Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 42
(2019)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 70]
| |
De Vrolyke Navorscher
| |
De schuldeisersDirk en Jacob Kool waren twee doopsgezinde broers die in 1709 trouwden met twee zusjes Van Bronkhorst, Dirk met Katarina en Jacob met Geertruij. Van hun moeder erfden ze een spiegelwinkel in de Kalverstraat. Als ondernemers waren | |
[pagina 71]
| |
de gebroeders Kool geen kleine jongens. In september 1730 overleed Jacob.Ga naar eindnoot4 Vervolgens kocht Dirk de weduwe uit. Daarvoor moest hij de helft van 190.000 gulden op tafel leggen.Ga naar eindnoot5 Het kan zijn dat hij zich daaraan vertilde, want enkele jaren later ging Dirk failliet. Dat faillissement werd door de Desolate Boedelkamer uitvoerig gedocumenteerd. Honderden spiegels en lijsten gingen onder de hamer en uiteindelijk bracht de spiegelwinkel meer dan tienduizend gulden op.Ga naar eindnoot6 Toch is het niet zo dat Weyerman een zo grote narcist was dat hij voor 33 gulden of meer aan spiegels had gekocht. De broers hadden hun geld, en ook een aanzienlijk bedrag aan geleend geld, in vastgoed belegd. Dat blijkt uit de boedelverdeling tussen Dirk en zijn schoonzus Geertruij. Onder de onroerende goederen die zij verdeelden, bevond zich een huisje aan de zuidzijde van de Wijde Lombardsteeg, het tweede huis vanaf het hoekhuis aan het Rokin.Ga naar eindnoot7 Aangezien Weyerman in de Lombardsteeg woonde, verklaart dat de schuld: Weyerman woonde daar in een huis van Dirk en (wijlen) Jacob Kool. Meteen dringt zich een vraag op: zou die woning nog bestaan? Volgens de Amsterdamse transportregisters of ‘kwijtscheldingen’ werd het pand gedurende de achttiende eeuw enkele malen verkocht.Ga naar eindnoot8 Bij de verkoop in 1803 blijkt het een nummer te hebben gekregen: nr. 5. Vervolgens is het voormalige huurhuis van Weyerman tweemaal omgenummerd, in 1853 en in 1875. Van 1875 tot 1901 ging het door het leven als nr. 4.Ga naar eindnoot9 Toen wilde The Marine Insurance Company Ltd. een kantoor bouwen. Architect Gerrit van Arkel, een liefhebber van de Jugendstil, maakte er iets moois van; daar is de stad niet slechter van geworden. Wel werden ten behoeve van de nieuwbouw alle panden aan de zuidzijde van de Lombardsteeg gesloopt, inclusief nr. 4. Een pelgrimage naar de woning van Weyerman zit er dus niet meer in, maar de schrijver die wanhopig op zoek is naar inspiratie zou natuurlijk kunnen overwegen om bij de flexwerkplekken-makelaar Unitz een ‘stylish workspace’ te huren. Misschien zweeft de geest van Weyerman nog rond in het tegenwoordige rijksmonument aan het Rokin.
ton jongenelen | |
[pagina 72]
| |
RectificatiesHelaas zijn er in het vorige nummer van de Mededelingen (2018, nr. 2) op het laatste moment enkele fouten geslopen. In het artikel van Jan Postma, ‘Joan Melchior Kemper, oud-patriotse wegbereider van de constitutionele monarchie’ (p. 122-135) zijn twee portretten verwisseld. Het portret op p. 127 verbeeldt Joan Melchior Kemper ten voeten uit, geschilderd door D.P.G. Humbert de Superville, en had op p. 123 afgedrukt moeten worden. Het portret op p. 123 is van de oud-patriot en napoleontische directeur van belastingen Elias Canneman. Het is een kopie van een verloren gegaan schilderij door Charles Howard Hodges. Joan Melchior Kemper ten voeten uit, door D.P.G. Humbert de Superville
Portret Elias Canneman, door Charles Howard Hodges (kopie)
Verder zijn in dit artikel de laatste tekstuele wijzigingen van de auteur niet verwerkt. De laatste alinea van p. 126 behoort te beginnen als ‘Daar ging het echter minder voorspoedig. De bijeenkomst bij Van Hogendorp thuis aan de Haagse Kneuterdijk werd een fiasco. De vreesachtige oud-regenten weigerden het plakkaat te ondertekenen. Alleen werd afgesproken dat iedere deelnemer in een nieuwe vergadering op 20 november met een patriots regent zou terugkomen. Daar werd onder meer door Falck op aangedrongen, die als secretaris was aangezocht’. Op p. 130 (zesde regel van onder) moet ‘Souverein de Vorst’ uiteraard worden gelezen als ‘Souverein Vorst’. De laatste alinea op p. 131 spreekt van ‘de prestatie’ van Kemper, hetgeen gelezen moet worden als ‘de verdienste’. | |
[pagina 73]
| |
Portret Jan Jacob Mauricius
Portret Pieter de la Ruë
In de bijdrage van Lieke van Deinsen en Geert-Jan Janse aan de rubriek De Vrolyke Navorscher, ‘Twee onbekende pruikendragers: de onthulling’ (p. 169-171), zijn op p. 170-171 de portretjes verwisseld. Het portret op p. 170 verbeeldt Pieter de la Ruë en hoort dus thuis op p. 171, terwijl het portret op p. 171 toch echt van J.J. Mauricius is en dus op p. 170 had moeten staan. redactie |
|