[Brief aan de redaktie]
De redaktie ontving de volgende brief, die zij hierbij graag onder de aandacht van de lezers brengt, omdat hij een interessante aanvulling vormt op de analyse van Achterbergs Depersonalisatie.
Aan de regels: ‘Woorden buiten het mondeling op ruiten / Mijn naam en ik gescheiden van elkaar’ mogen wij naar mijn mening een ietwat concretere betekenis geven. Mijn eerste indruk was, dat de dichter zijn eigen naam op een etalageruit zag staan. Bij navraag bleek ter plaatse inderdaad een meubelwinkel Achterberg(h) te bestaan, een grote winkel aan een drukke straat.
Toen mijn ouders, die de dichter goed kenden, deze veronderstelling aan Mevrouw Achterberg overbrachten, bevestigde zij dat de dichter de naamsgelijkenis was opgevallen en dat het merkwaardige gevoel de eigen naam op een winkelruit te zien staan een aanleiding tot het schrijven van dit gedicht was geweest.
Uw analyse heb ik met veel belangstelling en vaak ook met instemming gelezen. Het voortreffelijke, voor de dichter naar mijn mening zeer karakteristieke vers, is een zo uitvoerige behandeling meer dan waard.
J. Fontein
Amsterdam