd spreekt zich in hetzelfde stuk in bittere termen uit over mijn definitie van het litteraire werk, en hij komt met een tegendefinitie: ‘een literair c.q. kunstwerk (kan als volgt omschreven worden): een geraffineerd geformeerde suggestie van werkelijkheid.’ (cursief van V.). Ik moet bekennen dat ik het een en ander mis in deze definitie. Aan de ene kant wordt ons niet meegedeeld dat het om een taalverschijnsel gaat; aan de andere kant heb ik nog niet door hoe men met deze definitie de literatuur kan onderscheiden van andere taalverschijnselen. Is een geschiedwerk of een ander goed gecomponeerd stuk proza litteratuur, anders dan bij wijze van spreken? Is een kunstoog, toch zeker een geraffineerd geformeerde suggestie van werkelijkheid, een kunstwerk, per definitie? Ik zou voor een definitie liever uitgaan van die eigenschappen die het betreffende verschijnsel karakteriseren, d.i. ondermeer onderscheiden van andere verschijnselen. Niet alleen Veenstra's opvatting van litteratuur verschilt van de mijne, maar ook over het begrip difinitie hebben wij andere opvattingen, en naar ik hoop over heel veel andere dingen.
J.J.O. | |
ApartheidHet is altijd leuk als een bepaald onderwerp in is. De buitenstaander krijgt dan de kans, weer eens oorspronkelijke en onoorspronkelijke geesten van elkaar te onderscheiden. | |
[pagina 326]
| |
Nu de apartheid in het middelpunt van de discussie staat, mag men er op rekenen dat de volgzamen hun tegenstanders van apartheidsneigingen zullen beschuldigen, in en buiten de litteratuur. Veenstra (z.b.) en Van Galen Last (in de N.R.C.) hebben beiden een kernachtige uitspraak gezocht over de kritische uitgangspunten van Merlyn, en komen dus terecht bij: (litteraire) apartheid. Een tip voor deze en andere heren: voor de komende maanden blijven provo's en hallemannetjes nog koersvaste aandelen. Bouwvakkers zijn een tijdelijk verschijnsel geweest, vrees ik. Nu wij het toch over de apartheid hebben, daar zitten tot mijn verbazing toch ook leuke kanten aan. In Studio K draaide onlangs een progressief filmpje (recept: Glas) waarin, als ik het goed begrepen heb, betoogd werd dat het maken van sigaretten hetzelfde is als het maken van moderne kunst. Men kent de theorie van Charles: tegenstanders van abstracte kunst zijn in de politiek reactionnairen (of als het even kan zelfs fascisten). Een soortgelijke theorie heeft Gomperts in zijn oratie ontwikkeld over de litteraire kritiek. Het moet dus wel waar zijn, want als die twee het eens zijn... In de praktijk (dit zeg ik er nu bij): aanhangers van de moderne kunst zijn tegen de apartheid, want een beter voorbeeld van oprecht fascisme kan ik niet zo gauw vinden. Maar kijk, iedere theorie heeft zijn uitzonderingen. Het reclamefilmpje dat zo positief over de moderne kunst oreerde, was gemaakt op basis van de Stuyvesant collectie. En U weet: Stuyvesant, dat is de apartheidssigaret, in Engeland door alle progressieven geboycott. Trouwens, Sonja Henie, ook niet wars van rechtse politiek, heeft een van de beroemdste verzamelingen hedendaagse kunst. Misschien moet de theorie dus wat anders geformuleerd worden? Uit behoefte aan apartheid doen sommige verzamelaars gekke dingen. Helemaal alleen een kwestie van de verzamelaars is het trouwens niet. De tekst bij dat stukje Stuyvesant-propaganda was van Bert Schierbeek, - toch ook een linkse man? Ik vind het best (nu ja, best), ieder zijn schnabbel in welvaartsland, maar als ik Charles was zou ik toch weer eens in de driftige pen klimmen, want zo'n scheur in zijn theorie, dat moet hij toch niet prettig vinden.
J.J.O. |
|