Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 41
(2018)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 156]
| |
Achttiende-eeuwse ABC-boeken voor de jeugd
| |
Het hornbook, AB-bordje of schoolbordjeDetail van de kinderprent ‘Wilt hier, ô jeugd! met lust begluuren, Een reeks van fraaije dwerg-postuuren’ (Amsterdam, Erven Wed. C. Stichter, [1715-1813]), nr. 12. Collectie Rijksmuseum: RP-P-OB-206.853
Het hornbook is een rechthoekig velletje perkament of papier van duodecimoformaat (ca. 12 × 7 cm) met daarop geschreven of gedrukte letters van het alfabet, lettergrepen en/of het Onze Vader. Om de tekst te beschermen werd deze bedekt met een heel dun velletje hoorn (van bijvoorbeeld een koe), dat op een houten plankje met handvat (als bij een kaasplankje) vastgespijkerd of met krammetjes vastgezet werd. In het handvat werd een gat gemaakt waardoor een touwtje kon worden gedaan om het plankje desgewenst aan de broekriem of de muur te hangen. Het hornbook komt oorspronkelijk uit Groot-Brittannië en wordt al genoemd in een archiefstuk uit 1405. In de Nederlanden noemde men zo'n plankje ook wel schoolbordje of AB-bordje. Daarvan zijn er in ons land nog maar vier over, maar in Groot-Brittannië zijn er veel meer bewaard gebleven. Hornbooks werden tot in de achttiende eeuw op school gebruikt, getuige een notitie op een van de bordjes. Het is het oudst bekende Nederlandse hornbook: | |
[pagina 157]
| |
een eikenhouten plankje van 11,4 × 6,7 cm, waarop het papier met koperdraad is bevestigd. Onderaan staat de naam van de uitgever: d'Erve de Groot te Amsterdam, die daar werkzaam was van 1719 tot 1738. Op de achterkant van het plankje staat geschreven: ‘Schoolbortie van mijn Dogter Catharina Wieuland bewaart tot haar gedagtenis 1739’.Ga naar eind2 Nog op een kinderprent met allerlei dwergen erop uit circa 1785 staat een dwerg-schoolmeester met een bordje en de tekst als op de illustratie op de pagina hiernaast.Ga naar eind3 | |
Het haneboekDe opvolger van het hornbook is het haneboek: een boekje van octavoformaat (ca. 17 × 10 cm) met een of meer alfabetten in diverse lettertypen, alle vocalen en ‘Mede luydende Letteren’, lettergrepen, de geloofsbelijdenis, de doopformule, de Tien Geboden, de woorden van Christus tijdens het Laatste Avondmaal, enkele gebeden en een gedicht met leefregels waarvan de versregels beginnen met de letters van het alfabet. Voorop of erin staat een haan afgebeeld als symbool van vroeg opstaan om vlijtig aan het werk te gaan. Ook wordt er vaak een schoolklas afgebeeld. Het haneboek werd op één vel gedrukt, dat vervolgens zo gevouwen werd dat er een boekje ontstond van zestien pagina's, die vaak niet werden losgesneden om alles goed bij elkaar te houden.Ga naar eind4 In de loop van de zeventiende eeuw ging dit boekje Groot ABC-boek of Nieuw groot ABC-boek heten en in de tweede helft van de achttiende eeuw werd het erg populair.Ga naar eind5 Een Groot ABC-boek uit 1781, uitgegeven bij Adam Meyer in Amsterdam, heeft als ondertitel Zeer bekwaam voor de jonge kinderen te leeren, gevolgd door het rijmpje dat bovenaan dit artikel staat. Op de eerste pagina vinden we een haan afgebeeld met daaronder: De Haen verkondight 's Heeren Dagh,
Heeft by syn Huysgesin ontsagh:
Hy roept een yeder vroegh aen 't werk
En Sondaeghs neerstigh in de Kerck.
Haan en letters in het Groot A/B/C/Boek (Amsterdam, Adam Meyer, 1781). Collectie UvA, Bijzondere Collecties: OK 04-3856
Daarna volgen acht alfabetten, waarvan vijf met Gotische, twee met Romeinse en één met cursieve letters. Dan vinden we de vocalen en de medeklinkers en | |
[pagina 158]
| |
vele lettergrepen van twee letters. Van deze lettergrepen beginnen er dertien met een a, dertien met een e, dertien met een i, dertien met een o en dertien met een u. Vervolgens komen Ba, Ca, Da, Fa, Ga, Ha, Ja, Ka, La, Ma, Na, Pa, Ra, Sa, Ta, Va, Wa en Za en daarna combinaties met e, i, o en u. Dan volgen ‘Dat Vader Onze’, ‘De Hoofd-artykelen onzes Christelijcken Geloofs’, ‘Van den Heiligen Doop’, ‘De Tien Geboden des Heeren’, ‘Van 't Nagtmaal Christi’, ‘Het Morgen gebed’, ‘Het Avond Gebed’, ‘Gebed voor het Eeten’, ‘Een ander voor het Eeten’, ‘Gebed na het Eeten’, ‘Een ander na 't Eeten’ en tot besluit het ‘Christelyke A/B/C’. Dat laatste bestaat uit 25 korte religieuze tekstjes die beginnen met de letters van het alfabet (minus de J) en een opdracht, aanmoediging of spreuk inhouden, zoals:
A Alle goede Giften, ende volmaakte Gaven, die komen van den Vader der Ligten.
B Bid Godt om Wysheyd zy zal u gegeven worden.
C Christus is voor ons Gestorven op dat wy zouden Leven.
D De Dood der Gelovige en is geenen Dood maar een doorgang in 't Eeuwige Leven.
E Elendigh Mensche! denk op 't Sterven.
F Frayer is 't toekomende Leven, dan 't tegenwoordig.
Deze inhoud is ontleend aan het zestiende-eeuwse Emder bedingen (gebedenboekje uit Emden) of Groot Emder. Dat is een abc-boek met gebeden uit een te Emden voor de protestantse gemeenten gedrukte catechismus.Ga naar eind6 Een Nieuw groot A/B/C/Boek, uitgegeven in 1765 bij Salomon Cohen in 't Reenseveen (Veenendaal), heeft ongeveer dezelfde inhoud, maar aan het eind vinden we een ander ‘Christelijk A B C’. Het is een gedicht van zes kwatrijnen, waarvan de eerste letters van de regels het alfabet vormen (minus de J en de Q). Deze tekst die, als daar aangegeven, gezongen kan worden op de wijs van ‘O Zalig, heilig Bethlehem’, begint aldus: Ach Heer! terwijl ik in mijn Jeught
Ben gansch besmet met vuile zonden,
Cier my voor uwen Geest met Deugt:
Doe my in Christus zijn gevonden.
In sommige haneboeken is duidelijk invloed van de Verlichting te merken, want het abc-gedicht aan het eind is dan algemeen opvoedend in plaats van religieus. Bijvoorbeeld: een haneboek uit 1794, uitgegeven bij David du Mortier in Leiden, bevat een abc-gedicht met bij de A: ‘Al wat kwaad is moet gij mijden’ en bij de F: ‘Feestgang moet geen Schoolgaan weeren’. Volgens de Bibliografie van achttiende-eeuwse school- en kinderboeken van het echtpaar Buijnsters was in die eeuw van alle abc-boeken het haneboek het meest voorkomende en kende het enkele varianten: zo zijn er haneboeken voor calvinisten, katholieken, joden en lutheranen bekend.Ga naar eind7 | |
Het beeld-alfabetRond 1750 verscheen bij ‘boekverkooper’ Kornelis de Wit (werkzaam: 1736-1764) in Amsterdam een haneboek, getiteld Groot A,B,C, boek, maar nu met prenten, een beeld-alfabet. Dat was iets nieuws: een leesmethode, die bij elke letter van | |
[pagina 159]
| |
het alfabet een afbeelding geeft van een ding of een dier, waarvan het kind het bijbehorende woord moet raden, want dat staat er niet bij. Bij de A zien we een prentje van een aal, bij de B een bril tot en met de Y van ‘ey’ (ei!) en de Z van zeef. De letters I en J staan samen bij de afbeelding van een inktpot, bij de X wordt geen voorwerp of dier, maar een fraaie X afgebeeld. Met dit boek leerden vrijwel alle kinderen in die tijd lezen. Een beeldalfabet uit Kornelis de Wit (ed.), Een nieuwyks uitgevonden A.B.C. boek (Amsterdam, Kornelis de Wit, 1759). Privécollectie
Telvoorbeelden uit Kornelis de Wit (ed.), Een nieuwlyks uitgevonden A.B.C. boek (Amsterdam, Kornelis de Wit, 1759). Privécollectie
Maar daar liet De Wit het niet bij. In 1759 publiceerde hij een ander abc-boek (16 × 10 cm), met veel meer tekst en vier alfabetten met bij elke letter (behalve de X) een prentje.Ga naar eind8 De lezertjes hoeven nu niet meer te raden naar de benamingen van de getoonde dieren en dingen, want die staan nu op de pagina ernaast. Ik citeer hier de gehele titel, omdat die de inhoud en bedoeling van dit leerboekje duidelijk weergeeft. Daaruit blijkt ook dat het om meer dan leren lezen gaat: Een nieuwlyks uitgevonden A.B.C. boek. Om de kleine kinderen, op eene gemakkelyke wyze, de verscheide soorten van letteren [letters] te leeren kennen en noemen: door middel van figuuren, by de kinderen bekend: en welker naamen de klank der letteren, zo veel mogelyk, uitdrukken. Hier by is gevoegd, een nieuwe manier om de kinderen, door afbeeldingen, te leeren tellen: de byzondere soorten van cyfer-letters te leeren kennen en noemen: mitsgaders de voornaamste streeken der winden, op het compas. Benevens eenige afbeeldingen van kopere, zilvere en goude geld-munten, in deze Provintien gangbaar. Alles, ten dienste der eerste jeugd. Daaronder staat als motto: ‘Die met deze Printjes Speelen, Zal 't A.B. niet ligt verveelen’. | |
[pagina 160]
| |
De letter N (voor Neêrland) uit Johan Hendrik Swildens, Vaderlandsch A-B boek voor de Nederlandsche jeugd. Op de vloer kaarten van de VOC-gewesten (Amsterdam, W. Holtrop, 1781). Privécollectie
Het boekje begint met vier verschillende alfabetten met prentjes: twee Duyts (Gotisch), een Romyns (niet cursief) en een Schrijf (cursief) alfabet met ernaast de bijbehorende woorden zoals Arend, Boek, Citroen tot en met Wereld, X, Yzerepot en Zoutvat. Daarna volgen pagina's met cijfers om te leren tellen en klokkijken, munten om te leren rekenen met geld, de bijbelse geschiedenis in vraag en antwoord, de artikelen des geloofs, het doopformulier, de Tien Geboden en tot slot een aantal gebeden. Het boekje was dus uitermate geschikt als voorbereiding op het leven na de school zowel wat betreft praktische informatie als religieus onderricht. In zijn ‘Voorbericht’ geeft De Wit aan dat hij iets nieuws op het terrein van spel- en leesonderwijs te bieden heeft, en legt hij zijn leermethode uit. Het leesonderwijs ging tot nog toe uit van de spelling en niet van de klank. Dat leidde tot het opdreunen van afzonderlijke letters zoals: bé aa el (bal). In zijn boekje benadrukt hij het educatieve aspect, dat veel meer dan bij vroegere haneboeken aanwezig is. Om tot kennis te geraken moet de jeugd de letters op aangename wijze en al spelende leren, met behulp van afbeeldingen van voorwerpen en dieren uit de wereld van het kind zoals een bril, duif, klomp, mes, koe, pijp, schoen, tol, wieg en ei; de x moet het van een ‘Exster’ (ekster) hebben! Het gaat trouwens wel om de jeugd uit de betere kringen, gezien begrippen als ‘cedul’ (doopceel), degen, eenhoorn, viool, notenboek, ‘pallet’ (badmintonracket), theebus, waaier en zoutvat. Ook zal zo'n geïllustreerd boekje relatief duur zijn geweest vanwege de extra kosten van het laten maken van prenten. Alles is helemaal bedacht en uitgelegd volgens de ideeën van de Verlichting of zoals De Wit het in zijn ‘Voorbericht’ verwoordt: | |
[pagina 161]
| |
Gelyk het Leezen volstrekt noodzakelyk is, om tot alle soorten van Wetenschappen te geraken, zo is de kennis der Letteren, daar toe de eerste en noodzakelykste Trap. Elk die iets toebrengt, om het verkrygen deezer kennis gemaklyk en vermaakelyk te maken, doet buiten twyffel, een nuttelyk Werk. Daarna legt De Wit het gebruik van zijn boekje uit en besluit zijn inleiding met een kort versje: Die de Letter nog niet weet,
Vraag het Beeldje hoe hij heet.
Wie zou 't Schoolgaan niet begeeren,
Als hij Speelen kan en Leeren?
Dit versje doet denken aan de bekende versregels van Hieronymus van Alphen uit zijn bundel kinderversjes (1778): ‘Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen. En waarom zou mij dan het leeren verveelen?’.Ga naar eind9 Zou het versje van De Wit hem geïnspireerd hebben? Behalve om te leren lezen geeft het boekje ook instructies over tellen en diverse in de Nederlanden gangbare munten, verduidelijkt met een aantal prenten. Eén prent gaat over tellen en cijfers: we zien een linker- en rechterhand met boven de vingers de getallen i tot en met x, dus in Romeinse cijfers. Om een afbeelding van een grote klok zijn twaalf hokjes gegroepeerd met elk een kleine afbeelding en eronder een Arabisch en een Romeins cijfer, die cijfers gaan van 1 tot en met 12: 1. Man i; 2. Vrouwen ii, 3. Boomen iii tot en met 10. Stuiters x, 11. Hoofden xi en 12. Steenen xii (dominostenen van 1-12). Onder de klok is een windroos afgebeeld, waarop de windrichtingen zijn aangegeven. Het geldgidsje telt zes pagina's met tekst en afbeeldingen over de waarde van de geldstukken die toen in ons land in omloop waren. Ze lopen van een duit en een stuiver (= acht duiten) tot een gouden rijder (veertien gulden). Het boekje eindigt met bijbelse informatie in vraag- en antwoordvorm, enkele gebeden en de geloofsartikelen. | |
Het prent-abcOok al had De Wit in zijn vernieuwde spel- en leesmethode de religieuze teksten gehandhaafd, het boekje sloeg niet aan. De ouderwetse haneboeken bleven op de scholen nog lang in gebruik. In de jaren zeventig van de achttiende eeuw kwam er een omslag door de grote invloed van filantropijnen als Johann Bern- | |
[pagina 162]
| |
hard Basedow en Joachim Heinrich Campe.Ga naar eind10 Daarna werd het onderwijs steeds kindvriendelijker en vooral gericht op praktisch nut en goed burgerschap. Het prent-abc is weer een volgend stadium in de ontwikkeling van het abc-boek. Het gaat hoofdzakelijk over één onderwerp met per letter een afbeelding van een halve of hele pagina. Dit genre kwam in de achttiende eeuw niet veel voor. Pas in de volgende eeuw ging het met steeds mooiere en grotere afbeeldingen over diverse onderwerpen verschijnen, waarbij het accent ook en steeds meer kwam te liggen op het vermaken van de jeugd: de invloed van de Verlichting nam blijkbaar af. Hierna volgen beschrijvingen van de enkele bekende achttiende-eeuwse prent-abc's. | |
1 Vaderlandsch A-B Boek voor de Nederlandsche JeugdRechtsgeleerde en filosoof Jan Hendrik Swildens (1745-1809) was enthousiast geworden door het Neues ABC Buch (1772) van de Duitse pedagoog en schrijver Christian Felix Weisse (1726-1804). Deze was een van de vertegenwoordigers van de Verlichting in Duitsland en wordt beschouwd als de grondlegger van de Duitse kinderliteratuur. Een dergelijk boekje wilde Swildens ook voor de Nederlandse jeugd maken. Daarvoor reisde hij zelfs naar Leipzig om met Weisse te overleggen. Het moest een alfabetisch gerangschikt lees- en leerboekje worden volgens de ideeën van de Verlichting, met een patriottisch in plaats van een confessioneel karakter. Swildens was van mening dat religieus onderwijs neutraal moest zijn, opdat elke godsdienstige richting zich erin kon vinden. De teksten moesten de leerlingen onderwijzen in nuttige en verstandige zaken en brengen tot maatschappelijke deugden als burgerzin en liefde voor het vaderland. Bij elke letter moest niet zoals gebruikelijk een dier of voorwerp worden afgebeeld, maar een anekdotische prent, liefst verwijzend naar een ideologische onderwerp of het grootse verleden van het vaderland. Het resulteerde in een anoniem door Swildens bij Willem Holtrop te Amsterdam in 1781 uitgegeven Vaderlandsch A-B boek voor de Nederlandsche jeugd met 32 kopergravures van een halve pagina.Ga naar eind11 Het boek (22 × 13 cm) bestaat uit een pagina met zes alfabetten van hoofd- en kleine letters in diverse lettertypen en 27 pagina's met voor elke letter van het alfabet één pagina (behalve de G, die krijgt er twee). Op elke pagina staat een illustratie met eronder een tweeregelig rijmpje en een toelichting in proza. De onderwerpen zijn akkerman, burger, ‘cyffermeester’, dijk en duinen, eendracht tot en met wol, Xantippe, ijzer, zout en zeep. Bij de G vinden we God als schepper van de dag en als schepper van de nacht. Deugden zoals eensgezindheid en patriottisme staan centraal. Enkele voorbeelden: Eendragt is onze eerste Deugd, is ons dierste pand:
Daar door bloeit elk Huisgezin, en het gantsche Land.
Ee Ee | |
[pagina 163]
| |
tusschen de Gebuuren, tusschen alle de Inwooners eener Stad of Plaats, tusschen Regenten en Onderdaanen. Dus alleen kan een Huisgezin, eene Maagschap, eene Stad of Landstreek recht gelukkig zyn’. Bij de Z wordt de kern van het boek geformuleerd: zoals het lichamelijk leven zout en zeep niet kan ontberen, zo kan ons geestelijk leven niet zonder verstand en deugd: Zout geeft smaak aan alle spyse, Zeep wascht alles rein.
Kind, denk dat Verstand en Deugd ook zo noodig zyn.
Zz Zz Zoals in alle lees- en leerboekjes van de achttiende eeuw werden de letters van het alfabet steeds in kapitaal en onderkast weergegeven, opdat de scholieren leerden dat sommige ‘grote’ letters er anders uitzagen dan hun ‘kleine’ equivalent. Het tweede deel van het boek heet ‘Eerste Beginsels van het Cyfferen en van alle Kunsten en Handwerken’. Hier vinden we de tafel van 10, Arabische en Romeinse cijfers tot 100, hoe grote getallen als 100, 1000 en 10.000 uitgesproken moeten worden, een ‘rekentafeltje’ en afbeeldingen van een driehoek, cirkel, rechte hoek, passer, el, gradenboog en windroos. Het derde deel bevat speloefeningen met letters, lettergrepen, woorden met aa, ee, ie, oo, uu, ai, au, ei, eeu, ieu enz. en een afbeelding met klinkers en medeklinkers plus bijbehorend woord en prentje: aap, eend, inkt, oog en uur, respectievelijk: bloem, druif, fles, glas, hoed, juk, kraai, lamp, meeu [meeuw], neus, paau [pauw], quast, ram, sys [zeis], trom, vrou [vrouw], wieg en zerk. De leesoefeningen geven duidelijk aan welke opvoeding, levenslessen en kennis Swildens nodig achtte voor de jeugd. Enkele voorbeelden: bp. fvw. m. lip-letters.
Brood en Bier is spys en drank;
Hy, die dit niet lust, is krank.
f. sch. z. tand-letters
Slak, gy draagt uw huis en pak.
Schip, gy zeilt langs strand en klip.
Zwaan, gy zwemt en vliegt, wy gaan.
| |
[pagina 164]
| |
h. keel-letter.
Heb de Hand snel aan den Hoed,
Als u er-gens ie-mand groet.
Daarna volgt een lange reeks spel- en leesoefeningen als: De Meis-jes spee-len met pop-jes,
De Knaap-jes met hun-ne snap-haan-tjes. [geweertjes]
Een Meis-je zegt be-ter wat fraai is;
Een Knaap-je zegt be-ter wat goed is.
Al-le Boo-men en Strui-ken en Plan-ten
zui-gen met hun-ne wor-tels hun
voed-sel uit de aar-de en groei-jen dus.
Na deze korte spel- en leesoefeningen vinden we een pagina over leestekens en verder een aantal langere leesoefeningen zonder lettergreepindeling die ook opvoedkundig, educatief en/of religieus zijn, waaraan een paginagrote afbeelding van het zonnestelsel is toegevoegd: Wy leeven gelukkig, wanneer wy altyd doen wat god gebooden heeft, en laaten wat god verbooden heeft: want dan doen of laaten wy juist al dat geene, dat ons heilzaam is te doen of te laaten; en dan kunnen wy vast vertrouwen, dat wy aan den Almagtigen en Algoeden Opperheer van 't heelal aangenaam zyn; en zouden wy dan niet gelukkig leeven? Geen van deze leesstukjes is verhalend; echte ontspanningsliteratuur, speciaal geschreven voor de jeugd zoals de anekdotische versjes van Van Alphen, is het dus niet. Al zijn Van Alphens versjes ook nog behoorlijk opvoedkundig en moraliserend, zoals toen gebruikelijk was. Swildens besluit zijn boek met lessen over staatsinrichting en ‘Vyf Vaderlandsche Grond-Waarheden’. Het gaat om eendracht, welzijn, oppermacht der heren Staten, recht en gerechtigheid. Swildens wilde een degelijk boek uitgeven: hij zette bekwame graveurs voor illustraties aan het werk (hun namen staan achterin het boek vermeld, wat bijzonder is) en zorgde voor een oplage van 6325 exemplaren, in prijzen van vijftien stuivers tot zeven gulden. Het bevreemdt dat hij zijn abc-boek anoniem uitgaf, want hij stond immers voor zijn idealen. Was hij bevreesd dat de verkoop minder zou zijn, als men wist dat de auteur van het Vaderlandsch A-B boek een vrijmetselaar was? Het heeft echter niet mogen baten: vele exemplaren bleven onverkocht en Swildens stierf verbitterd. | |
2 Vorstelyke koninglyke en princelyke atlasIn 1790 verscheen, eveneens anoniem, bij Willem Coertse te Amsterdam een fel orangistische tegenhanger van Swildens' boek. Dat is ook een abc-boek (22 × 14 cm) en wederom met een titel die de inhoud weergeeft, namelijk Vorstelyke koninglyke en princelyke atlas, en dagboek van Nederlandsche gebeurtenissen, in | |
[pagina 165]
| |
de laatste jaaren voorgevallen en oprecht vaderlandsch, staat- en stadhouderlyk A.B. boek, benevens de echte vaderlandsche staat- en stadhouderlyke catechismus, beginnende met de vroegste historie onzes vaderlands en eindigende met 't einde van den jaare mdcclxxxix.Ga naar eind12 Het gaat over gebeurtenissen in de strijd tussen prinsgezinden en patriotten. De in ere herstelde Oranjes (stadhouder Willem v en zijn echtgenote Wilhelmina, prinses van Pruisen) worden verheerlijkt en de verslagen patriotten verguisd. Het is dus pure propaganda. Ook hier vinden we diverse alfabetten met daarbij een abc-gedicht met vaderlandse spreuken en een gedicht over ‘christelyke zedepligten’. Daarna volgt het prent-abc (zonder J en X) met prenten van een halve pagina, met op elke linkerpagina twee letters met zesregelige rijmen en op elke rechterpagina twee bijbehorende prentjes. Er is steeds per letter een hele pagina uitleg in proza. Het alfabet loopt van ‘Arresteeren van haare Kon. Hoogheid, Beleg van Gorkum, Commando van Den Haag’ tot en met ‘Willem de v, Yselyke verwoestinge der zog. Patriotten en Zegenpraal’. Als voorbeeld de tekst bij de letter S, die gaat over de mislukte aanslag van Utrechtse patriotten (het ‘landbedervend Rot’) op paleis Soestdijk op 26 juni 1787: Schrik landbedervend Rot, zo vaêk gy hoord en ziet,
Wat op Soestdyk, uw Maats, de plund'raars is geschied,
Die, vyf- zes honderd sterk, uit Utrecht, stil marcheerden;
Om 't vorstlyk Lusthuis uit te plund'ren in den nagt,
Zy hadden, voor den buit, agt Wagens meê gebragt;
Maar die vol dooden en gekwetsten wederkeerden.
De Z-tekst gaat over de triomfantelijke optocht van de prinsgezinden door Amsterdam op 7 maart 1788: Zo zegenpraald, in 't Eind, de lang verdrukte deugd,
En al 't Verloste Volk, tot in den ziel verheugd,
Poogt Elk tot vrolykheid en blydschap op te wekken;
De pragtige optogt, van de Byltjes,Ga naar voetnoot* door de Stad,
Een plegtigheid, waar van men nimmer voorbeeld had,
Zal, voor het Nageslagt, hier van, ten tuigenGa naar voetnoot** strekken.
Het boek sluit af met een vele bladzijden lang ‘Beknopt Dagboek der Gebeurtenissen, In de laatste Jaaren voorgevallen in de Republicq der Vereenigde Nederlanden’ op rijm en een ‘Korte Catechismus der Staatsgebeurtenissen onzes Vaderlands, Van de Vroegste Tyden af tot op de Tegenwoordigen Tyd’ in tweekoloms proza. Het lijkt het echtpaar Buijnsters ‘niet waarschijnlijk dat deze politieke satire ooit als kinderboek heeft gediend’,Ga naar eind13 maar ze beschouwen dit boek blijkbaar wel als schoolboek, want het is in hun bibliografie opgenomen. Het is niet ondenkbaar dat het als propagandistisch abc-boek diende om de jeugd te beïnvloeden. Het is echter geen satire (zoals het echtpaar Buijnsters meent), doordat de Oranjes en hun aanhang zonder enig spoor van ironie of sarcasme bejubeld en de patriotten verguisd worden. | |
[pagina 166]
| |
3 Het Sint Nicolaas figuurlyk en leerzaam A,B,C, boekjeZeer bijzonder is Het Sint Nicolaas figuurlyk en leerzaam A,B,C, boekje. Dienende om de jonge jeugd, uit zo veel zeer fraaije prentverbeeldingen, alle de letteren van 't A, B, C, op eene gemaklyke wyze te leeren kennen. Zynde iedere prentverbeelding met eene gepaste verklaaring voorzien. Het is zonder auteursnaam gedrukt in Amsterdam bij de Erve de Weduwe Jacobus van Egmont (werkzaam: 1756-ca.1805).Ga naar eind14 Dit kleine boekje (10 × 7,5 cm) begint met een zesregelig opvoedkundig rijmpje met ernaast de afbeelding van een haan (!): De wyste Mensch, die ooit op Aarde heeft geleeft,
Bereikte nooit den top der eêlste Weetenschappen,
Dan van 't A B School af, door vlyt en tyd, by trappen;Ga naar voetnoot*
Hy leert al wat hy wil, die lust in 't leeren heeft.
Een Papegaai, een Spreeuw, een Exter kan men leeren.
Schik dan uw harte, ô Jeugd! om geen verstand te ontbeeren.
Dan volgen vier pagina's met elk een alfabet in hoofdletters en een in kleine letters van hetzelfde lettertype. Daarna vinden we een alfabet (zonder J), bestaande uit 25 dubbele pagina's met op de linkerpagina een vierregelig rijmpje en op de rechterpagina een bijbehorend zwart-wit prentje. De teksten zijn overwegend ter vermaak van de jeugd, wat dit abc-boek bijzonder maakt. Maar er is nog iets bijzonders. De lezer mag het eerst zelf raden aan de hand van de volgende voorbeelden:
B.b.
Kan u deez' Bok vernoeging geeven,
Zo ryd' er, als gy kunt, dan mee;
Gy zaagt nooit schooner van uw Leeven:
Denk zyn geluid is B, b, b.
F.f.
Blaas, blaas zo sterk niet, malle Jongen!
Of gy verliest wel uw Bezef;
De Asch komt reeds in uw Keel gedrongen:
Schei dan maar uit met Ef, f, f.
W.w.
Gants Bloed! Wat kryg jy voor jou Billen?
Jou Domoor, die noch A, noch B,
Gebed, noch niets heeft leeren willen,
Schreeuw dan nu vry, ô Wee! w, w.
Het zal zijn opgevallen dat de auteur geprobeerd heeft met de uitspraak van de letters het geluid van een mens of een dier na te bootsen: ‘bé’ bij een bok, ‘fff’ bij blazen en het ‘wéé’ roepen bij een pak slaag. Het gaat van de uitroep ‘A’, de bok die ‘Bé’ zegt, de teennagel die op een C lijkt tot en met de X van ‘Xa’ (een ophitsingskreet) en Xenophon, de Y van een wiegelied ‘Ya, Ya’ en de Z van de | |
[pagina 167]
| |
kreet van pijn ‘Zoo zeer’. De geluidsnabootsing is dus niet overal aanwezig, ook niet bij de K:
K.k.
Waarom, ô Knaap! zo wild te loopen?
Daar heb je nu wat aan, ei, zie!
Gy moet uw Drift met smart bekoopen
En schreit, myn K...! myn K...! myn Knie.
Dit is een gemiste kans, want bij de K zou een krassende kraai natuurlijk ka, ka, ka opgeleverd hebben. Het boekje eindigt met een opvoedkundig, soms moralistisch gedicht: Kan u dit Boekje in 't leeren schraagen,
Spand, Kind'ren! dan uw Krachten in,
Om nog veel grooter Stap te waagen;
Op dat uw Leer-Lust roem gewin';
Bid om Gods Gunst by uw vermogen
En toont, dat gy Verstand bemind;
Gy word tot Menschen opgetoogen,
En die niet leert blyft steeds een Kind.
Waarna nog enkele bijbelteksten uit Spreuken en Prediker volgen. Het ‘Sint Nicolaas’ in de titel is overigens nogal misleidend, want deze oude kindervriend komt in het hele boekje niet voor. Zijn naam dient slechts om (groot)ouders en andere volwassenen te verleiden om dit boekje als sinterklaasgeschenk voor een kind aan te schaffen. Ook bij andere kinderboeken uit de achttiende en negentiende eeuw komt dit verschijnsel voor. Louter commercieel dus!Ga naar eind15 | |
ConclusieDe letter W uit Het Sint Nicolaas figuurlyk en leerzaam A,B,C, boekje (Amsterdam, Erve Wed. Jacobus van Egmont, z.j.). Privécollectie
Het abc-boek van de achttiende eeuw diende hoofdzakelijk om spellen en lezen te leren. Dit genre kent een aantal varianten en een ontwikkeling, waarbij afbeeldingen steeds belangrijker worden, er steeds meer spel- en leesoefeningen worden opgenomen en naast of in plaats van religieuze teksten ook andersoortige teksten, maar geen verhalende, voorkomen. Een enkel abc-boek werd gebruikt | |
[pagina 168]
| |
voor idealistische of propagandistische doeleinden en bevat afbeeldingen van een halve of hele pagina. Pas in de negentiende eeuw verloren de abc-boeken voorgoed hun functie als leermiddel. Ze bevatten echter vele onderwerpen, zoals beroepen, dieren en landen, die de kinderen, vooral door steeds meer en mooiere afbeeldingen, via deze boeken konden en kunnen leren kennen. |
|