Goudpoeder in ‘Chomel’
In het Huishoudelijk woordenboek, de encyclopedie van Noel Chomel, bewerkt door Jacques Alexandre de Chalmot (hierna: Chomel), wordt de samenstelling van goudpoeder beschreven onder het lemma ‘elaeosacharum’. Dat betekent gesuikerde olie, want suiker helpt olie mengbaar te maken. Chomel baseert zich op het recept van ‘poudre de Dresde ou poudre d'or d'Allemagne’ van de Franse apotheker Moyse Charas (1619-1698), die bij het recept opmerkt dat het poeder werkzaam is als tegengif en als zweetafdrijvend middel bij hoge koorts.
Chomels ‘poeder van Dresden’ heeft dezelfde samenstelling als het ‘poudre de Dresde’ van Charas. Alleen het bladgoud ontbreekt:
Artificieel cinnaber één once, cinnaber antimonie een half drachma, kandijzuiker twee oncen.
Wrijft die wel tezaamen op een porphijrsteen. Voegt erbij grijze amber eenvierde lood, olie van caneel eenvierde lood. Men bewaart deeze poeder zeer zorgvuldig in een fles met een glaze stop, en gebruikt ervan tot hartsterking en in flaauwten, een lepeltje vol. Men kan er ook een enkel bladje goud onder doen om de aangenaamheid.
Chomel nam echter de werking die Charas aan het poeder toeschrijft niet over, omdat het ‘niet meer kan doen dan door prikkeling en verwarming de lieden die flaauw zijn, tot zig te brengen’. De geneeskrachtige werking van bladgoud werd overigens door meerdere apothekers en artsen betwijfeld.
De ingrediënten in het recept van Charas en Chomel zijn: cinnaber, ambergris, kaneelolie en suiker. Cinnaber is een kwikhoudende verbinding (kleurstof vermiljoen), helpt tegen vallende ziekte, stuipen en hoofdpijn, en is zweetafdrijvend. Het sterk geurende ambergris is het harde wasachtige product uit het darmstelsel van potvissen, dat als geneesmiddel hart, maag en hersenen kan versterken. Een prijzig product. De basis van het recept is kaneelolie, een etherische olie die vermengd met suiker een ‘elaeosaccharum volatile’ is. Het is volgens Chomel versterkend en verwarmend, een van de belangrijkste hoofd-, hart- en maagversterkende middelen. Het was zeer kostbaar: veertig gulden per (medicinaal) ons in 1768, tegenwoordig ruim vierhonderd euro.
Goudpoeder is dus geen vlugzout, zoals sal volatile oleosum (met ammoniakzout), dat je onder de neus houdt van iemand die is flauwgevallen.