Merlyn. Jaargang 2
(1963-1964)– [tijdschrift] Merlyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 84]
| |
Incognito of met z'n drieën(23 februari '64) Eergisteren werd in Den Haag een Merlyn-avond gehouden, waarop de drie redacteuren hun opvattingen over diverse zaken uiteenzetten, en Jan Wolkers een verhaal, De achtste plaag, voorlas. De opkomst was verrassend. Er moet onder de belangstellenden zelfs een regerend vorst geweest zijn, die zo getroffen werd door ons optreden, dat hij de volgende dag in het plaatselijke dagblad Het Vaderland verslag uitbracht van zijn bevindingen. Hij of zij verbergt zich in de krant achter onschuldige initialen (W.A.B.), maar valt op een paar plaatsen door de mand. Het consequente gebruik van de pluralis majestatis is bijvoorbeeld opvallend, en kleine trekjes als ‘Koningin-Moeder’ waar een gewoon verslaggever geen kapitalen gebruikt zou hebben, en het verontrust signaleren van de weinig hoofse kledij van Wolkers en van ‘zekere risico's van majesteitsschennis’ (n.a.v. een scheef opgeblazen Michelin-mannetje uit De achtste plaag, dat tegen een beeld van gezegde KoninGin-MoeDer watert), dergelijke symptomen wijzen onmiskenbaar op persoonlijke betrokkenheid. Dat het verhaal van Wolkers ‘ongepubliceerd’ genoemd werd (het verscheen in Merlyn II, 1) is een kleine vergissing, die verbazing zou wekken bij een letterkundige medewerker, maar van een vorst mag men nu eenmaal niet verwachten dat hij de litteraire tijdschriften bijhoudt. Of zit het anders? Heeft Het Vaderland onze manifestatie zo belangrijk gevonde dat er drie verslaggevers gestuurd werden, de heren W, A en B, die na afloop hun notities vergeleken hebben, en er toen één stuk van maakten (waarbij helaas niet altijd de door de sprekers gebruikte argumenten bij het juiste onderwerp terecht kwamen). Ook dan mag de Merlyn-redactie niet ontevreden zijn. Wij, ik bedoel F, d'O en O, en niet J, J en O, hadden heus niet verwacht dat wij met ons spierinkje een kabeljauw zouden vangen. Een flinke brasem, dat is al heel wat. Als de tweede hypothese juist zou zijn, wordt de opmerking over majesteitsschennis wel een beetje onbegrijpelijk. Het lijkt op: 88888 bellen. Wij in Amsterdam hebben het gevoel dat de politie zich de laatste tijd wat teveel voor de litteratuur interesseert, en op de verkeerde manier. Maar in Den Haag is dat misschien weer anders.
J.J.O. | |
Reprise(3 maart) Een kleine aanvulling op het bovenstaande blijkt inmiddels noodzakelijk. De voorzitter van een haagse club, Het Vaderland uiteraard goed lezend, kwam tot de overtuiging dat een al gedane uitnodiging aan Wolkers om een verhaal te komen voorlezen, beter maar weer ingetrokken kon worden. ‘Zekere risico's van majesteits-schennis’, dat is niet niks. De soep is, door het blazen van een tussenpersoon, niet zo heet gegeten als ze opgediend werd, maar Wolkers heeft toch zijn verhaal naar men zegt niet kunnen voorlezen zonder een voorzichtig voor-praatje van de hopman van de club. (Het was De achtste plaag...) Zó onschuldig zijn stukjes in de krant; en zo naïef was ik toen ik meende dat ik het verslag van W.A.B.(raasem) wel met een grapje af kon doen.
J.J.O. |
|