Wijn uit Hochheim
Weyerman noemt veelvuldig allerlei soorten wijn: hij was duidelijk een liefhebber. De witte, wat rinsige wijn uit Hochheim is een uitstekende begeleider van Colchester oesters. De drielingen waarover hij in Den Amsterdamschen Hermes schrijft, zijn flessen met een korte hals en dikke buik, met een inhoud van bijna een liter (drievierde van een kan). Vanouds is het een prijzige topwijn onder de rijnwijnen. Hochheim was het centrum van de handel in rijnwijn, een plaats aan de Main, schuin tegenover Mainz gelegen, waar de Main uitmondt in de Rijn. Dit eeuwenoude wijnbouwgebied valt net onder de Rheingau-streek, waar tegenwoordig vooral Riesling wordt geproduceerd.
Ook de Engelse adel was een groot liefhebber. Al vanaf de zeventiende eeuw importeerden de Engelsen ‘hock’ uit Hochheim. Deze import nam toe met de komst van koning George i, een Duitser van origine. In de negentiende eeuw werd dit de lievelingswijn van de Britse vorstin Victoria en ook van de Engelse middenklasse. Wel werd de wijn toen zoeter gemaakt.
De Chalmot plaatst een mooie rijnwijn tegenover een schone maagd: zoals de laatste slechts in haar jeugd bevallig is, moet deze wijn juist ouder zijn om lekker te wezen. Rijnwijn is fruitig en rins als hij jong is, maar verliest die zurigheid in de loop der tijd. Dan is hij goed voor oude mensen - die conform de humorenleer met de jaren kouder van natuur worden - want deze oudere wijn bevat een vuur dat ‘de koude grijsaard’ gedurende enkele uren verwarmt, waardoor deze zich even heel jong voelt.
Weyerman wist wel wat lekker was en waarmee je goede sier kon maken. In zijn werken noemt hij tal van gerechten die destijds in de mode waren, en die we terugvinden in keukenrecepten.