De vrolyke navorscher
Wat ging er mis met het hoofd van Kolonel Forster?
In de laatste aflevering van De Rotterdamsche Hermes (september 1721) verwijst Jacob Campo Weyerman naar het hoofd van Kolonel Forster, ‘dat boven Tempel Bar pronkt’, en volgens zijn voetnoot is ‘Tempelbar, eene Kerk te Londen, boven welkers poort men dikmaals de koppen der Verraders ten toon stelt’. Deze verwijzing besprak ik in een observatie op de Grondvergadering van 19 januari 2013. In het kort kwam het verhaal op het volgende neer.
In de zeventiende en achttiende eeuw werden in Londen inderdaad hoofden van rebellen op staken gestoken en op Temple Bar geplaatst. Temple Bar was oorspronkelijk een middeleeuwse houten poort, die bij de Great Fire verloren ging. In 1672 werd op dezelfde plek een stenen poort neergezet, die in 1878 werd afgebroken. De plek waar Temple Bar stond, vlakbij de Royal Courts of Justice, is met een indrukwekkend monument gemarkeerd. Sinds enkele jaren is Temple Bar weer te bezichtigen: in 2004 is het originele gebouw herplaatst in St. Paul's Churchyard. Temple Bar had overigens niets met Temple Church (die ook nog te bezichtigen is) van doen: beide gebouwen stonden tientallen meters van elkaar vandaan, en waren door een stevig huizenblok van elkaar gescheiden.
Met kolonel Forster moet Weyerman doelen op Thomas Forster (1683-1738), de militaire leider in Noord-Engeland van de Jacobitische opstand van 1715. Forster wist in april 1716, kort voor zijn berechting, naar Frankrijk te ontsnappen, en zijn hoofd is dus nooit op Temple Bar terechtgekomen. Het zou kunnen zijn dat Weyerman kolonel Forster verward heeft met zijn medestrijder kolonel Oxburgh, van wie het hoofd op 16 mei 1716 (Old Style) op Temple Bar geplaatst werd, maar een onweerspreekbaar antwoord op de vragen die deze verwijzing oproept heb ik niet kunnen geven.
jac fuchs