universele grammatica van de mens vormt een rode draad in de bundel vraaggesprekken van journaliste Liesbeth Koenen. In twintig vlot geschreven interviews, waarvan het eerste met de goeroe van de naoorlogse taalkunde Noam Chomsky, komen onderwerpen aan de orde uiteenlopend van de betrekkelijke bijzin tot pidgin- en creolentalen, fonologie en lexicografie.
Alle interviews zijn onderhoudend en de meeste ook leerzaam. De leukste gesprekken zijn misschien wel die met Hugo Brandt Corstius (‘een woord kan niet vies zijn’), dr. J.B. Drewes (in zijn eentje samensteller van de ‘Grote Koenen’) en de eigenzinnige prof. P.C. Paardekoper. Het vermogen te verlangen biedt een uitstekende informele kennismaking met de wondere wereld van de taalkunde, een kennismaking die via de lijst aanbevolen literatuur kan worden verdiept.
Rudy Kousbroek Einsteins poppenhuis. Essays over filosofie I.
Essayist Rudy Kousbroek staat al ruim twintig jaar bekend als een vurig bestrijder van pseudowetenschap en een pleitbezorger van het gezond verstand. Einsteins poppenhuis, zijn nieuwste bundel opstellen, handelt in tegenstelling to de delen uit zijn reeks Anathema's uitsluitend over filosofie, religie en (pseudo-)wetenschap. De essays, daterend uit de jaren tachtig, vertegenwoordigen Kousbroek op zijn allerbest. Hoogtepunten vormen onder meer de ironiserende hoofdstukken over Mulisch en de bittere aanvallen op Andreas Burnier en Stephanie de Voogd. Wie spijt heeft het boek uit te hebben kan zich vastklampen aan het Romeinse cijfer in de ondertitel, dat uitzicht biedt op meer.
W. Roebroeks Oermensen in Nederland. De archeologie van de oude steentijd.
Door spectaculaire opgravingen in de laatste tien jaar weten we dat ons land al in een veel vroeger tijdvak bewoond was dan tot dusver werd aangenomen. Al in de oude steentijd, 250000 jaar ofwel 10000 generaties (!) geleden, bewoonden kleine groepen ‘oermensen’ kampementjes in Zuid-Limburg. De restanten daarvan werden vanaf 1981 blootgelegd in de Belvedère-groeve aan de Maas dicht bij Maastricht.
Prehistoricus Wil Roebroeks was als onderzoeker betrokken bij deze opgravingen en promoveerde er in 1989 op aan de Rijksuniversiteit Leiden. Bewonderenswaardig is dat hij zijn verhaal ook in een voor leken toegankelijke vorm heeft willen opschrijven en, belangrijker nog, dat hij hierin uitmuntend is geslaagd. Oermensen in Nederland geeft namelijk niet alleen een leesbaar en degelijk overzicht van de verrassingen van de Belvedère-groeve, maar plaatst deze tegelijkertijd in de bredere context van het ontstaan en de evolutie van de mens. Roebroeks boek, dat overigens schitterend is geïllustreerd, doet je afvragen hoe de wereld er uit zou zien als alle promovendi zo boeiend over hun vak zouden kunnen vertellen.
Govert Schilling Werelden naast de aarde. De planeten: ontstaan, evolutie, onderzoek.
De indrukwekkendste en nuttigste missie uit de geschiedenis van de ruim-