Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 33
(2010)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |||||||||||||||||
Het mysterie van de ‘Enfans du Sr. Frederic’
| |||||||||||||||||
Het echtpaar SchreuderOver de identiteit van de kennelijke leider van de kindertroep bestaat in de secundaire literatuur enige verwarring, al is iedereen het erover eens dat ‘Frederic’ een artiestennaam was. Echter, sommigen geven als zijn echte naam Sluyter, anderen Schreuder. De naam Sluyter is op één bron gebaseerd: de notulen van de Haarlemse burgemeesters, aan wie ‘Frederic’ in 1762 mondeling toestemming had gevraagd voor enkele optredens van zijn troep.Ga naar eind10 Waarschijnlijk heeft de notulist de naam verkeerd verstaan: ‘Frederic’ sprak vermoedelijk Nederlands met een accent. In de resoluties van de heren bestuurderen van Nieuwer-Amstel en Utrecht en in de Haagse en Amsterdamse doopregisters staat hij ondubbelzinnig te boek als Schreuder, Frederik Schreuder.Ga naar eind11
Waar Frederik Schreuder vandaan kwam is onbekend. Als hij dezelfde was als de ‘Sr. Frederic’ die zich begin 1746 per advertentie in de Amsterdamse Courant aanbood als leraar Frans en Duits, dan zou men een herkomst uit de Frans-Duitse grensgebieden kunnen vermoeden, maar in feite kan hij overal vandaan komen.Ga naar eind12 Uit diezelfde advertentie valt af te leiden dat deze ‘Sr. Frederic’ maar net in Amsterdam was gearriveerd, want hij ‘logeert’ in De Oude Post op de Botermarkt. Was hij misschien juist gearriveerd in de Republiek? | |||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||
Verder zou Frederik Schreuder gediend hebben ‘sous les maréchaux de Saxe et de Lowendal’.Ga naar eind13 Maarschalk Woldemar de Lowendal had in 1744 een regiment dat bestond uit Duitsers, waarmee hij dat jaar onder maarschalk Maurice de Saxe betrokken was bij een Franse campagne tegen Oostenrijk.Ga naar eind14 Intrigerend is dat zowel Maurice de Saxe als Lowendal een toneeltroep had. Saxe haalde begin 1746 de librettist en toneelregisseur Charles-Simon Favart uit Parijs naar Brussel om de leiding op zich te nemen van een toneelgezelschap dat met zijn spel het moreel van de Franse bezettingstroepen aldaar hoog moest houden. Eind 1746 kreeg Favart de leiding over de Brusselse Muntschouwburg (Théâtre de la Monnaie).Ga naar eind15 Zou ‘Frederics’ onderwijsexperiment in Amsterdam zijn mislukt en is hij misschien teruggekeerd naar zijn compagnie in Brussel? Heeft hij daar zijn vrouw ontmoet? Is hij daar getrouwd?Ga naar eind16 Is daar zijn eerste dochter Louise geboren? Of moeten we voor antwoorden op die vragen in Maastricht zijn, waar Lowendal een troep had die onder leiding stond van André Parmentier, die er bij de Muntschouwburg uit gegooid was.Ga naar eind17 Hoe dat ook zij, tussen de advertentie van 1746 en de eerstvolgende keer dat we Frederik Schreuder weer tegenkomen in de Republiek ligt een gat van bijna vier jaar, jaren die min of meer samenvallen met die van de toneelactiviteiten van Saxe en Lowendal in respectievelijk Brussel en Maastricht. In 1750 duikt Schreuder op in Den Haag. Hij blijkt dan getrouwd met Antoinette Malterre en heeft zojuist een dochter gekregen, Françoise-Jacqueline.Ga naar eind18 Antoinette Malterre, geboren in 1727 in Lyon, was een telg uit een geslacht van dansers en musici.Ga naar eind19 Zelf moet ze ook danseres geweest zijn - was ze misschien verbonden aan de troep van Saxe en Favart of aan die van Lowendal? Helaas zijn de leden van de troep van Favart maar zeer ten dele bekend, en onder de bekende bevindt zich geen danseres Malterre (of een Schreuder).Ga naar eind20 Vast staat in ieder geval dat ze (ergens) getrouwd is met Frederik Schreuder en dat dat waarschijnlijk rond 1747 gebeurd is.Ga naar eind21 Er zijn aanwijzingen dat hun eerste dochter Louise omstreeks dat jaar geboren is. | |||||||||||||||||
De familie SchreuderFrederik Schreuder en Antoinette Malterre lijken zich aanvankelijk in Den Haag gevestigd te hebben. Ongetwijfeld hadden ze hun dochtertje Louise bij zich, dat toen, in 1750, ongeveer drie jaar geweest moet zijn. Op 26 oktober van dat jaar wordt hun tweede dochter, Françoise-Jacqueline, ten doop gehouden in de Waalse kerk. Doopgetuigen waren een zekere Jean Nicolas Prévost en een Claire Gibert, echtgenote van Jean Artigue. Dat Frederik en Antoinette contacten hadden in hofkringen bewijst een aantekening in het doopregister: Prévost en Gibert traden op namens Jacques François Bigot en diens echtgenote. Bigot, aldus de aantekening, was ‘general mayor et grand chambellan de son Altesse Royalle Madame la Princesse d'Orange et de Nassau’.Ga naar eind22 Of Gibert verbonden was aan de Franse Comedie in Den Haag is niet zeker, Jean-Nicolas Prévost in ieder geval wel.Ga naar eind23 Dat gold zeer zeker voor Françoise Gravillon, die in april 1752 in Den Haag doopgetuige was voor het volgende kind van Schreuder en Malterre: Jacques-François. Gravillon was toneelspeelster en getrouwd met Jean Baptiste Anselme, muziekmeester.Ga naar eind24 Beiden werkten bij de Franse Comedie. Dit alles werpt de vraag op of Schreuder en Malterre wellicht verbonden waren aan de Franse Comedie. Niet alleen kwamen hun doopgetuigen daarvandaan, maar die Comedie had ook banden met het Oranje-hof in Den Haag (dat de Comedie financieel steunde) en in de doopakte van zoon Jacques-François (1752) werd Frederik Schreuder ‘machiniste’ (toneelmeester) genoemd. Zekerheid over een professionele relatie tussen het echtpaar Schreuder-Malterre en de Haagse Franse Comedie ontlenen we aan | |||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||
het feit dat in de seizoenen 1750/51 en 1753/54 iemand onder de achternaam Frederic als danseres verbonden was aan die Comedie.Ga naar eind25 En in oktober 1753 gaven de acteurs van de Franse Comedie een aantal voorstellingen in Amsterdam, in een theater aan de Overtoomseweg.Ga naar eind26 Advertenties daarvoor in de Amsterdamse Courant van 2 en 13 oktober vermelden dansoptredens van ‘juffr. Frederic’. Het moet in al deze gevallen wel om Antoinette Malterre gaan. Hier dient nog genoteerd te worden dat Frederik Schreuder zelf geen toneelspeler was. Als hij al aan de Franse Comedie verbonden was, dan vervulde hij taken achter de schermen (als toneelmeester) en die bleven achter de schermen. De buitenwereld was daar niet speciaal in geïnteresseerd, zoals die wel geïnteresseerd was in acteurs, zangers en dansers (m/v). Die leverden immers een duidelijk zichtbare, ‘publieke’ prestatie. Om die reden moeten we de wegen van Schreuder soms volgen via zijn vrouw en vooral zijn kinderen. Tussen maart 1754 - het eind van het Haagse toneelseizoen - en eind 1758 ontbreekt weer, althans in Nederland, elk (vindbaar) levensteken van de familie Schreuder. Geen wonder, want ze blijken dan in Parijs te zitten, waar in het seizoen 1754/55 twee van hun dochters optreden bij het Théâtre François (over die dochters later véél meer).Ga naar eind27 In 1758 is de familie Schreuder terug in de Republiek, waar op 10 oktober van dat jaar in Amsterdam zoon Frédéric-Pierre ten doop wordt gehouden.Ga naar eind28 Van zijn doopgetuigen, Pierre Paul Barraque en Susanne le Roy, is niet bekend of ze verbonden waren aan de Franse Comedie in Den Haag.Ga naar eind29 Eind dat jaar trad Schreuder voor het eerst voor het voetlicht in de Amsterdamse Schouwburg, dat wil zeggen: niet hijzelf, maar zijn kindertroep ofwel ‘de kinderen van Sr. Frederic’. Dat was, voorzover bekend, het eerste optreden van deze troep. De kinderen speelden daar tot mei 1760.Ga naar eind30 Kort na hun laatste optreden daar (6 mei) werd in Den Haag weer een zoon van Schreuder en Malterre gedoopt, Louis-Frédéric.Ga naar eind31 Getuigen: Louis de Launay en Louise Schreuders. Louis de Launay is hoogstwaarschijnlijk de monsieur de Launay die toen als danser en dansmeester verbonden was aan de kindertroep van Schreuder. En Louise Schreuders? Was zij soms de oudste dochter van Schreuder en Malterre? Waarschijnlijk woonde de familie Schreuder in oktober 1760 nog in Amsterdam, op het Spiegelpleintje, een nog altijd bestaand pleintje op de plek waar Spiegelgracht en Lijnbaansgracht samenkomen, tegenover het huidige Rijksmuseum, maar toen dus echt aan de rand van de stad.Ga naar eind32 In 1761 verhuisden ze naar Nieuwer-Amstel, naar de Overtoomseweg waar Frederik Schreuder inmiddels een eigen theater voor zijn kindertroep had ingericht.Ga naar eind33 Per 1 mei 1762 huurde hij er een huis met een tuin ‘omme het zelve huijs met zijn famielje te bewonen’ en er zijn theater - weer een ander - naast te zetten.Ga naar eind34 Het was ook vanaf de Overtoomseweg dat in januari 1763 hun zoontje Louis-Frédéric, nog geen drie jaar oud, begraven werd.Ga naar eind35 | |||||||||||||||||
Schreuders dochters en ‘de kinderen van Sr. Frederic’De dochters. Aangezien de meisjes Schreuder (alias Frederic?) in dit verhaal de hoofdrol spelen, zal ik op hen nader ingaan. Om te beginnen Louise, die al een paar keer ter sprake is gekomen. De eerste vermelding van haar met naam en toenaam komt uit een contemporaine Franse bron, het Dictionnaire des théâtres van de gebroeders Parfaict uit 1756: ‘[Louise Frédéric], petite danseuse née en Hollande [...]. Elle a dansé pour la première fois au Théatre François [in Parijs] à l'âge de six ans, ou à peu près, le Dimanche 3 Février 1754’.Ga naar eind36 Van haar heb ik (nog) geen doop gevonden, maar de Franse auteur - of zijn informant - kan evengoed verkeerd ingelicht zijn. De enige keer dat Louise in ‘Hollande’ als dochter van Schreuder te boek staat is op 31 juli 1763, wanneer Schreuder en | |||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||
‘sa fille’ Louise in Amsterdam als doopgetuigen optreden.Ga naar eind37 Haar bestaan werpt nieuw licht op de eerder genoemde advertenties voor de voorstellingen van de Haagse Franse komedianten in Amsterdam in oktober 1753. Behalve van dansoptredens van juffr. Frederic (hierboven geïdentificeerd als Antoinette Malterre), is daarin namelijk ook sprake van optredens van ‘de Dogter van sr. Frederic, oud 6 jaar’.Ga naar eind38 Het vermoeden dat het hier om Louise gaat, lijkt me gerechtvaardigd. Als de advertenties gelijk hebben dan moet zij in 1747, eventueel 1748, geboren zijn.Ga naar eind39 Van de tweede dochter, Françoise-Jacqueline, is de geboortedatum bekend: 17 oktober 1750 in Den Haag. Over haar is geen verdere informatie gevonden, althans niet met naam en toenaam. Al met al hebben we nu twee traceerbare dochters van Schreuder en Malterre.
De ‘kinderen van Sr. Frederic’. Dan zijn er nog de twee meisjes van de prent van Jan Punt, Caroline en Charlotte, die volgens alle behalve de Nederlandse genealogische bronnen de ‘kinderen van Sr. Frederic’ waren, of tenminste deel uitmaakten van de kindertroep die zo heette. Waren zij ook dochters van Schreuder? Beiden zijn echter onvindbaar: noch in Den Haag noch in Amsterdam - de plaatsen waar het echtpaar Schreuder-Malterre meestal verkeerde - is een doop van een Caroline of Charlotte Schreuder te vinden, al weet elke archiefonderzoeker dat dat niets bewijst. Eigenlijk is het enige dat we van ze weten, dat ze onder de namen van Caroline en Charlotte Frederic op de planken stonden van eind 1758 tot begin 1763. Zo is de eerste vraag die onderzocht moet worden: hebben Caroline en Charlotte werkelijk bestaan? Volgens het bijschrift op de prent van Jan Punt waren ze eind 1758 of begin 1759 respectievelijk 9 en 7 jaar oud.Ga naar eind40 Dat zou betekenen - om met de jongste te beginnen - dat Charlotte rond 1751 geboren moet zijn. Als ze inderdaad ook een dochter van Schreuder en Malterre was, moeten we rekening houden met de ons wél bekende kinderen van dit echtpaar, in dit geval Françoise-Jacqueline, geboren op 17 oktober 1750, en Jacques-François, geboren op 6 april 1752. Tussen die twee in zou Charlotte dan geboren moeten zijn. Een simpele rekensom leert dat tussen die geboortes zeventien maanden liggen, waarvan Antoinette Malterre er negen zwanger was haar zoon. Blijven er acht over: het kan, maar dan zou Antoinette direct na de geboorte van Françoise-Jacqueline weer zwanger moeten zijn geworden, moet Charlotte een vroeggeboorte (maximaal acht maanden) geweest zijn en moet Antoinette direct daarna wéér zwanger zijn geworden (van Jacques-François). Dit nu lijkt me een buitengewoon onrealistisch scenario. De vraag of Caroline een dochter van Schreuder en Malterre was is lastiger en eigenlijk vooralsnog niet te beantwoorden. Als we de leeftijd van de prent aanhouden dan moet ze circa 1749 geboren zijn. Dat is heel goed mogelijk: Françoise-Jacqueline werd immers pas in oktober 1750 geboren en Louise waarschijnlijk in 1747/48. Zo kan op grond van de op dit moment beschikbare gegevens de vraag of Caroline en Charlotte bestaan hebben als dochters van Schreuder voor Charlotte met ‘nee’ en voor Caroline met ‘misschien’ beantwoord worden. De vraag die zich vervolgens aandient is: waren de namen Caroline en Charlotte, net als de naam Frederic, soms de artiestennamen van de ons wel bekende dochters van Schreuder? Zo ja, wie was dan wie? Gelet op wat we weten over de leeftijden van zijn werkelijke dochters, ligt het voor de hand in ‘Caroline’ Louise te zien en in ‘Charlotte’ Françoise-Jacqueline. Om weer met de jongste, ‘Charlotte’, te beginnen: dat is heel goed mogelijk. Françoise-Jacqueline was eind oktober 1758 net acht geworden, dus ze kon nog probleemloos doorgaan voor zeven. Er is eventueel nog een ander argument hiervoor: het Dictionnaire | |||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||
van de gebroeders Parfaict
Mme. Saint-Aubin, ofwel Jeanne-Charlotte Schreuder. Uit: Galérie dramatique ou Acteurs et actrices célèbres qui sont illustrés sur les trois grands théâtres de Paris II, Parijs 1809 (foto: Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UvA), Bijzondere Collecties, sign. 1051 J 17).
uit 1756 vermeldt behalve Louise ook een Charlotte Frédéric: ‘petite Danseuse’ en een jonger zusje van Louise. Deze Charlotte ‘a commencé à danser à l'âge de 5 ans, ou à peu près, au Théatre de la Comédie Françoise [in Parijs], à la fin de l'année 1754’.Ga naar eind41 Eind 1754 - toen was Françoise-Jacqueline net vier geworden. Maar waarom zou zij in Parijs onder een andere naam, Charlotte, gepresenteerd zijn en Louise niet? De veronderstelling dat ‘Caroline’ dezelfde is als Louise is wat problematischer. Als Louise inderdaad in 1747/48 is geboren, was ze in 1758 rond de tien-elf jaar oud, terwijl ‘Caroline’ volgens de prent negen was. Wat dat betreft is het verleidelijk als geboortejaar 1748 te verkiezen, want dan komt Louise's leeftijd dichter bij die van ‘Caroline’. Deze identificaties - ‘Caroline’ = Louise, ‘Charlotte’ = Françoise-Jacqueline - komen mij als veel waarschijnlijker voor, dan het bestaan van twee extra dochters (naast de ons bekende) te veronderstellen. Antoinette Malterre kán in 1749 nog een dochter gebaard hebben, maar voor een tweede is in de chronologie van de geboortes van haar kinderen geen plaats, althans niet in de relevante jaren. Als mijn identificaties kloppen, dan volgt daaruit dat Frederik Schreuder in de advertenties gerommeld heeft met de leeftijden (en de namen) van zijn dochters. Dat zal hij uit commerciële overwegingen gedaan hebben: hoe jonger de kinderen, hoe meer indruk hun optreden maakt en hoe meer publiek je trekt. Niks nieuws onder de zon. | |||||||||||||||||
Andere opties: seksewisseling of helemaal geen SchreudertjesEr zijn enkele andere opties die we nader moeten bekijken, al was het maar om ze uit te sluiten. Zo hebben sommige argeloze beschouwers van de prent van Jan Punt zich afgevraagd of de oudste, Caroline, niet eigenlijk een jongetje was. Die stevige kuitjes, dat gezichtje. Bovendien speelde Caroline meest - maar niet uitsluitend - jongensrollen. Feit is dat het sekse-onderscheid in de troep over het algemeen onduidelijk was, zoals | |||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||
blijkt uit een opmerking van de (Nederlandse) Observateur des Spectacles: ‘les sexes ne sont pas absolument developés au théatre de Sieur Frederic’ en het publiek kon vaak niet uitmaken wie als wat optrad.Ga naar eind42 Als ‘Caroline’ inderdaad eigenlijk een zoontje van Schreuder was, dan geldt voor hem hetzelfde als voor een Caroline als werkelijke dochter: hij zou geboren moeten zijn tussen Louise (1747/48?) en Françoise-Jacqueline (okt. 1750). En net als voor ‘Caroline was een meisje’ geldt voor ‘Caroline was een jongetje’: het kan. In ieder geval komt geen van de werkelijke, ons bekende zoons van Schreuder in aanmerking voor ‘Caroline’, want de oudste van hen, Jacques-François, was daarvoor te jong. Jacques-François, geboren in april 1752 en eind 1758 dus ruim zes jaar oud, komt echter wel in aanmerking voor ‘Charlotte’.Ga naar eind43 In dat geval kan zijn oudere zusje Françoise-Jacqueline in aanmerking komen voor de plaats van ‘Caroline’: zij was eind 1758 net acht geworden. Er is echter geen enkele reden te bedenken waarom de kinderen als ouder (resp. zeven en negen in de prent van Punt) voorgesteld zouden worden dan ze waren (resp. zes en acht). Er is echter één doorslaggevend bezwaar tegen de idee dat ‘Charlotte’ dezelfde zou zijn als Jacques-François: het eerder genoemde optreden van een Charlotte Frédéric, ‘à l'âge de 5 ans, ou à peu près’, in 1754 in Parijs. Schreuders oudste zoon Jacques-François was toen pas tweeënhalf, en een tweeënhalfjarige is toch onmogelijk aan te zien voor een circa vijfjarige. Bij gebrek aan verdere mannelijke Schreuder-kandidaten moeten het in Parijs dus echt twee meisjes ‘Frédéric’ geweest zijn, en we mogen daaruit concluderen dat het ook in de Republiek om twee meisjes ging. De laatste mogelijkheid die we in overweging moeten nemen is dat Charlotte en Caroline helemaal geen kinderen van Schreuder en Malterre zelfwaren. Frederics troep moet namelijk uit meer dan twee kinderen bestaan hebben. Vroeg in 1759 wordt melding gemaakt van nog ‘een meisje van 14 à 15 jaar’ dat een rol had en van ‘een Italiaansche’ die goed zong.Ga naar eind44 Ook is er sprake van een mlle Molin, wier leeftijd niet bekend is.Ga naar eind45 Het meest intrigerende is het ‘nouveau sujet agé d'environ dix à onze ans’ dat in maart 1762 op de planken verscheen en debuteerde als Bastien in Le devin de village. Een jongensrol dus, maar zoals al bleek zegt dat niets over de sekse van het ‘nouveau sujet’. Zoals de Observateur opmerkt: ‘le parterre n'a pû demeler encore de quelle espéce étoit le Nouveau Bastien’. Het publiek had niet kunnen uitmaken of er een jongetje dan wel een meisje onder de jongenskleren school.Ga naar eind46 Er is overigens wel een kandidaat voor dit onbekende nieuwe kind: Schreuders zoon Jacques-François, geboren april 1752 en in maart 1762 bijna tien jaar oud, in overeenstemming met de schatting van de Observateur. Nog een reden om Jacques-François niet te identificeren met ‘Charlotte’. | |||||||||||||||||
Résumé tussendoor: feiten en vragenVoor de lezer die inmiddels de draad geheel kwijt is, volgt hier een korte samenvatting van wat ik tot nu toe gevonden, betoogd en beweerd heb. De leider van de troep die tussen 1758 en 1763 in de Republiek bekend stond als ‘de kinderen van Sr. Frederic’ was Frederik Schreuder. Hij was getrouwd met Antoinette Malterre en had met haar in ieder geval vijf kinderen, van wie er één jong stierf:
| |||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||
Het gezin woonde rond 1750 in Den Haag, waar Antoinette Malterre in de seizoenen 1750/51 en 1753/54 als danseres verbonden was aan de Franse Comedie. Verder was er in 1753 een dansoptreden van een zesjarig dochtertje, te identificeren als Louise. In het toneelseizoen 1754/55 zaten de Schreuders in Parijs, waar optredens van Louise en een Charlotte gedocumenteerd zijn. Op z'n laatst in 1758 zijn ze in Amsterdam gaan wonen, waar in oktober zoon Frédéric-Pierre gedoopt werd en Schreuder eind van dat jaar van start ging met zijn kindertroep. Van de kinderen in Schreuders troep waren er twee in de toenmalige openbaarheid bij name bekend: Caroline en Charlotte - en hun werkelijke identiteit is de kwestie waar dit artikel om draait. Ze zouden circa 1749 (Caroline) en circa 1751 (Charlotte) geboren moeten zijn. Een doop van twee meisjes Schreuder onder die voornamen is echter tot op heden niet gevonden.
| |||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
De familie Schreuder verdwijntDe laatst bekende optredens van Caroline en Charlotte Frederic dateren van maart 1763.Ga naar eind54 Daarna zouden ze toetreden tot een nieuwe troep, georganiseerd door twee acteurs van de Haagse Franse Comedie: d'AlainvilleGa naar eind55 en François Brochard. De heren hadden al in de zomer van 1762 een brochure gemaakt, een ‘Plan des abonnemens pour la comedie Française, dont les sr. Brochard & d'Alainville seront entrep[r]eneur à l'Overtoomse Weg, l'anné prochaine a commencer du lundi 11 avril 1763’.Ga naar eind56 Het lijkt erop dat ze van plan waren Frederics theater over te nemen. In 1763 engageerden ze ook Charlotte en Caroline.Ga naar eind57 Voorzover bekend is van deze troep niets terecht gekomen.Ga naar eind58 Daarna wordt ook helemaal niets meer vernomen van Sr. Frederic, van Caroline of van Charlotte en dat is op z'n minst merkwaardig. Zo haal je bij wijze van spreken de krant en zo valt er een doodse stilte. Het is een reeks van associaties geweest, die me op het idee bracht eens (via Google) verder te gaan zoeken in Frankrijk. De Franse herkomst van Antoinette Malterre, de mogelijk Frans-Duitse herkomst van Frederik Schreuder, de optredens van meisjes Frédéric in Parijs in 1754/55, de banden met de Franse Comedie in Den Haag en de wetenschap dat juist dansers en zangers in de achttiende eeuw internationaal zeer mobiel waren - dat alles droeg bij tot dat idee. De zoektocht leverde zeer veel op, maar voegde ook weer problemen toe. | |||||||||||||||||
De familie Schreuder/Frédéric in FrankrijkIn oktober 1764 debuteerden er bij de Comédie Italienne in Parijs twee danseressen, de ‘Mlles Frédéric’, namelijk een ‘Frédéric l'aînée’ en een ‘Frédéric cadette’.Ga naar eind59 Zonder meer een intrigerend gegeven, dus: wie waren dat nu weer? Ik zal de lezer een verslag besparen van mijn langdurig gepuzzel met alle informatie die ik uit Franse naslagwerken en van het internet haalde. U moet maar aannemen dat de puzzelstukjes die een plaats gekregen hebben op de goede plaats liggen. Maar net als bij de Nederlandse puzzel blijven er bij de Franse enkele moeilijk plaatsbare stukjes over. Naar het zich laat aanzien vertrokken Schreuder en Malterre met hun kinderen uiterlijk ergens in de eerste helft van 1764 naar Parijs, zodat we vanaf dan aangewezen zijn op Franse bronnen. Daar blijken er nogal wat van te zijn, wat vooral te danken is aan de belangstelling van Franse onderzoekers voor hun toneel- en muziekgeschiedenis. Volgens de Franse naslagwerken hadden Frederik Schreuder en Antoinette Malterre vier dochters van wie er twee aanvankelijk bekend stonden onder de naam Frédéric: Louise-Frédérique, ‘Frédéric cadette’, mlle Lambert en Jeanne-Charlotte.Ga naar eind60 De oudste van hen, Louise-Frédérique, moeten we mijns inziens identificeren met de debuterende ‘Frédéric l'aînée’ van 1764 en het kind Louise dat in 1754/55 al eens in Parijs was opgetreden, kortom: met de Nederlandse Louise. Na haar debuut in 1764 bij de Comédie Italienne kreeg ze er in 1769 een vaste aanstelling.Ga naar eind61 Louise-Frédérique Schreuder, ‘connue d'abord au théâtre sous le nom de Mlle Frédéric’, trouwde in 1770, waarschijnlijkin Parijs, met de violist en componist Jean-Baptiste-Michel Moulinghen,Ga naar eind62 waarna ze als mme. Moulinghen door het leven ging. Haar man zat in het orkest van de Comédie Italienne. De Franse carrière van Louise-Frédérique schijnt moeizaam van de grond gekomen te zijn, maar uiteindelijk verwierf ze met hard werken een zekere faam. De literator Frie- | |||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||
drich Melchior Grimm
Mme. Saint-Aubin (Jeanne-Charlotte Schreuder) in de titelrol van Lisbeth, een komische opera uit 1797 met muziek van Grétry en een libretto van Favières. Uit: Galérie théâtrale. Collection de portraits en pied des principaux acteurs et actrices II, Parijs 1873 (foto: Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UvA), Bijzondere Collecties, sign. KF 62-778).
vond dat zij op natuurlijke wijze ‘les rôles de duègnes et ceux de mères’ speelde en verwachtte dat ze de Comédie Italienne nog lange tijd van grote dienst zou zijn.Ga naar eind63 Het mocht niet zo zijn: Louise-Frédérique overleed na een ziekte die onverwacht fataal bleek te zijn op 25 november 1780.Ga naar eind64 Wellicht had zij eigenlijk een zwakke gezondheid. Als zij ook nog eens dezelfde was als ‘Caroline’ dan dient hier gememoreerd te worden dat deze in 1762 al eens lange tijd flink ziek was geweest.Ga naar eind65 Naar verluidt stierf Louise-Frédérique een voortijdige doodGa naar eind66 en dat kan kloppen: als ze (als Louise) inderdaad in 1747/48 geboren is, dan was ze bij haar overlijden rond de 33. Dat was ook toen jong om dood te gaan.
Kunnen we de Nederlandse Louise met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid identificeren met de Franse Louise-Frédérique, lastiger is het geval van ‘Frédéric cadette [of: la jeune]’. Zij debuteerde in 1764 tegelijk met ‘Frédéric l'aînée’ (Louise-Frédérique) bij de Comédie Italienne,Ga naar eind67 maar ze heeft minder furore gemaakt dan haar oudere zus. Dat heeft tot gevolg gehad dat ze in geen van de Franse naslagwerken een eigen lemma heeft gekregen en alleen maar zijdelings ter sprake komt, waarbij nooit haar eigenlijke naam wordt vermeld. Ze kreeg wel een vaste aanstelling bij de Comédie Italienne, maar (veel?) later dan haar zus Louise-Frédérique. Over haar is mij verder niets bekend. De enige echter die tot nu toe voor ‘Frédéric cadette’ in aanmerking komt, is Schreuders tweede dochter, Françoise-Jacqueline ofwel ‘Charlotte’. Een carrière bij de Comédie Italienne lag voor de meisjes Schreuder trouwens nogal voor de hand: het repertoire van dat theater was hetzelfde als het repertoire dat ze al die jaren hadden gespeeld in de Republiek. Ze waren inmiddels ervaren in het genre van de opéra-comique en ze hadden ook al jaren van ervaring in zingen en dansen achter de rug. | |||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||
Het derde in de Franse bronnen genoemde meisje Schreuder is mlle Lambert. Een mysterieuze dame. Ze debuteerde pas in 1781 bij de Comédie Italienne en bij die gelegenheid wordt uitdrukkelijk vermeld dat ze de zuster was van wijlen mme. Moulinghen, oftewel de in 1780 overleden Louise-Frédérique.Ga naar eind68 Wegens gebrek aan succes kreeg mlle Lambert geen vaste aanstelling bij de Comédie, zodat ze alleen maar zijdelings voorkomt in de naslagwerken.Ga naar eind69 Een verdere carrière elders is van haar niet bekend. Lambert is (net als Schreuder) een veel voorkomende naam, wat het in feite onmogelijk maakt haar te vinden.Ga naar eind70 Wel kunnen we concluderen dat kennelijk een meisje Schreuder ooit trouwde met een meneer LambertGa naar eind71 en dat ze, vergeleken met haar zussen, nogal laat bij de Comédie Italienne kwam. Dat kan verschillende redenen hebben: (1) ze was een (veel) jongere zus, geboren in hetzij Nederland, hetzij Frankrijk;Ga naar eind72 (2) ze had in de tussenliggende jaren bij een ander (reizend) Frans gezelschap gespeeld, of misschien ergens in de (Zuidelijke) Nederlanden. Voor deze tweede mogelijkheid pleit het feit dat eveneens in 1781 haar broer Frédéric-Pierre (geboren in Amsterdam in 1758) in Parijs als danser debuteerde bij de Académie Royale de Musique oftewel de Opéra.Ga naar eind73 Waren ze wellicht samen van elders (bijvoorbeeld een andere toneeltroep) gekomen? Vooralsnog zie ik geen mogelijkheden mlle. Lambert met zekerheid te achterhalen. Hoe dat alles ook in elkaar moge steken: de vierde dochter van Schreuder en Malterre die in de Franse bronnen vermeld staat, Jeanne-Charlotte, speelt in de problemen rond de Nederlandse dochters geen rol. Zij werd namelijk in 1764 geboren in Parijs. Ze is wel degene die in Frankrijk beroemd werd, zodat ze uitvoerig in allerlei naslagwerken voorkomt, gewoonlijk onder de naam van haar echtgenoot: Saint-Aubin. Aan dat feit hebben we veel van de Franse informatie over de familie Schreuder te danken. | |||||||||||||||||
Wat werd er van de familie Schreuder?In de Franse bronnen, waarin hij alleen figureert als ‘vader van’, wordt Frederik Schreuder beschreven als ‘directeur de spectacles [of: troupe] de province’Ga naar eind74 of als ‘(marchand) mercier parisien’.Ga naar eind75 Waarschijnlijk is hij wel werkzaam geweest in de Franse toneelwereld. In één Franse bron ben ik hem tegengekomen als ‘mécanicien et machiniste de théâtre’, begin 1773.Ga naar eind76 Misschien is hij later inderdaad ‘mercier’ geworden in Parijs. Onbekend is of Antoinette Malterre nog bij het toneel is geweest. Zij zou vóór november 1782 zijn overleden.Ga naar eind77 Over zoon Frédéric-Pierre, die in 1781 bij de Parijse Opéra debuteerde en daar een van de ‘premiers danseurs’ was, is iets meer bekend.Ga naar eind78 In 1789 komen we hem tegen wanneer hij een klacht indient tegen de pruikenmaker Orléans, die op zijn beurt ook weer een klacht indient. De kwestie draaide om de vrouw van Orléans.Ga naar eind79 Aan het begin van de Franse Revolutie zou hij na een gevaarlijke val zijn danscarrière hebben moeten beëindigen.Ga naar eind80 Op 15 oktober 1817 kreeg Frédéric-Pierre zijn ‘lettre de déclaration de naturalité’, anders gezegd: hij werd eindelijk echt een Fransman. Hij werd bij die gelegenheid aangeduid als ‘ancien garde général des fôrets’ in het departement Eure.Ga naar eind81 Verschillende familieleden komen we ook nog tegen in het leven van de jongste dochter, Jeanne-Charlotte. In de traditie van de familie Schreuder was zij al jong op de planken verschenen: ze was elf toen ze in 1775 voor het eerst optrad, voor Lodewijk xv in het theater van Versailles.Ga naar eind82 In 1781 kreeg ze een engagement bij het theater van Lyon,Ga naar eind83 waar ze in 1782 trouwde met de zanger Auguste-Alexandre d'Herbez dit Saint-Aubin.Ga naar eind84 Wel hadden beiden, om de benodigde toestemming voor hun huwelijk te krijgen, eerst het theater moeten afzweren.Ga naar eind85 Dat was een gelegenheidsdaad, want ze bleven gewoon bij het Lyonese theater. Drie jaar later kreeg haar man een engagement bij de Parijse Opéra en kort daarna voegde Jeanne-Charlotte zich bij hem.Ga naar eind86 Op 26 januari 1786 debuteerde | |||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||
ze bij de Opéra, maar ze voelde zich er niet thuis. Al na enkele maanden vertrok ze naar de Comédie Italienne, waar ze op 29 juni debuteerde. Waarschijnlijk speelde haar zus, ‘Frédéric cadette’, daar toen ook nog. Jeanne-Charlotte verliet het toneel in 1808. Van de drie zusters van Jeanne-Charlotte wordt maar één nader benoemd: mme Moulinghen (Louise-Frédérique dus), de zus die in 1780 overleed.Ga naar eind87 De andere twee moeten het zonder naam stellen. Volgens een contemporaine bron uit 1838, een naslagwerk dat nog tijdens haar leven gemaakt is, had Jeanne-Charlotte een ‘nombreuse famille’, maar onderhield desondanks ook haar vader, twee zusters ‘jusqu’ à leur mort’, en twee broers.Ga naar eind88 Kennelijk waren haar twee andere zusters inmiddels overleden: dat moeten, althans volgens de Franse gegevens, ‘Frédéric cadette’ en mlle Lambert zijn geweest. Waarschijnlijk slaat ‘leur mort’ ook op Schreuder père, want als hij toen nog leefde zou hij ver over de honderd zijn geweest.Ga naar eind89 De tekst suggereert dat haar twee broers rond 1838 nog in leven waren en dat gold wellicht voor Frédéric-Pierre, de danser bij de Opéra, die dan zo'n 82 jaar oud zou zijn, maar Jacques-François was al overleden (in 1832).Ga naar eind90 Jeanne-Charlotte zelf overleed op 11 november 1850, op de respectabele leeftijd van 86 jaar.Ga naar eind91 | |||||||||||||||||
Tot slot: een (voorlopige?) conclusieAls u, lezer, door de Frederic-bomen het Schreuder-bos niet meer ziet (of andersom), dan valt u niets kwalijk te nemen. Ook schrijfster dezes heeft niet het gevoel dat ze uitgepuzzeld is. Met haar genealogische lijsten en haar lijsten van de chronologische volgorde der gebeurtenissen (in de Republiek en in Frankrijk) wil ze u niet lastigvallen, dus een groot deel van het puzzelwerk blijft onzichtbaar. Niettemin meent ze op grond van de beschikbare gegevens - die onmiskenbaar vele lacunes en problemen vertonen - het volgende te kunnen concluderen over de ‘enfans du Sr. Frederic’:
Alle vier de dochters van Frederik Schreuder en Antoinette Malterre hebben, voor korte of lange tijd, bij de Comédie Italienne in Parijs gezongen en gedanst, al heeft de een er wat meer roem behaald dan de ander. |
|